Wie had dat gedacht? Bruno Bruins als trendsetter. Sinds hij (letterlijk) omviel in een kamerdebat als Minister Medische Zorg over corona, zijn er meerdere uitvallers geweest. Omtzigt met een burn-out, Ollongren na een operatie door complicaties naderhand en nu Bas van ’t Woud, ook met een burn-out.
In de verschillende krantenartikelen wordt als voornaamste reden voor al deze uitvallers de verhoogde werkdruk door de corona-pandemie als schuldige aangewezen. De vrouw van Ollongren had tegen haar gezegd dat het “niet gezond is wat jullie doen.” Maar de berichtgeving klopt niet. Er moeten andere zaken een rol spelen. De druk is ongekend hoog en Hugo de Jonge gaat nog steeds vrolijk door sinds hij het overgenomen heeft van Bruins. Omtzigt heeft volgens mij een burn-out van de Toeslagenaffaire en de onwil van zijn collega’s om hem met rust te laten. Ollongren had last van complicaties na een operatie. Ik weet daar niet het fijne van, maar het heeft er de schijn van dat ook dat weinig met corona-druk te maken had.
Het artikel dat het NRC hierover publiceerde twitterde ik met daarboven de zelfverzonnen kop ‘schaamtestress’. Dat was enigszins ironisch bedoeld, maar als ik erover nadenkt denkt het in ieder geval een groot deel van de lading. Bruno Bruins en Pieter Omtzigt hebben altijd al een licht getormenteerde indruk op me gemaakt. Ik denk dat je pas een burn-out kan krijgen als het je écht wat kan schelen. Ik weet bijna zeker dat die twee zich respectievelijk de gruwelen van een aanstaande pandemie en het leed van de ‘toeslagenouders’ dusdanig aantrokken, dat het ze uiteindelijk de das om heeft gedaan. Bij Ollongren en van ’t Woud weet ik het gewoonweg niet. Van ’t Woud moet ik beter gaan bekijken om een oordeel te kunnen geven en Ollongren vind ik lastig om te ‘lezen’, dus daar kan ik niet echt stellig over zijn.
Wat me verontrust is dat er zoveel ministers en staatssecretarissen níet zijn uitgevallen. De meeste lijken zelfs niet op hun tandvlees te lopen. Waarom hebben zij geen burn-out? Ik kan daar twee redenen voor verzinnen. De eerste is dat ze wel heel erg betrokken zijn, maar een fantastisch schild tegen stress hebben. Terwijl ik dat neertyp denk ik aan Renske Leijten. Die is minstens zo betrokken als Omtzigt maar blijkt over een uitstekend schild tegen stress te beschikken. De tweede reden, en daar moet ik eerlijk gezegd niet aan denken, is dat het de meeste gewoon niks kan schelen. Dat ze denken: “het zal mijn tijd wel duren.” Of iets in die trend. Ik ben bang dat dat vaker voorkomt dan we wensen. Ik herinner me vaag een bericht van een hele tijd geleden dat steeds vaker kamerleden hun werk als een tijdelijk baantje zien en een vooral als opstapje naar een vetbetaalde baan in het bedrijfsleven.
Ik denk dat we over niet al te lange tijd het vak van volksvertegenwoordiger met andere voorwaarden moeten gaan bekleden. Anders kan onze hele parlementaire democratie wel eens een burn-out oplopen.