De pandemie heeft een aardverschuiving veroorzaakt in het wereldwijde kapitalisme. Het is een enorme uitdaging voor wie een postkapitalistische wereld wil opbouwen.
Het coronavirus heeft een stortvloed van reflecties en analyses losgemaakt met als gemene deler: ze hopen de contouren te schetsen van onze samenleving en economie eens de ziekte onder controle is. Redenen genoeg trouwens om hierover te speculeren. Hopelijk doen we dat goed geïnformeerd en gecontroleerd, want van één ding mogen we alvast zeker zijn: het eerste slachtoffer van deze pandemie was de neoliberale versie van het kapitalisme. Ik zeg wel degelijk “versie”, omdat ik sterk betwijfel dat het virus in een keer miraculeus komaf zal maken met zowel het neoliberalisme als met de onderliggende structuur; het kapitalisme als productiewijze en als internationaal systeem. Het neoliberale tijdperk is weliswaar nog niet begraven, maar herrijzen kan het onmogelijk. Maar wat gebeurt er met het kapitalisme? Daar gaat deze column over.
Een tijdelijke oplossing
Ik heb veel sympathie voor het werk en de persoon van Slavoj Žižek, maar daarom ben ik het nog niet met hem eens als hij stelt dat de pandemie “een Kill Bill-klap voor het kapitalistische systeem” was. Volgens die film zou het dan na vijf seconden dood moeten neervallen. Dat is niet gebeurd en het zal ook niet gebeuren. Zoals Lenin meer dan eens herhaalde, zal het kapitalisme immers niet vallen als er geen sociale en politieke krachten zijn om het te doen vallen. Het kapitalisme overleefde de zogenaamde “Spaanse griep”, waarvan we nu weten dat hij in maart 1918 in Kansas op de militaire basis Fort Riley de kop opstak, om zich vervolgens ongecontroleerd te verspreiden via de Amerikaanse troepen die in de Eerste Wereldoorlog ten strijde trokken.
Het aantal geschatte overlijdens ten gevolge van de Spaanse griep loopt op van 20 tot 50 en zelfs 100 miljoen. Je moet geen in de wol geverfde statisticus zijn om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze schattingen, die desalniettemin gretig worden verspreid door talrijke organisaties, waaronder National Geographic Magazine. Het kapitalisme overleefde ook de enorme, wereldwijde ineenstorting als gevolg van de Grote Depressie en toonde een ongewone veerkracht om crisissen te verwerken en er zelfs sterker uit te voorschijn te komen. Hadden de klassiekers van het marxisme hiervoor al niet gewaarschuwd? De sociale en politieke krachten waarop de Russische revolutionairen hebben gewezen zijn op dit moment noch in de Verenigde Staten, noch in de Europese landen aanwezig. Als men denkt dat in deze omstandigheden de langverwachte ondergang van een immoreel, onrechtvaardig en roofzuchtig systeem — de doodsvijand van de mensheid en de natuur — kan plaatsvinden, is dat meer luidop dromen dan het product van een concrete analyse.
Het kapitalisme zal niet vallen als er geen sociale en politieke krachten zijn om het te doen vallen.
Žižek heeft er vertrouwen in dat de mensheid als gevolg van deze crisis de keuze krijgt haar toevlucht te nemen tot “een of andere vorm van heruitgevonden communisme” om zichzelf te redden. Het is zonder twijfel mogelijk en wenselijk. Maar, zoals bijna alles in het sociale leven, zal het afhangen van het resultaat van de klassenstrijd. Om het opnieuw met Lenin te zeggen komt het er concreet op aan of “degenen die onderaan de ladder staan niet willen blijven leven zoals voorheen, en diegenen die bovenaan staan het niet kunnen” — iets wat we op dit moment niet weten. We bevinden ons op een tweesprong, en het resultaat zou wel eens barbarij kunnen zijn, zoals Žižek het scherp uitdrukt. Met andere woorden, een herbevestiging van de almacht van het kapitaal door terug te grijpen naar de meest brutale vormen van economische uitbuiting, politieke staatsdwang en manipulatie van geesten en harten door middel van de tot nu toe onaantastbare dictatuur van de media. “Barbarij,” zei István Mészarós met een dosis bittere ironie, “als we geluk hebben.”
Maar waarom zouden we geen tussenoplossing bedenken? Niet de zo gevreesde “barbarij” (waarvan we in de bestaande kapitalistische landen al langer een steeds hogere dosis krijgen toegediend), noch de al even verhoopte optie van een “heruitgevonden communisme”? Waarom niet geloven dat een overgang naar het postkapitalisme onvermijdelijk “ongelijkmatig” zal zijn, met ingrijpende ontwikkelingen op sommige vlakken (zoals bijvoorbeeld de de-financialisering van de economie en de de-commercialisering van de gezondheidszorg en de sociale zekerheid) terwijl andere veranderingen eerder schoorvoetend plaats zouden vinden wegens een heftigere weerstand van de heersende klasse, zoals de strenge controle over het mondiale casinokapitalisme, de nationalisering van de farma-industrie (zodat geneesmiddelen niet langer een grondstof zijn die met winstoogmerk wordt geproduceerd), de strategische industrieën en de media, om nog maar te zwijgen van de zogenaamde “natuurlijke hulpbronnen” — in feite gemeenschappelijke goederen — die opnieuw in openbare handen komen? Waarom niet denken aan “die vele socialismen” waarover de grote Engelse marxist Raymond Williams het profetisch had in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw?
De Zuid-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han gooit zich in de strijd om het “heruitgevonden communisme” van de Sloveen te weerleggen. Hij durft zelfs te beweren dat “het kapitalisme zich na de pandemie met meer kracht zal verderzetten”. Een nogal onbezonnen bewering, want als er zich iets aftekent aan de horizon, dan is dat wel de wijdverbreide roep van een hele samenleving voor een veel actiever overheidsingrijpen, om de verstorende gevolgen van de markt op basisvoorzieningen in de gezondheidszorg, huisvesting, sociale zekerheid, transport, en zo verder onder controle te brengen en een einde te maken aan de schandelijke hyperconcentratie van de helft van alle rijkdom van de planeet in de handen van de rijkste 1 procent van de wereldbevolking. Die post-pandemische wereld zal veel meer “staat” en veel minder “markt” bevatten. Bewustgemaakt en gepolitiseerd door de ziekte waaraan ze onderworpen waren, zullen haar bewoners bereid zijn te zoeken naar solidaire, collectieve en zelfs “socialistische” oplossingen, zelfs in landen als de Verenigde Staten, aldus Judith Butler: de individualistische uitspattingen van veertig jaar neoliberalisme, die dwongen tot de huidige tragische situatie, worden verworpen. Bovendien zal in deze wereld het internationale systeem definitief een andere vorm aangenomen hebben, onder een nieuwe dominante triade of drie-eenheid, hoewel het specifieke gewicht van elk van zijn actoren niet hetzelfde is als voorheen.
De Verenigde Staten in verval
Samir Amin sprak aan het eind van de vorige eeuw terecht over de triade die gevormd werd door de Verenigde Staten, Europa en Japan. Welnu, die wordt nu gevormd door Verenigde Staten, China en Rusland. En in tegenstelling tot de vorige tripolaire orde, waarin Europa en Japan junior partners waren (om niet te zeggen pionnen of lakeien, wat een beetje minachtend klinkt maar wel de benaming is die ze verdienen) van Washington, heeft Washington nu te maken met de geduchte economische macht van China. Dit land is vandaag de dag ongetwijfeld de locomotief van de wereldeconomie die de Verenigde Staten op de tweede plaats zet en die bovendien het voortouw heeft genomen op het gebied van 5G-technologie en artificiële intelligentie.
Daarbij komt nog de niet minder bedreigende aanwezigheid van een Rusland dat terug op het voorplan treedt van de wereldpolitiek. Het is rijk aan olie, energie en water, het is eigenaar van een immens gebied (bijna twee keer zo groot als de Verenigde Staten) en een krachtig industrieel complex dat geavanceerde militaire technologie heeft geproduceerd die in sommige cruciale sectoren superieur is aan die van de Verenigde Staten. Zo vult Rusland met zijn kracht op het militaire vlak datgene aan wat China op het economische front te bieden heeft. In deze onverzoenlijke internationale arena lijkt het me dan ook moeilijk dat het kapitalisme opnieuw aan kracht gaat winnen, zoals Han beweert. Het kapitalisme had zijn zwaartekracht en wereldwijde marktpenetratie die het wist te behouden te danken aan wat Samuel P. Huntington een “eenzame sheriff” noemt, die de wereldkapitalistische orde met zijn onbetwistbare economische, militaire, politieke en ideologische leiderschap in stand hield. Vandaag de dag is de economie in handen van China. De enorme militaire uitgaven van de Verenigde Staten kunnen niets beginnen tegen een klein land als Noord-Korea en al evenmin een oorlog winnen tegen een van de armste landen op de planeet, zoals Afghanistan.
Waarom zouden we geen tussenoplossing bedenken? Niet de zo gevreesde “barbarij”, noch een “heruitgevonden communisme” ?
Het politiek overwicht van Washington kan zich enkel beroepen op enkele speldenprikken in haar “achtertuin” — Latijns-Amerika en het Caribisch gebied — maar ook hier staan sociale omwentelingen op til. En het internationale prestige van de VS is sterk verzwakt: China was in staat de pandemie onder controle te houden, zij niet. China, Rusland en Cuba helpen bij de bestrijding ervan in Europa. Cuba in het bijzonder, een toonbeeld van solidariteit in onze wereld, stuurt artsen en medicijnen naar de vijf continenten. Maar het enige wat opkomt bij degenen die zich in het Witte Huis bewegen, is het sturen van 30.000 soldaten voor een militaire oefening met de NAVO en het verscherpen van de sancties tegen Cuba, Venezuela en Iran, een duidelijke oorlogsmisdaad. Hun vroegere hegemonie behoort nu tot het verleden. In de wandelgangen van de Amerikaanse overheidsinstellingen heeft men het vandaag niet over het feit of het land al dan niet in verval is, maar over de helling en de snelheid van dat verval. En de pandemie versnelt dit proces met het uur.
De Zuid-Koreaan Han daarentegen heeft gelijk als hij zegt dat “geen enkel virus in staat is om een revolutie te ontketenen”. Onnodig eraan toe te voegen dat “we de revolutie niet in de handen van het virus kunnen laten.” Natuurlijk niet! Wat leert de geschiedenis ons? De Russische Revolutie brak uit vóór de Spaanse grieppandemie en de overwinning van de revoluties in China, Vietnam en Cuba werd niet voorafgegaan door een pandemie. Een revolutie wordt gemaakt door de onderdrukte klassen wanneer zij zich bewust worden van de uitbuiting en onderdrukking waaraan zij worden blootgesteld. Wanneer zij ook maar even zien dat een postkapitalistische wereld, verre van een onbereikbare droom, mogelijk is. Wanneer zij er ten slotte in slagen zich op nationale en internationale schaal te organiseren om te strijden tegen een “imperialistische bourgeoisie”, die voorheen de belangen van de kapitalisten in de ontwikkelde landen gezamenlijk coördineerde. Vandaag de dag is dankzij Donald Trump die ijzeren eenheid aan de top van het imperialistisch systeem onherstelbaar verbroken en zijn de grote spelers aan de top in strijd met elkaar. En ondertussen gaan China en Rusland geduldig en rustig door met het opbouwen van de bondgenootschappen die een nieuwe wereldorde in stand zullen houden.
De enige weg is vooruit
Nog een laatste gedachte. Ik denk dat we de buitengewone ernst van de economische gevolgen van deze pandemie moeten vatten, die een terugkeer naar het verleden onmogelijk maakt. De verschillende regeringen in de wereld zijn gedwongen om een wreed dilemma onder ogen te zien: of de gezondheid van de bevolking of de kracht van de economie. Donald Trump (en andere leiders zoals Angela Merkel en Boris Johnson) verklaarde onlangs dat hij een strategie waarbij een groot deel van de bevolking in quarantaine wordt geplaatst om de besmetting in te dammen niet zal volgen, omdat dit de economie zou verzwakken. Deze verklaringen onderstrepen de fundamentele tegenstrijdigheid van het kapitalisme. Want, vergeten we niet, als de bevolking niet aan het werk gaat, wordt er geen waarde voortgebracht en dan is er geen sprake van winst of realisatie van meerwaarde. Het virus springt van de mensen naar de economie, en dit maakt de kapitalistische regeringen erg bang. Ze zijn erg terughoudend om een quarantaine op te leggen of te handhaven omdat het bedrijfsleven vereist dat mensen de straat op gaan voor hun job, goed wetende dat het hun gezondheid in gevaar brengt.
De pandemie en haar gevolgen bieden een onverwachte kans die we niet mogen missen.
Volgens Mike Davis heeft in de Verenigde Staten 45 procent van de beroepsbevolking “geen toegang tot betaald ziekteverlof en wordt ze vrijwel gedwongen om ofwel te gaan werken en het virus te verspreiden ofwel met een lege maag rond te lopen. De situatie is onhoudbaar: voor het kapitaal omdat het zijn arbeidskrachten moet uitbuiten en het niet kan verkroppen dat ze thuis te blijven; voor de werknemers, omdat zij, als ze gaan werken, ofwel besmet geraken of anderen besmetten, en als ze thuis blijven, geen geld hebben om in hun meest elementaire behoeften te voorzien. Deze kritieke tweespalt verklaart de groeiende strijdlust van Trump tegen Cuba, Venezuela en Iran en zijn vastberadenheid om de oorsprong van de pandemie aan de Chinezen toe te schrijven. Hij moet een rookgordijn creëren om de ernstige gevolgen te verdoezelen van vele decennia onderfinanciering van het openbare gezondheidsstelsel en van zijn medeplichtigheid aan de structurele zwendel van de privé-geneeskunde en de farmaceutische industrie van zijn land. Of om de oorzaak van de economische recessie te wijten aan degenen die mensen adviseren om thuis te blijven.
Ongeacht de vraag of de uitweg uit deze crisis een “vernieuwd communisme” zal zijn — zoals Žižek wil — of een hybride experiment wordt maar dat duidelijk in de richting van het postkapitalisme wijst, heeft deze pandemie een aardverschuiving teweeg gebracht en zal niets ooit nog zoals vroeger zijn. Auteurs als Mike Davis, David Harvey, Iñaki Gil de San Vicente, Juanlu González, Vicenç Navarro, Alain Badiou, Fernando Buen Abad, Pablo Guadarrama, Rocco Carbone, Ernesto López, Wim Dierckxsens en Walter Formento hebben dit uiteengezet in verschillende artikels die op internet circuleren. Bovendien wil niemand dat de wereld terugkeert naar hoe hij vroeger was, behalve de handvol magnaten die rijk werden van de wilde plunderingen die in het neoliberale tijdperk plaatsvonden. Dit is een enorme uitdaging voor wie een postkapitalistische wereld wil opbouwen, want de pandemie en haar verwoestende gevolgen bieden zonder twijfel een unieke, onverwachte kans die we niet mogen missen. Daarom is het devies voor alle antikapitalistische krachten op de planeet: het bewustzijn verhogen, organiseren en strijd voeren; strijd voeren tot het einde, zoals Fidel het wilde toen hij in februari 2012 op de Internationale Boekenbeurs van Havana, in een gedenkwaardige ontmoeting met intellectuelen, afscheid van ons nam. Hij zei toen: “Als men je zegt dat binnenkort de wereld vergaat en deze denkende soort vergaat, wat ga je doen, beginnen huilen? Ik meen dat we moeten vechten, dat hebben we altijd gedaan”. Aan het werk!