Op het moment van dit schrijven is de man nog niet gevonden. Doorbraak sprak met enkele (ex-)militairen, om uit te zoeken hoe het zover is kunnen komen. Het is duidelijk dat er begrip is. Over goedkeuring kan je echter niet spreken. ‘Door jarenlange desinvesteringen en een totaal gebrek aan respect in de eigen maatschappij zijn er wel meer die het niet langer zien zitten. Binnen het leger merk ik langsom meer een echte degout voor politici en alles wat met de overheid te maken heeft’, zegt Michel (echte naam bekend bij de redactie). Hij was jarenlang beroepsmilitair, werkt nu bij de hulpdiensten maar heeft nog veel contacten binnen het leger.
Guido Fleurackers is gepensioneerd beroepsmilitair. Hij kreeg na een missie in Joegoslavië als blauwhelm te kampen met gezondheidsproblemen. Hij getuigde destijds al over de manier waarop Defensie hem in de steek liet en er alles aan deed om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. ‘Ik ben nu twintig jaar weg bij het leger, maar ik pieker me nog steeds suf over oplossingen voor de problemen bij Defensie. Ik vind ze niet…’
Geen goedkeuring, wel begrip
Jürgen Conings is op de vlucht, beschikt over wapens en heeft verontrustende afscheidsbrieven achtergelaten. Hij wordt nu als een terreurverdachte beschouwd. Hij stond als geradicaliseerd op lijsten bij verschillende inlichtingendiensten. Begrijpen jullie dit en steunen jullie je wapenbroeder?
Michel: ‘Ik keur hélémaal niet goed wat Conings aan het doen is. Ik vind dat absoluut not done. Maar ik kan ergens wel begrijpen waarom hij zo reageert. Het systeem binnen Defensie is aan het imploderen. Iedereen moet momenteel vijf, zes functies uitvoeren om de boel draaiende te houden. Iedereen moet zich dubbel plooien.’
‘De eenheden zitten op 50% van hun getalsterkte. Dat probleem hebben we al jaren zien aankomen, maar er werd nooit iets aan gedaan. De kazernes zijn verworden tot krotten. Militairen die uitgestuurd worden op buitenlandse missies hebben geen of te weinig materiaal. Dat materiaal is de laatste jaren wel steeds beter geworden, maar er is nog steeds te weinig van. Na de aanslagen van 2016 is Defensie bij de Amerikanen moeten gaan bedelen om kogelwerende vesten. Dat alles getuigt van een totaal gebrek aan respect en dat komt hard aan.’
Guido: ‘Het verbaast mij niet dat er gasten zijn die foute dingen beginnen te doen. Dit lijkt me toch het gevolg van een langdurige frustratie te zijn. Een frustratie die voortkomt uit de omstandigheden waarin beroepsmilitairen al decennia moeten opereren. Gezien het feit dat hij zich heeft voorbereid, lijkt het me geen impulsieve daad te zijn. Ik weet niet in welke milieus hij is terecht gekomen. Heeft hij dat vrijwillig gedaan of heeft men hem opgezocht omwille van zijn capaciteiten? Dat laat ik in het midden, dat weet ik niet.’
Michel: ‘Ik vermoed dat Conings iets heeft overgehouden aan de veelvuldige inzet in het buitenland. Die operaties blijven hangen, die vullen je mentale emmer. Dat wordt een opeenstapeling van verschillende druppels en op een bepaald moment is de emmer vol. Bij deze man is dat volledig ontspoord.’
‘Hij wordt nu afgeschilderd als een terrorist, maar dat wil ik niet gezegd hebben. Voor mij is dit een psychiatrisch geval. Een normale mens doet dit niet. Die man heeft hulp nodig. Hij had die overigens reeds lang moeten krijgen. Hij heeft jarenlang zijn land gediend, hoe komt het dat hij plots die klik maakt? Ik vind dat straf en ik kan het woord terrorist in dit geval niet in de mond nemen…’
Is er dan geen begeleiding voor militairen die op buitenlandse missie gaan?
Guido: ‘Ik heb vier maanden met 40 collega’s in een ruwbouw gewoond aan het front in Joegoslavië. De officier die ons begeleidde was al op non-actief gesteld vóór we na onze tien dagen verlof na de missie terug in de kazerne kwamen. Er is geen debriefing geweest. Niemand heeft gevraagd hoe het ging. Ik heb kort na de missie gezondheidsproblemen gekregen en ik was niet alleen. In totaal waren er in die periode rond de 300 militairen waarbij klachten werden vastgesteld. Daar is nooit iets mee gedaan.’
‘Ik heb zelf hulp moeten zoeken. Ik ben doorgestuurd naar een psycholoog. Die vond dat ik met alles helder en klaar omging, maar mijn omgeving stelde vast dat ik was veranderd. Tot op de dag van vandaag heb ik daar last van… Ik heb samen met de vakbond uiteindelijk invaliditeit aangevraagd. Ik moest voor een commissie verschijnen. Die heeft in mijn medisch dossier ontdekt dat ik ooit eens, in 1979, antidepressiva voorgeschreven gekregen had. Conclusie: ik was voorbestemd om gestoord terug te komen… Dat ze me hebben laten vertrekken, was blijkbaar geen probleem. Met een gaatje in je tanden mag je niet vertrekken, maar als je psychisch voorbestemd bent om te falen? Geen probleem!’
‘Destijds heeft onderzoeksjournaliste Marleen Teugels daar onderzoek naar gedaan. Die heeft daar zelfs een boek over geschreven, Met stille trom. Zij heeft kunnen constateren dat er vanuit het leger totaal geen opvang is en er ook geen moeite wordt gedaan. Integendeel, het leger heeft een machocultuur waarin hulp – en zeker hulp voor geestelijke gezondheid – niet bespreekbaar is. Daar is totaal geen aandacht voor.’
Ongewenst bezoek
U werd dus afgewimpeld. Staat u daarin alleen?
‘Neen. Ik ken nog een aantal collega’s die in gelijkaardige situaties zitten. Die gaan niet willen getuigen. Ze hebben al meer dan genoeg problemen gehad. Ik ben er destijds mee naar de pers gestapt. Ik heb in het tv-programma Goedele getuigd. Ik heb daar behoorlijk wat problemen door gekregen. Nooit officieel, maar ik heb bezoek gehad van ongewenste mensen in mijn woning.’
Excuseer?
‘Wat moet je denken wanneer je met barstende hoofdpijn wakker wordt, je honden kotsmisselijk op de grond liggen en je merkt dat men in je nota’s en private zaken heeft liggen snuffelen? Er werd nooit iets gestolen… Ik werd ook gevolgd. En ik was niet alleen. Een collega zijn ze met een aantal officieren komen afdreigen. Allemaal niet fraai…’
Niets voor veteranen
Die ervaringen dateren vanuit de jaren 90?
Michel: ‘Vergeet niet: Jürgen Conings zit al sinds 1992 in het leger. Hij is toen ook mee geweest op missie. En ja, ik zie dat dat nu nog doorwerkt. Ik ken collega-militairen en ex-militairen die de laatste jaren problemen begonnen te krijgen. Er zijn in het verleden zaken gebeurd waar zij geen vat op hadden. Vaak gaat dat terug tot de jaren 90, missies in Somalië of in ex-Joegoslavië. Met ouder te worden, door nog zaken mee te maken in het leven, komt dat nu naar boven. Dat gaat over problemen die destijds niet zijn vastgesteld. Vroeger werd daar überhaupt geen rekening mee gehouden.’
‘Ik geef een voorbeeld over hoe ze daar bij Defensie in de jaren 90 mee omgingen. Een groep para’s kwam terug van missie en moest verzamelen op het paradeplein. De compagniecommandant vroeg: “Heeft er iemand psychologische schade of problemen opgelopen in het buitenland? Indien je problemen hebt, zet dan een stap vooruit!”. Je mag eens raden hoeveel er een stap vooruit gezet hebben.’
‘Dus als je problemen had, kwam je er niet voor uit. En het is niet omdat je toen geen problemen had, dat die later niet kunnen opduiken. Er is geen opvangnet voor veteranen. Die moeten het zelf maar rooien. Men heeft midden jaren 2000 het veteranenstatuut gecreëerd, maar dat is een lege doos gebleken. Er werden toen veel politieke beloftes gemaakt.’
‘Met dat statuut zou je gratis medische steun kunnen krijgen, op termijn. Niets, maar dan ook niets is daar van gekomen. Dat bleek de zoveelste show te zijn van een of andere politicus. Ik heb dat kaartje in mijn portefeuille zitten, maar dat betekent niets. Je hebt de titel van veteraan, maar verder moet je je plan trekken. En ik ken toch wel wat (ex-)collega’s die hulp kunnen gebruiken…’
Maar is er dan binnen Defensie echt niets dat gedaan wordt om mensen op te vangen?
Michel: ‘Toch wel. Op dat vlak is er de laatste jaren wel wat verbetering. Toen ik in de jaren 2000-2010 op missie ging, was er een RMO (Raadgever Mentale Operationaliteit, WM) mee. Dat was een psycholoog die ons kon begeleiden mochten er zich problemen voordoen. Maar eerlijk gezegd: je bent jong, stoer en je ligt daar allemaal niet echt van wakker. In mijn ogen komen die problemen later naar boven. Je emotionele emmer loopt alsmaar voller. Na een tijd loopt die over.’
‘Ik heb gezien hoe de Britten daar mee omgaan. Wanneer hun troepen terugkeren worden die tien dagen afgezonderd in een hotel. Je kan dat beschouwen als een soort decompressie. Ze worden daar volledig professioneel omkaderd, ook met psychologen. Daar wordt gefeest, aan het strand gelegen,… Zij krijgen de tijd om hun emmer wat leeg te gieten en zo de stap te maken naar de echte wereld. Hoewel nee, niet de echte wereld. Die is voor ons ginder, in de brousse. Ik heb het liever over de beschaafde wereld. Op die omschakeling moeten we ons eigenlijk kunnen voorbereiden.’
‘In België heeft er ooit een plan om dat te doen op tafel gelegen. Tot duidelijk werd dat zoiets geld zou kosten. Er is dus nooit iets van gekomen…’
Geen materiaal voorhanden? Trek uw plan!
Er wordt al decennialang bespaard op Defensie. Wat zijn daarvan de gevolgen op het terrein?
Guido: ‘Het is schrijnend. Ik heb nooit een situatie gekend waarin we goed waren uitgerust. Op de missies naar Sarajevo hebben wij allemaal eigen winterkledij gekocht. Het vriest daar dat het kraakt. Wat we meekregen was om te huilen.’
Michel: ‘Dat is enkel nog verergerd. In 2018 stuurden ze 270 man naar Estland met mutsen uit 1951. Dat kwam in de pers, waardoor ze niet anders konden dan plots te investeren in degelijk materiaal. Dat kwam er ook: operationele winterkledij van Carinthia, een topmerk, absoluut hét van hét.’
‘Maar wat gebeurt er dan? Ze hebben die uitrusting nu, maar ze mogen die niet gebruiken. Ze is te duur en mag niet verslijten. Enkel op uitdrukkelijk bevel mag ze worden aangetrokken. Die gasten mogen hun plan trekken bij min 40 graden met oude vesten die ze nog ergens hebben gevonden en die dateren van de missie in de Baranja.
Geen passende kledij… Nog voorbeelden?
‘Daar stopt het niet. In Afghanistan moest iedere soldaat op patrouille een drukverband bijhebben. Dat gaat over fundamentele uitrusting. Wij hadden een voorraad Israëlische drukverbanden. Het enige probleem: ze waren vervallen! Dat werd snel opgelost: sticker erover plakken en ze waren weer goed voor zestien jaar.’
‘Maar er waren er te weinig. De rest zijn ze dan maar gaan stelen bij de bondgenoten. In dit geval bij de Amerikanen. Die hebben zoveel materiaal dat ze het niet missen. Wij zijn plantrekkers. In de praktijk lossen we elk probleem op, ook een tekort aan uitrusting. Je mag er alleen geen vragen over stellen…’
Guido: ‘Voor die plantrekkerij worden we overigens wijd en zijd geroemd. Op buitenlandse missie krijgen we steeds veel appreciatie omwille van onze vindingrijkheid. We staan er om gekend dat we met weinig of geen middelen mirakels kunnen verrichten. Wij zijn doe-het-zelvers, vinden voor alles een oplossing. Aan de kwaliteit van de manschappen ligt het niet wanneer het fout loopt.’
Goed opgeleid
Waaraan ligt het dan wel?
Michel: ‘Ach, er is veel kwaliteit aanwezig binnen Defensie, maar ze slagen er niet in de goede mensen te houden. Ik ken veel gasten van goede wil, met enorm veel capaciteiten. Die blijven echter niet. Ook bij de officieren zie je dat. Die bleven vroeger het langst, omdat ze echt wel aan een carrière wilden werken. Nu vertrekken ook in die categorie de betere mensen na een tijdje. Ze kunnen niet verder in die puinhoop blijven functioneren en zoeken andere oorden op.’
‘De slechten blijven. De carrièreridders met een ambtenarenmentaliteit. Die gasten kunnen ook geen nee zeggen tegen bevelen van hogerhand, ook al weten ze dat het niet mogelijk is om met de bestaande middelen de taken uit te voeren. En dan zit uiteindelijk het voetvolk onderaan de ladder in de shit. Die mogen het oplossen. Zonder enige appreciatie.’
‘Want die appreciatie, die krijgen we alleen in het buitenland. Van daar komen de complimenten. Hier thuis kan je het vergeten. De bevolking ziet ons als schlemielen. Xavier Waterslagers van De Kampioenen en Leon Van der Neffe uit Kiekeboe. Ik heb dat gemerkt toen ik terug ging naar het burgerleven. Het wantrouwen tegenover alles wat uit het leger komt is groot.’
‘Ze proberen ons niet te veel bij elkaar te zetten. Wij klitten namelijk samen, vormen een hechte groep. Vooral voor minder competente oversten is dat een probleem. Die kunnen enkel overleven door te verdelen en zo te heersen. Maar er zitten veel ex-militairen in het burgerleven. Bij de brandweer, de politie, de douane… Wij brengen vaardigheden mee die hun nut bewijzen, maar we moeten steeds opboksen tegen die vooroordelen.’
Guido: ‘Wij zijn goed opgeleid. Kijk maar naar Jürgen Conings. Op zijn eentje houdt hij heel het land van zich af. Je kan niet zeggen dat ze geen moeite doen om hem te vinden, maar het lukt niet. Terwijl iedere (ex-)militair in zijn vuistje lacht. Die weten dat hij al lang niet meer in de Hoge Kempen zit.’
Michel: ‘Inderdaad. Wij hebben daarmee al gelachen. Wat Conings in de praktijk brengt, is basisopleiding voor collega’s die op missie vertrekken. Vergeet niet dat hij die opleidingen heeft gegeven. Dan weet je toch wat je mag verwachten? Maar nee, de overheid heeft zich als een nieuwe rekruut in de doeken laten doen. Lachwekkend.’
Rechtser dan gemiddeld
Dat brengt ons terug bij Jürgen Conings. Hij staat bekend als extreemrechts geradicaliseerd. We horen dat dit een groot probleem is binnen het leger. Kunnen jullie daar iets over zeggen?
Guido: ‘Ik weet dat er mensen zijn, van alle categorieën, die naar mijn aanvoelen meer dan gemiddeld rechts zijn. Het is ook logisch dat een organisatie als het leger eerder mensen van de rechter- dan de linkerzijde aantrekt. Maar ik zie dat ex-collega’s steeds verder evolueren in die richting. Overigens zie ik die evolutie ook buiten het leger. Vooral het integratiebeleid, dat eigenlijk niet of nauwelijks bestaat, begint iedereen de keel uit te hangen.’
‘Je mag ook de invloed niet onderschatten van de dreiging die wordt ervaren in landen als Somalië of Afghanistan. De haat die daar bestaat tegenover de troepen, dat blijft hangen. Onze jongens hebben de realiteit gezien op missie en weten hoe het er mondiaal echt aan toegaat.’
Michel: ‘Dit verhaal gaat fout aflopen en “ze” gaan weer zeggen dat alle militairen extreemrechts zijn. Dat is zeker niet het geval. Ik zeg steeds dat er in het leger geen racisme bestaat. Niemand begrijpt me wanneer ik dat zeg, maar ik meen dat: in het leger bestaat racisme niet. Wij werken regelmatig met mensen met een andere huidskleur. Die zitten ook bij ons, hoor. Daarmee samenwerken is nooit een probleem. Die gasten hebben dezelfde mentaliteit en manier van werken als wij. In het leger zitten mensen met een andere geaardheid, een andere kleur… Nooit problemen, jamais de la vie!’
‘Nu kan het wel zijn dat er mensen rondlopen met ideeën over bepaalde bevolkingsgroepen die hier probleemloos het land worden binnengesluisd. Als je daar tegenwoordig bedenkingen bij hebt, ben je al extreemrechts.’
Ogen gaan open tijdens buitenlandse missie
Er zijn toch figuren geweest als Tomas Boutens van Bloed Bodem Eer en Trouw. Conings heeft blijkbaar contact met die man…
Michel: ‘Dat mag toch niet verbazen? Natuurlijk kennen die elkaar, ze hebben samen in dezelfde eenheid gediend! Overigens is die man terecht uit het leger gezet. Dat was een gek. Maar op elke werkvloer vind je wel mensen met een bepaald gedachtegoed. Zo expliciet als Boutens heb ik zelf bij het leger nooit weten bestaan.’
‘Dit wil ik wel even kwijt: het is pas wanneer je op buitenlandse missie bent geweest dat je ogen open gaan. Daar zie je zaken die hier niet op tv komen. Onze mensen vormen daar ook hun eigen gedacht. Als je aan mij vraagt wat ik van Afghanen vind, zal ik toegeven dat ik daar wantrouwig tegenover sta. Zijn dat slechte mensen? Nee, maar ze leven op een totaal andere manier dan wij. Het is daar bij hen oog om oog, tand om tand. Ik heb dat meegemaakt.’
‘Als je aan mij vraagt of die mensen een aanwinst zijn voor onze maatschappij is het antwoord duidelijk: niet echt. En dat kan ik eigenlijk nog nuanceren: wanneer je zo een groep opneemt in je maatschappij en die doet door zoals bij hen, dan krijg je geheid problemen. Maar als je er enkelen hebt en die draaien met ons mee, dan kan dat perfect. Ik ken een vluchteling bij Defensie die het geschopt heeft tot onderofficier. Die is hier gekomen op elfjarige leeftijd. Ondanks zijn schoolachterstand heeft die jongen zijn diploma gehaald. Dat op zich is al ongelooflijk straf. En nu maakt hij carrière in ons leger. Een toffe gast, ik heb daar veel appreciatie voor. Ik vind dat een wondermooi verhaal!’
Structurele veranderingen
Wat moet er volgens jullie gebeuren om de zaken op orde te krijgen bij Defensie?
Guido: ‘Goh, ik breek me daar al jaren het hoofd over… Misschien moet men vanuit de politiek maar eens een paar infiltranten binnenloodsen om te observeren waar het in de praktijk fout loopt. Zo kunnen ze dan de nodige info vergaren om structurele veranderingen door te voeren. Geen mensen van wie bekend is dat ze polshoogte komen nemen, hé! Die gaan ze anders te veel manipuleren. Ze mogen ook niet te hoog opgeleid zijn, zodat ze het echte werk aan den lijven kunnen ondervinden.’
‘Ik weet dat dat lelijk klinkt, alsof we verklikkers moeten binnenloodsen. Maar dat is het enige waar ik nog kan opkomen. Ik lig nog steeds wakker van hoe het fout loopt in het leger. Ik pieker me suf over oplossingen, maar ik vind ze niet.’
Michel: ‘Ik denk dat het dringend tijd is dat de politiek en de overheid hun levensverzekering eens op orde stellen. Want dat is wat het leger is: de levensverzekering van de politiek en de democratie. De politie maakt overigens ook deel uit van die levensverzekering. Die wordt ook al jaren stiefmoederlijk behandeld.’
‘Heel veel militairen hebben een degout gekregen van politici en alles wat met de overheid te maken heeft. Dat is al járen bezig en wordt steeds erger, omdat iedereen zich extreem in de steek gelaten voelt. Wij geven alles wat we hebben, zonder enige vorm van appreciatie terug te krijgen. En we zien dat steeds erger worden. De laatste jaren is er op sommige plaatsen zelfs geen WC-papier meer op bepaalde momenten. Geen budget meer….’
‘Het vertrouwen van het militair personeel in de overheid en de politiek ligt beangstigend laag. Dat zou eigenlijk niet mogen, maar de politici hebben dat zelf gecreëerd. En ze hebben allemaal boter op het hoofd.’