De islam in Nederland radicaliseert. Met financiële en personele hulp uit de Saoedi-Arabië, Koeweit en Qatar nemen salafisten en leden van het Moslim Broederschap gematigde moskeeën over. En in een gevaarlijk hoog tempo ook.
Dat weten we mede dankzij onderzoek van Nieuwsuur en NRC Handelsblad. Maar de Tweede Kamer zoekt deze weken – in een aantal hoorzittingen – naar bedragen en meereizend onheil.
De eerste verhoren tonen een rampzalig scenario. Volgens directeur Schoof van de AIVD probeert een nieuwe generatie jonge salafisten in Nederland met professionele methoden grip te krijgen op moskeeën en scholen. Ondersteund door miljoenen oliedollars en imams uit de Golfstaten.
De extremisten schrijven en spreken goed Nederlands, ze kennen het rechtssysteem en streven naar een parallelle samenleving waarin de regels van de Nederlandse rechtsstaat niet gelden. De indoctrinatie begint al bij kinderen tussen de 0 en de 4 jaar. Aldus de AIVD.
Om de goedgelovigheid van de open samenleving niet te beschadigen, maken de radicale moslims gebruik van – wat Schoof noemt – façadepolitiek. Oftewel: naar buiten toe gematigd opereren en extremisme afkeuren, maar intern de gemeenschap een orthodoxe onverzoenlijke leer opleggen.
Die onverzoenlijkheid toont zich in de goedkeuring van geweld tegen homo’s en het verbieden van omgang met mensen van een ander geloof. Gematigde moslims lijden hier het meest onder.
Intimidatie en het opleggen van leefregels en kledingvoorschriften moeten individuele keuzes aan banden leggen en een integratie in deze samenleving tot een minimum begrenzen.
Zo worden moslims in Nederland in steeds grotere getale geïsoleerd en hen wordt bijgebracht dat zij niet de Nederlandse wetten en regels behoren te respecteren, maar uitsluitend die van het opperwezen. Orthodoxe dwang die de Golfstaten met de financiering deze kant op sturen. Want wie betaalt bepaalt.
Volgens Schoof vormen de salafisten en moslimsbroeders in Nederland op termijn een serieuze bedreiging voor de rechtsstaat.
De verhoren van deze parlementaire commissie hebben tot nu toe weinig nieuws opgeleverd, maar het feitenrelaas blijft indrukwekkend. Niet alleen omdat de getuigen onder ede staan – en dus de waarheid moeten spreken – maar juist ook omdat de financiering van het extremistisch, anti-Westers en anti-democratisch gedachtegoed vanuit de Golfstaten al zo lang gaande is.
Blijkbaar bewandelen de salafisten en moslimbroeders wegen waar hun plannen geen strobreed in de weg worden gelegd.
Ten eerste is er natuurlijk de vrijheid van godsdienst. Een Westerse uitvinding waar de geldschieters thuis niets van moeten weten, maar die hen hier alle ruimte biedt, om hun onverdraagzaamheid aan de man te brengen.
Dan is er de bescherming van het woord ‘islamofobie’. Terreurdeskundige Ronald Sandee deze week voor de onderzoekscommissie: “Islamofobie is iets dat in de media wordt gebracht en gehouden door organisaties als het Moslim Broederschap. Ze worden ermee serieus genomen als partners in bijvoorbeeld Brussel. Ze krijgen toegang tot allerlei EU-organen, omdat ze zich zo sterk profileren met de islamofobie-industrie.”
‘Islamofobie’ als industrie. Zo worden tegenwerking en islamkritiek bestempeld als racisme-variant. Daardoor is de islam bij ons inmiddels het enige gedachtegoed dat de facto boven elke kritiek verheven is. Met kritiek op de islam loopt iemand levensgevaar of riskeert vervolging wegens haatzaaien. Dat hebben de militanten en hun geldschieters uit de Golf-regio toch maar mooi voor elkaar.
Maar dit alles lukt niet zonder de hulptroepen, die bereid zijn hun eigen vrijheid en die van anderen op te geven, om de militante islam van dienst te zijn. Elke totalitaire dreiging heeft zijn ‘nuttige idioten’.
Dat zijn de mensen die in 2006 Ayaan Hirsi Ali uit Nederland verjaagd hebben, omdat ze de islam ter discussie durfde te stellen. Met een moed die te groot is voor een land waar de laaghartigheid op televisie wordt uitgenodigd om Hirsi Ali nog een trap na te geven.
Dat zijn de mensen die promovenda Machteld Zee achter haar aan kreeg, naar aanleiding van haar proefschrift over de sharia-rechtbanken in Groot-Brittannië. Zee schreef in 2016 al wat de Tweede Kamer-commissie de afgelopen dagen nog maar eens te horen kreeg van AIVD-baas Dick Schoof. Namelijk dat er een plan zit achter de islamisering van de Europese moslims. Een plan en heel veel geld.
Academici bij de Universiteit van Amsterdam probeerden een debat in de kiem te smoren met verdachtmakingen aan het adres van Zee en deden haar bevindingen af als xenofobie. Excuses van Annelies Moors (UvA) en Martijn Dekker (UvA) aan Machteld Zee zouden op hun plaats zijn.
De hulptroepen – in naam progressief, maar heimelijk verliefd op de militante islam – zien we ook in actie tegen de Pakistaans-Nederlandse vrouwenrechtenactiviste Shirin Musa. Haar postercampagne voor vrije partnerkeuze stuitte op bezwaren van D66 en de PvdA. De partijen waren bang dat deze vrijheid slechts zou vallen bij de imams in Nederland.
En dan zijn er nog de nuttige bestuurders die zich in de luren laten leggen door de façadepolitiek van de islamisten. Zo wist Jozias van Aartsen als burgemeester van Den Haag zijn gemeente op het hart te drukken, dat salafisme ‘absoluut niks met de politieke islam te maken heeft’.
En burgemeester Halsema geeft in Amsterdam – ondanks een verbod – ruim baan aan de denigrerende kledingeisen voor vrouwen. Voorschriften die ook zijn meegereisd met de oliedollars uit de Golfregio.
De hamvraag is: wat gaan de Tweede Kamer, het kabinet en de lokale bestuurders doen tegen deze ernstige ontwikkeling. Ik maak mij geen illusies. Moslims staan onder druk van extremisten en worden in de steek gelaten door het leger van laffe wegkijkers.
Bovendien heeft het kabinet jarenlang de buitenlandse financiering van moskeeën geheim gehouden. Handelsrelaties zijn nou eenmaal belangrijker dan het ontsporen van een grote religieuze minderheid.