De Ministers Robbert Dijkgraaf (D66) en Karien van Gennip (CDA) schrijven aan de Tweede Kamer dat voormalig politica Mariëtte Hamer (PvdA) voor de komende drie jaar wordt benoemd als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De ‘Metoo’ affaires maken opmars in Nederland.
De benoeming komt vrijwel tegelijk met het bekend worden van mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag van een partijgenoot van Hamer; het inmiddels opgestapte PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk. Volgens een verklaring van de PvdA zou het ongewenst gedrag betreffen in de privésfeer. “Naar deze klachten zal onafhankelijk, extern onderzoek worden gedaan. Vanwege deze meldingen heeft Gijs van Dijk besloten terug te treden als Kamerlid en zijn zetel ter beschikking te stellen”. De kwestie speelt echter al sinds 2019, toen er al een klacht tegen Van Dijk werd ingediend. Het ziet ernaar uit dat het gedrag van Van Dijk zich bepaald niet beperkte tot de privésfeer: een vrouw had als voorzitter van de meedenkgroep Armoede binnen de PvdA regelmatig contact met het Kamerlid. Zij beschuldigde hem van handtastelijkheden, die plaatsvonden ondanks dat ze duidelijk had gemaakt daar niet van gediend te zijn. “Ik zei: Gijs laat me los. Maar het duurde daarna nog lang. Hij liet me pas los toen zijn medewerker binnenkwam. Ik heb een week lang een blauwe borst gehad”. De klacht van deze vrouw werd onderzocht en al snel ongegrond verklaard. Daar was ze zo boos over dat ze haar relaas op Facebook zette. Onder druk van een advocaat die de PvdA op haar af stuurde, verwijderde ze de post. De partij besloot daarnaast haar te royeren als lid. De vrouw protesteerde, waarop de interne klachtencommissie van de PvdA toezegde de zaak te gaan onderzoeken, maar daar is nog steeds geen uitslag van. Meerdere vrouwen hebben zich inmiddels beklaagd over Van Dijk.
Hamer moet nu ‘de cultuur van genderstereotypering en machtsmisbruik die leidt tot seksueel grensoverschrijdend gedrag doorbreken’, volgens de Ministers. Het is ronduit merkwaardig dat een partij, die zelf net in opspraak is geraakt over precies dezelfde misstanden, nu ook de onderzoeker levert. Dat levert het ernstige vermoeden op van een voornemen om deze misstanden op een bevallige manier terzijde te schuiven. Meer in het bijzonder binnen tenminste de politiek, die ervan doorspekt is. Een soort van WC-Eend-onderzoek dus.
Mannen of vrouwen die zich niet weten te gedragen, hebben in het bijzonder in de politiek niets te zoeken. Toch moet het verschillende mensen die beelden van debatten bekijken, opvallen dat de dames zich niet zelden kleden op een manier die een totaal ander beroep doen vermoeden dan die van politica. Dat wil overigens niet zeggen dat de mannelijke collega’s zich daardoor moeten laten verleiden tot dergelijke reacties. Kleding heeft niet de functie om de seksuele voorraden te presenteren, maar – in de Kamer in het bijzonder – om een zeker statuur te presenteren. Dames die zich kennelijk niet weten te kleden, anders dan af te dalen tot het niveau van een weinig getalenteerd prostituee, zouden een wijs man juist moeten inspireren zich uit de voeten te maken.
Laat het presidium eerst maar weer eens de kledingvoorschriften uit de kast halen voor zowel mannen als vrouwen. Dat hoeft niet te leiden tot Arabische klederdrachten van voor het begin van de jaartelling, zoals een aantal slordig gedrapeerde lappen die nu bij GroenLinks en D66 in opkomst zijn. Het kunnen kiezen voor ordentelijke kleding is een eerste vereiste om de functie van Volksvertegenwoordiger goed te kunnen vervullen. Wie zelfs dat niet kan heeft daar niets te zoeken.