Tijdens de komende verkiezingscampagne zullen er vast weer politici zijn die roepen dat Nederland of een willekeurige gemeente in rap tempo islamiseert. Vooral de PVV neemt hierin vaak het voortouw, maar ook vertegenwoordigers van andere partijen waarschuwen hiervoor. Daarnaast zijn er (extreemrechtse) anti-islambewegingen als Pegida, Identitair Verzet en sinds kort Rechtsinverzet die actievoeren tegen de islamisering.
Voor deze lieden en hun aanhang enkele feiten over islamisering.
1. Wat is islamisering?
Het woord islamisering wordt gebruikt om een proces aan te duiden waarbij de samenleving door een groeiend aantal moslims en zichtbare instituties als moskeeën een meer islamitisch karakter zou krijgen.
De term wordt in Nederland inmiddels breed gebruikt, maar was aanvankelijk vooral populair onder aanhangers van de Eurabia-theorie, waaronder Geert Wilders. Volgens deze complottheorie van Bat Ye’or (pseudoniem) zou een geïslamiseerd Europa uiteindelijk opgaan in de Arabische wereld. Door een toenemend percentage moslims en een toenemende invloed van het islamitische gedachtegoed zou de islam steeds dominanter worden in Europa. Grootschalige immigratie en hoge geboortecijfers zouden een onderdeel van de strategie van moslims zijn om Europa over te nemen.
2. Hoeveel moslims wonen er in Nederland?
Hoeveel moslims er in Nederland exact wonen weten we niet. De reden hiervoor is dat religieuze overtuiging sinds de laatste volkstelling in Nederland (1971) niet meer geregistreerd wordt.
Het aantal moslims in Nederland moet dus geschat worden. Tot het begin van deze eeuw ging het CBS hierbij uit van het aantal moslims in de landen van herkomst, maar deze methode werd na 2004 gewijzigd. Het CBS schreef hier in 2009 over:
“Zo is aangenomen dat het percentage islamieten onder de hier wonende herkomstgroepen net zo groot is als in het herkomstland. Die aanname lijkt niet reëel. Vooral bij de ‘overig’ niet-westerse allochtonen (anders dan Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen) gaat het vaak om mensen die uit hun land zijn gevlucht. Zij vormen geen representatieve afspiegeling van de bevolking van het herkomstland en zijn niet zelden juist vanwege hun afwijkende geloofsopvattingen vertrokken. (..) Zo rekent bijvoorbeeld zo’n 40 procent van de in Nederland aanwezige Iraniërs zich tot de islam, terwijl het aandeel islamieten in Iran zelf 98 procent is.”
Het CBS maakte na 2007 gebruik van de resultaten van het jaarlijkse Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS), waarin het CBS via een enquête vraagt naar de kerkelijke gezindte, inclusief de islam. Deze nieuwe methode leidde tot een lagere schatting van het aantal moslims. Dacht het CBS in 2004 nog dat er 944.000 moslims in Nederland woonden, in 2007 schatte het CBS het totaal aantal Nederlandse moslims lager: op 825.000 moslims, zo’n 5% van de bevolking.
In 2015 maakte het CBS een nieuwe schatting, deze keer op grond van de Enquête Beroepsbevolking (EBB), waaraan in de periode 2010–2014 circa 460 duizend volwassen personen (18 jaar of ouder) hadden meegewerkt. Volgens deze enquête zou 4,9% van de ongeveer 13,5 miljoen Nederlanders boven de 18 jaar, dat zijn 665.000 volwassenen, zichzelf als moslim beschouwen.
Ter vergelijking: het percentage volwassen Nederlanders dat islamisering het meeste vreest, de PVV-stemmers, is ongeveer vier keer zo groot. Het aandeel PVV-stemmers ligt volgens de peilingwijzer de afgelopen jaren tussen de 10% en 21% van de Nederlandse bevolking.
Gemiddeld per jaar ziet dat er, in vergelijking met het aandeel moslims ongeveer zo uit:
CBS/Peilingwijzer/Ewoud Butter
Toename
Het aandeel moslims in de Nederlandse bevolking neemt wel toe. Uit het rapport de Religieuze Kaart van Nederland blijkt dat het aandeel volwassenen in Nederland dat zichzelf als moslim beschouwt tussen 2010 en 2015 met gemiddeld iets minder dan 0,1 procent er jaar en steeg van 4,5 naar 4,9 procent.
In dezelfde periode nam het aantal volwassen Nederanders dat zich niet verbonden voelt met een kerkelijke gezindte toe met 5% tot een meerderheid van 50,1%. De secularisering van Nederland gaat dus ongeveer 10 keer zo snel.
In 2016 kwam het CBS in de Religieuze Kaart van Nederland opnieuw tot de schatting dat 4,9% van de volwassen Nederlanders zichzelf als moslim beschouwt. Inclusief de jongeren tot en met 18 jaar zal het aantal moslims rond de 1 miljoen (5,9% van de bevolking) liggen.
3. Hoe komt het dat PEW Research het aantal moslims in Nederland hoger inschat?
PEW Research schatte onlangs dat er 1,2 miljoen moslims (7,2% van de bevolking) in Nederland wonen. PEW Research gebruikt hierbij een methode die vergelijkbaar is met de methode die het CBS tot 2004 gebruikte en gaat uit van de percentages moslims in de landen van herkomst. In het rekenmodel van PEW Research zijn bijvoorbeeld bijna alle Iraanse Nederlanders moslim, terwijl we door de peilingen van het CBS weten dat dit niet klopt.
De prognose die PEW Research maakte van het aantal moslims in 2050 is om dezelfde reden niet nauwkeurig. Daarbij komt ook dat PEW Research de vruchtbaarheidscijfers van moslims in Nederland te hoog in schat. Meer over de berekening van de prognose van PEW Research hier.
4. Vormen moslims in sommige steden de meerderheid?
Goed, landelijk mag die islamisering dan niet zo snel gaan, in de grote steden toch wel?
Zo voorspelde Frits Bolkestein in 2005 in een uitzending van Buitenhof dat Amsterdam binnen 10 jaar een islamitische meerderheid zou hebben.
Inmiddels zijn we tien jaar verder en blijkt er nog geen islamitische meerderheid in Amsterdam te zijn. Volgens het CBS beschouwt 12,1% van de Amsterdammers zichzelf als moslim. In 86% (331) van de Nederlandse gemeenten ligt het percentage moslims (ver) onder het landelijk gemiddelde van 4,9%. Hiervan is in 40 gemeenten het percentage moslims 0,0%.
Er zijn 54 gemeenten waar het aandeel volwassen moslims per gemeente boven het landelijk gemiddelde van 4.9% ligt. Bron cijfers van het CBS
5. Maar de meeste immigranten zijn toch moslim?
Nee, dat is een misvatting. Flip van Dyke heeft gekeken naar het aantal immigranten tussen 1996 en 2015 en komt tot de conclusie dat meer dan de helft van de immigranten in die periode christelijk was en ongeveer een kwart moslim. Van een ’tsunami’ van moslims is dus geen sprake. Figuur hieronder is afkomstig uit het blog van Flip van Dyke.
6. Kun je moslims in Nederland als een homogene groep beschouwen?
Nou, niet bepaald. In weinig landen ter wereld is de moslimpopulatie zo divers samengesteld als in Nederland. Ten eerste omdat ‘de islam’ bestaat uit vele stromingen waarvan er veel in Nederland vertegenwoordigd zijn. Hieronder een versimpeld, en onvolledig schema van de stromingen en rechtsscholen binnen de islam.
Daarnaast zijn de moslims in Nederland afkomstig uit vele landen en streken met vaak hun eigen rituelen, gewoonten en interpretaties. De meeste moslims in Nederland komen uit Turkije en Marokko. Uit cijfers van 2011 bleek dat 94% van de Turkse en 97% van de Marokkaanse Nederlanders zichzelf als moslim beschouwt. Van de Turkse- en Marokkaanse Nederlandse geeft 89% aan soennitisch te zijn, maar er is ook een groep die zich alleen ‘moslim’ noemt zonder zich onder een stroming te scharen, of die zich tot een kleinere islamitische stroming rekent. Van de Turks-Nederlandse moslims noemde 7% zich bijvoorbeeld aleviet.
Hieronder een grove schatting van het aantal moslims per herkomstgroep in 2016, op grond van het aantal inwoners op 1 januari 2016 (gegevens CBS) en het percentage van deze groepen dat in eerdere onderzoeken aangaf zichzelf als moslim te beschouwen.
Turkse en Marokkaanse moslims vormen samen ongeveer driekwart van de Nederlandse moslimpopulatie op ruime afstand gevolgd door moslims die afkomstig zijn uit Afghanistan Somalië, Irak en Suriname. De groep overige moslims met een niet-westerse migratieachtergrond is afkomstig uit diverse landen. Binnen deze groep vormen de Syriërs de snelst groeiende groep. Moslims zonder migratieachtergrond (autochtonen) vormen ongeveer 1,5% van de totale moslimpopulatie.
7. Moslims en Nederlanders, twee aparte groepen?
Het gebeurt zeer geregeld, ook in onderzoeken van gerenommeerde instituten, dat de suggestie wordt gewekt dat moslims en Nederlanders als afzonderlijke groepen kunnen worden beschouwd. Ten onrechte: exacte cijfers hebben we niet, maar we durven gerust te stellen dat het overgrote merendeel van de Nederlandse moslims de Nederlandse nationaliteit heeft (zie meer hier).
Ook zal het niet lang meer duren voordat meer dan de helft van de Nederlandse moslims in Nederland is geboren. Wat betreft de twee grootste groepen, de Turkse en Marokkaanse Nederlanders, werd dit punt in 2010 bereikt; sindsdien is de tweede generatie van deze bevolkingsgroepen samen groter dan de eerste generatie.
8. Hoeveel moskeeën zijn er in Nederland en neemt dit aantal toe?
We weten niet exact hoeveel moskeeën er in Nederland zijn. De schatting lopen uiteen van 450 tot 500 moskeeen.
Het aantal moskeeën lijkt al een aantal jaren stabiel te zijn. Wel worden moskeeën de laatste jaren zichtbaarder. Dit komt omdat kleine, niet als zodanig herkenbare gebedshuizen, die waren gevestigd in voormalige scholen, garages of kantoorpanden, ingeruild worden voor grotere, vaak als gezamenlijk initiatief opgezette gebouwen, die doorgaans (meer) gelijkenis vertonen met de moskeeën in de herkomstlanden.
Deze (ver)nieuwbouw is veelal noodzakelijk omdat de oude gebouwen niet meer voldoen aan de (brand)veiligheidstandaarden of te klein zijn geworden. Maar ook het besef bij moskeeorganisaties dat hun achterban in Nederland zal blijven, leidde
tot bouwplannen voor meer herkenbare moskeeën. De moskeeën zijn hierdoor een zichtbaarder onderdeel geworden van de Nederlandse samenleving.
9. Hoeveel moslims gaan naar de moskee?
Van de volwassen moslims bezoekt 39 procent regelmatig een moskee (27% 1 keer per week, 6% 2-3 keer per maand en 6% 1 keer per maand). Ongeveer 11% komt minder dan 1 keer per maand in de moskee en de helft komt zelden of nooit in een moskee.
10. Hoeveel islamitische scholen zijn er in Nederland?
Nederland telt ruim 6300 basisscholen, waarvan er 52 islamitisch zijn. Van het totaal aantal basisscholen is dus 0,8% islamitisch. Daarnaast zijn er twee islamitische middelbare scholen (in Rotterdam en Amsterdam, 0,3% van het totaal aantal middelbare scholen) en kent Rotterdam twee HBO-instellingen die zichzelf islamitische universiteit noemen.
11. Is de angst voor islamisering overdreven?
Ja, die angst is onnodig en volstrekt overdreven.
De angst voor een islamitische machtsovername in Nederland is niet reeël. Ten eerste omdat de meeste moslims daar helemaal geen interesse in hebben. Ze willen gewoon lekker hun leven leiden en op hun eigen manier hun godsdienst beleven. En mochten er moslims zijn die daar wel van dromen, dan zullen ze moeten leven met het idee dat ze in de Nederlandse samenleving een minderheid vormen en dat dat zo zal blijven. Verder is de diversiteit onder de Nederlandse moslims enorm groot en blijkt samenwerking vaak een probleem. Zie bijvoorbeeld de problemen in de Turkse gemeenschap, de tragische geschiedenis van de moslimomroepen, het onvermogen te komen tot Nederlandse imamopleidingen etc. etc.
Moslims zijn een onlosmakelijk onderdeel van Nederland geworden. Een deel van de Nederlanders beschouwt zichzelf als moslim en de meeste moslims in Nederland voelen zich verbonden met dit land. Sommige Nederlanders kunnen moeilijk aan dat idee wennen.
12. Zijn er dan geen problemen met moslims in de Nederlandse samenleving?
Jawel, er zijn zeker problemen. Vaak hebben die problemen weinig met hun geloof te maken. Dan wordt een probleem ten onrechte geïslamiseerd. Maar in andere gevallen is daar wel sprake van. Dan moet dat benoemd en aangepakt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn wanneer mensen op grond van hun geloof anderen, thuis of op straat, in hun vrijheid menen te mogen beperken, uitsluiten, bedreigen of erger, geweld aan doen. De opkomst van extremisme onder moslims wordt door de hele samenleving, inclusief de meeste moslims, als een gevaar beschouwd.
Het extremisme gericht tegen moslims op grond van de onterechte angst voor islamisering, zoals zich dat bijvoorbeeld uit in haatmisdrijven gericht tegen moskeeen, is evenzeer een gevaar voor onze samenleving.