Dankzij de steun van Pakistan en de door het Westen gepropageerde corruptie staat Afghanistan weer onder controle van de Taliban. We maken de balans op van een catastrofale bezetting.
Het was de Amerikaanse bevolking nog zo beloofd: de inspanningen van de VS en de coalitie in Afghanistan zouden vrede brengen in een land van oorlog, en democratie in een land van terroristen, theocraten en krijgsheren. En nu, na 2.448 sterfgevallen van Amerikaanse militairen en uitgaven van dat land van meer dan $ 2 biljoen, controleert de Taliban Afghanistan en is de waarnemend Amerikaanse ambassadeur de ambassade van $ 770 miljoen in Kabul ontvlucht (die de Taliban nu bezit). Het Afghaanse presidentiële paleis is van hen. Daarnaast krijgen ze ook kadootjes van het Westen: zo geeft de Duitse Bundesregierung de Taliban 100 miljoen euro “humanitaire hulp”.
De toenmalige president George W. Bush en zijn regering beloofde nog zo dat de bevordering van democratie – zelfs door middel van militair geweld – “een keerpunt zou zijn in de wereldwijde democratische revolutie”. Dat de Verenigde Staten, door de “groei van democratische bewegingen en instellingen in elke natie en cultuur” te ondersteunen, een einde zouden kunnen maken aan “tirannie in onze wereld”. Hij zei dat “de opmars van vrijheid tot vrede zal leiden”, dat het multi-generatieproject in Afghanistan essentieel was “voor onze eigen veiligheid”.
Door neoconservatieven werd het Amerikaanse volk beloofd dat democratie over de hele wereld het toppunt zou zijn van de sociale evolutie van de mens en dat dit proces zou kunnen worden versneld “met de juiste toepassing van macht en wil”. Tenslotte hadden in de VS de generaals en de nationale veiligheidsbureaucratie beloofd dat er vooruitgang werd geboekt in Afghanistan. Dat de Afghaanse regering een stabiele en moedige partner was.
Ze logen allemaal.
In werkelijkheid werkten de neoconservatieven in de dwaze veronderstelling dat het exporteren van democratie een slechte wereld goed zal maken. De Afghaanse regering heeft de Amerikanen opgelicht. Politici hebben hun burgers bedrogen over waar westerse zonen en dochters hun levens voor hebben gegeven. En de generaals deden bewust valse verklaringen over de status van de oorlog in Afghanistan, een openbaring aan het publiek na de geweldige berichtgeving over The Afghanistan Papers door de Washington Post.
De hoogtepunten:
– Terwijl Amerikaanse generaals zeiden dat ze gestage vooruitgang boekten met het trainen van het Afghaanse leger en de nationale politie, beschreven Amerikaanse militaire trainers de Afghaanse veiligheidstroepen als incompetent, ongemotiveerd en vol met deserteurs.
– Elk feit werd aangepast om het best mogelijke beeld te geven.
– Zorgen over de corruptie van de Afghaanse regering waren onwelkom. Er waren een aantal foutieve aannames in de strategie: Afghanistan is van de ene op de andere dag klaar voor democratie, de bevolking zal de regering op korte termijn steunen, meer van alles is beter.
– In Afghanistan was het beleid om een sterke centrale regering te creëren, wat idioot was omdat Afghanistan geen geschiedenis heeft van een sterke centrale regering. Het tijdsbestek voor het creëren van een sterke centrale overheid is 100 jaar, wat bij lange na niet gehaald is.
– Het grootste project van de VS in Afghanistan was waarschijnlijk de ontwikkeling van massale corruptie.
– Volgens uitgelekte documenten liep de kleinschalige corruptie van de Afghaanse regering door “naar de top”. Zoals een voormalige regeringsfunctionaris het uitdrukte, “wilden de Afghaanse politie en soldaten hun leven niet op het spel zetten voor een regering die corrupt was en geneigd was hen te verwaarlozen.” Dat is meteen het antwoord op de vraag waarom het Afghaanse leger niet heeft gevochten en de opmars van de Taliban gestopt. De vraag zou eigenlijk moeten zijn: waarom zou een soldaat zijn leven riskeren voor een even corrupte als incompetente regering voor een maandsalaris van 50 tot 60 euro? De Taliban zijn geen buitenaardse wezens die uit de hemel zijn gevallen, ze zijn diep geworteld bij de Pashtuns, de grootste etnische groep in Afghanistan. Ze rekruteren een groot deel van hun strijders via de madrasa’s, de koranscholen. Pakistan en Saoedi-Arabië zijn de belangrijkste financiers.
De voorzitter van de Joint Chiefs of Staff, generaal Mark Milley, heeft bovenstaande punten van de Washington Post van zich af geschud. Om het in de juiste context te zien: dit is dezelfde generaal die op 21 juli 2021 beloofde dat “de Afghaanse veiligheidstroepen de capaciteit hebben om voldoende te vechten en hun land te verdedigen.”
Deze leugens waren ontegenzeggelijk politiek gemotiveerd. Maar de bedoeling was ook zelfbehoud, opborrelend vanuit de behoefte om hun eigen mislukkingen te verbergen, zodat ze konden ontsnappen aan verantwoordelijkheid. Betrokkenen wisten dat de waarheid over de corruptie en het gebrek aan vooruitgang publieke verontwaardiging zou veroorzaken en zou leiden tot het eisen tot terugtrekking. Door de misleiding ontzegden ze het Amerikaanse volk, via (of van) hun gekozen vertegenwoordigers, hun politieke recht om een weloverwogen beslissing te nemen over het al dan niet voortzetten van de oorlog in Afghanistan.
Dat gezegd hebbende, kun je dan stellen dat zij medeplichtig zijn aan de dood van westerse troepen? En hoewel er misschien geen rechtsmiddelen zijn voor dergelijk bedrog en de gevolgen ervan (hoe goed dat dat de uitverkorenen en de aangewezenen ook uitkomt), vragen wij ons af: wat is de rechtvaardige en verdiende straf voor dit handelen?
Iets meer dan een maand geleden verzekerde de Amerikaanse president Joe Biden het publiek dat het “hoogst onwaarschijnlijk” was dat de Taliban de macht in Kabul zouden overnemen als de troepen zich uit Afghanistan hadden teruggetrokken. Maar de afgelopen dagen heeft de wereld de Taliban de controle over de ene provincie na de andere zien overnemen. Zondag vluchtte de Afghaanse president Ashraf Ghani halsoverkop uitKabul naar Tadzjikistan net voordat de Taliban het presidentiële paleis binnenvielen. Ze verklaarden de overwinning op het door het Westen gesteunde regime en hun voornemen om een islamitisch emiraat Afghanistan uit te roepen.
Iedereen beweert nu dat de snelle val van Kaboel niet te verwachten was. Grote onzin: de oorlog was niet pas nu op die ingeslagen weg, maar zij was in principe al verloren in 2005, dus 4 jaar na het begin van de interventie.
Talloze mensen verdrongen zich bij de banken, luchthavens of hun voertuigen in de wanhopige hoop zich te kunnen voegen bij de miljoenen Afghaanse vluchtelingen die het land hebben moeten verlaten in de afgelopen vier decennia van constant conflict. Ook het aantal binnenlandse ontheemden neemt toe, omdat in het hele land het risico bestaat om familieleden, huizen, scholen en banen te verliezen door Taliban-strijders of gebombardeerd te worden door Amerikaanse troepen.
De Taliban gebruiken momenteel sociale media en internettechnologie niet alleen voor propagandadoeleinden en hun eigen communicatie, maar ook om tegenstanders van het Taliban-regime op te sporen. Voor dit doel worden video’s en foto’s die momenteel op internet beschikbaar zijn, geëvalueerd. Dit resulteert in zoekoproepen die via Telegram en Whatsapp naar hun eigen vechters worden gestuurd. Ook de bemanningen bij de checkpoints rond de luchthaven in Kaboel worden voorzien van actuele informatie over de burgers in het land.
De meer dan 300.000 soldaten van het Afghaanse leger, getraind en bewapend door het Westen, boden weinig weerstand. In plaats daarvan hebben ze de Taliban grotendeels geholpen bij het innemen van overheidsgebouwen en het vrijlaten van duizenden gevangenen. Na twintig jaar bezetting hebben de VS en hun bondgenoten Afghanistan officieel aan hun lot overgelaten. Dit is geen overwinning voor de anti-oorlogsbeweging, maar een beschamende getuigenis van hoe weinig mensen in het Westen zich zorgen maken over de rampzalige gevolgen van hun eigen acties.
Als reactie op de tragische gebeurtenis met het World Trade Center in New York kondigde de Amerikaanse regering onder George W. Bush in 2001 de invasie van Afghanistan aan. De verklaarde doelen van deze oorlog waren de eliminatie van al-Qaeda, de garantie van de rechten van vrouwen en minderheden en de oprichting van een democratische republiek. Ook zou gestreden worden tegen de opiumhandel. Op de grafiek is te zien wat daarvan terechtgekomen is.
De ijzervreters rond Bush hadden graag éérst Irak aangevallen. Het was minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell die, om redenen van dramaturgie, aanbeveelde eerst de Taliban omver te werpen, en daarna Saddam Hoessein. Dit is wat er gebeurde ondanks het feit dat 15 van de 19 aanvallers van 9/11 uit Saoedi-Arabië kwamen. Het bombarderen van de naaste bondgenoot leek echter absurd. Dus de Taliban, die Osama bin Laden onderdak hadden gegeven, waren het doelwit. De interventies in Afghanistan hadden niets te maken met vrijheid, democratie en mensenrechten, argumenten die altijd worden gebruikt om door het Westen gevoerde oorlogen in de islamitische wereld te rechtvaardigen.
Toen de VS hun militaire macht over Afghanistan uitbreidden, trokken de Taliban zich snel terug uit de belangrijkste steden zodat de Noordelijke Alliantie – bestaande uit voormalige anticommunistische moedjahedien – de macht kon grijpen. Buurland Pakistan – de belangrijkste bondgenoot van de Taliban – was gedwongen een gênante politieke ommezwaai te maken en de Amerikaanse oorlogsinspanningen te steunen.
Toen in Kaboel een nieuwe regering onder leiding van Hamid Karzai werd geïnstalleerd, waren zowel de westerse media als de politieke besluitvormers euforisch over de snelle overwinning en het vooruitzicht van een meer liberale politieke orde in de regio.
Maar slechts een paar maanden later was de Amerikaanse regering al begonnen een oorlog tegen Irak te rechtvaardigen. De dreiging van het regime van Saddam Hoessein werd overdreven om een ”preventieve aanval” op het land te rechtvaardigen – een demonstratie van het vertrouwen van de VS in het exporteren van “vrijheid” over de hele wereld. In dit verhaal wordt naast de wederopbouw van Europa en Japan na de Tweede Wereldoorlog en de Golfoorlog van 1991 ook de oorlog in Afghanistan als voorbeeld van succes genoemd. Maar onder de oppervlakte kookte de hele regio.
De nieuwe Afghaanse regering bleek een onhandig samengestelde coalitie van krijgsheren, geëmigreerde elites en technocraten uit verschillende delen van de wereld. In 2003 haalde vrouwenrechtenactiviste Malalai Joya de krantenkoppen toen ze de nieuwe heersers van het land publiekelijk uitdaagde en hen beschuldigde van “misdaden tegen het Afghaanse volk” in een loja jirga (een grote vergadering van oudsten). In 2005 werd ze gekozen in het parlement als vertegenwoordiger van de provincie Farah en gebruikte zij haar platform om de aandacht te vestigen op de corruptie en het geweld dat NAVO-troepen hebben gepromoot. Helaas worden kritische stemmen als Malalai Joya genegeerd in discussies over de toekomst van het land. Ze pasten niet in het uitbundige verhaal van de “goede oorlog”.
Maar ook de corrupte machinaties van de Afghaanse elites, die weer aan de macht waren, kwamen steeds vaker ter sprake in de internationale media. In 2012 stond Afghanistan op de laatste plaats in de Corruption Perceptions Index van Transparency International. President Karzai en zijn familie zijn beschuldigd van betrokkenheid bij duistere transacties met internationale organisaties. Iran ‘gaf’ hem onder meer geld in 2010 voor de renovatie van het presidentiële paleis. Zijn broer Mahmud Karzai was ook betrokken bij verschillende corruptieschandalen – hij leidde bijvoorbeeld een piramidespel bij Kabul Bank, wat leidde tot het spectaculaire faillissement in 2011. In andere delen van Afghanistan waren berichten over chantage en drugshandel door krijgsheren aan de orde van de dag, terwijl internationale hulp nauwelijks bij de armen van het land terechtkwam.
De grootschalige corruptie was echter geen puur Afghaans probleem, maar onderdeel van het concept dat door de bezettende machten werd ontwikkeld. Een rapport van de New York Times uit 2013 onthulde hoe de CIA de regering Karzai omkocht om haar kortetermijndoelen te verwezenlijken. Het rapport onthulde dat de bezettingstroepen corrupte praktijken promootten in plaats van ze te bestrijden. De Amerikaanse regering onder Barack Obama zweeg over deze explosieve beschuldigingen en toonde daarmee haar minachting voor de economische wederopbouw in Afghanistan. In 2014 beschuldigde Karzai zelf de VS van het bevorderen van corruptie in zijn land, waarbij hij beweerde dat het merendeel van de transacties in kwestie gebaseerd waren op formele contracten, voornamelijk uitgegeven door Amerikaanse functionarissen.
De geloofwaardigheid van de Afghaanse Republiek nam verder af toen de presidentsverkiezingen van 2014 en 2019 gepaard gingen met beschuldigingen van wijdverbreide verkiezingsfraude. Hoewel het mogelijk was een coalitieregering in elkaar te flansen met de in de VS opgeleide politicoloog Ashraf Ghani als president, legden de toenemende spanningen tussen de verschillende facties de staat lam. Het smeulende ongenoegen werd de voedingsbodem voor de Taliban, die op hun moment wachtten en ondertussen bases oprichtten in het achterland van Afghanistan. Het is bijzonder beschamend dat Pakistan de Taliban heimelijk steunde terwijl het land werd gezien als een belangrijke bondgenoot in de “oorlog tegen het terrorisme”.
Dit dubbelspel kwam voort uit de weigering van de Pakistaanse Deep State om zijn materiële en ideologische banden met de Taliban te verbreken, ook al steunde het land officieel de NAVO-coalitie. De Pakistaanse regering wisselde in 2001 van partij onder de militaire dictatuur van generaal Pervez Musharraf omdat ze financiële steun nodig had om haar door schulden geteisterde economie te ondersteunen. Zelfs vandaag de dag neemt Pakistan geen coherente houding aan tegenover de Taliban – de lokale media blijven hun gruweldaden in Afghanistan toejuichen. Het Taliban-leiderschap kon niet alleen opereren vanuit de West-Pakistaanse stad Quetta, ze wisten ook steun te krijgen van delen van de Deep State in Pakistan. Dit had ernstige gevolgen voor het land: in de loop der jaren zijn 70.000 Pakistaanse burgers omgekomen als gevolg van het geweld van de Taliban.
Eén van de ergste incidenten was het bloedbad in 2014 op de Army Public School (APS) in de Pakistaanse stad Peshawar, waarbij terroristen 144 schoolkinderen doodschoten. Het incident schokte het publiek en maakte de bevolking vastbesloten om de Taliban in hun land te bestrijden. Maar zelfs toen werd het onderscheid gehandhaafd tussen de “goede Taliban” (die soortgelijke wreedheden begaan in Afghanistan) en de “slechte Taliban” (die zich richten op Pakistan).
In een interview met Al-Jazeera werd het voormalige hoofd van de Pakistaanse geheime dienst ISI, generaal Asad Durrani, gevraagd naar de gevolgen van het Pakistaanse beleid ten aanzien van de Taliban, in het bijzonder het afschuwelijke bloedbad van de APS. Durrani deed dit echter af als “collateral damage”, omdat uit strategische overwegingen “moraliteit op de achtergrond raakt”. Het cynisme dat de relatie van Pakistan met zijn bondgenoten in de regio bepaalt, had niet duidelijker kunnen worden uitgedrukt.
De terugtrekking van de VS en haar bondgenoten uit Afghanistan kan alleen maar worden omschreven als een laf vertrek. In 2020 nodigde de Amerikaanse regering van Donald Trump, buiten de Afghaanse staat om, de Taliban uit voor een onderhandelingsronde in de Qatarese hoofdstad Doha – een stap die de terroristische groepering een ongekend niveau van legitimiteit gaf.
Als onderdeel van het in Doha ondertekende vredesakkoord gaven de VS de Afghaanse regering de opdracht om 5.000 gevangengenomen Taliban-soldaten vrij te laten, van wie velen kort daarna naar het front terugkeerden. De man die de Taliban vertegenwoordigde in de Doha-onderhandelingen was Mullah Baradar, een mede-oprichter van de Taliban, die eerder in een Pakistaanse gevangenis had gezeten. Hij werd in 2018 op verzoek van de VS vrijgelaten om de Taliban “vredespartners” te maken. Baradar wordt nu beschouwd als het meest waarschijnlijke hoofd van een door de Taliban geleide regering in Afghanistan. Bovendien besloten de VS om hun troepen abrupt terug te trekken, wat eind juli 2021 in werking zouden moeten treden, terwijl de aangemoedigde Taliban inmiddels provinciale hoofdsteden in heel Afghanistan aanviel.
Ondanks de instabiliteit van de Afghaanse regering hebben vrouwen en minderheden een aantal lokale initiatieven gelanceerd om hun positie in het openbare leven te consolideren. De “hervormde Taliban” maakten deze verworvenheden echter snel ongedaan na de verovering van de respectievelijke provincies. De etnische groepering Hazara maakt melding van gedwongen huwelijken van jonge vrouwen met Taliban-commandanten. Er zijn talloze berichten over buitengerechtelijke executies van soldaten en regeringsfunctionarissen die door de terroristische groepering zijn gevangengenomen. De vlucht van maatschappelijke activisten en journalisten uit Kaboel betekent een diepgaande uittocht van Afghaanse intelligentsia.
De overeenkomst van Doha versterkte de Taliban en veroorzaakte een golf van demoralisatie en loyaliteitsveranderingen binnen de Afghaanse staat. De enige militaire interventie van de VS tijdens de Taliban-aanval op Kaboel was het evacueren van het ambassadepersoneel. Tegelijkertijd renden honderden jongeren naar de luchthavens. Een video die op sociale media circuleert, toont twee mannen die zich vastklampen aan een Amerikaans vliegtuig en kort na het opstijgen uit de lucht vallen – een symbool van de tragische vluchtelingencrisis die zich binnenkort op wereldwijde schaal zal ontvouwen.
De Afghaanse staat diende eerst en vooral de behoeften van de bezettende machten op het gebied van bestrijden van tegenstand, niet de belangen van de bevolking. Dat versnelde de ineenstorting van de veiligheidstroepen na de terugtrekking. Het regime moedigde niet alleen krijgsheren en corruptie aan – de VS gebruikten de regio ook als proeftuin voor wapens en bewakingstechnologie.
AfPak werd de eerste plek van de illegale drone-oorlog, waarbij duizenden burgers in de regio omkwamen en anti-Amerikaans sentiment werd aangewakkerd. Incidenten met burgerslachtoffers, zoals de moord op 51 mensen (waaronder 12 kinderen) bij een reeks bomaanslagen in Herat in 2007, wakkerden de woede van de bevolking tegen de bezettingstroepen aan. Het heimelijke karakter van drone-oorlogsvoering verdiepte ook de bewakings- en geheimhoudingsinfrastructuur die verband houdt met de “oorlog tegen het terrorisme”.
De verdwijning van mensen – en aanvankelijk hun deportatie naar Guantanamo – is een belangrijke methode geworden van de regeringen van Afghanistan en Pakistan in de omgang met dissidenten in hun eigen land. Dit is misschien wel een van de meest verachtelijke erfenissen van de bezetting.
Het fiasco in Afghanistan is de tweede grote Amerikaanse nederlaag sinds de terugtrekking uit Saigon in april 1975. Opnieuw moet de sterkste militaire macht ter wereld zich overgeven aan krijgers die geen hightech wapens hadden, ja, ze kwamen zelfs op sandalen. Niet alleen de VS – ook de NAVO en de opeenvolgende Nederlandse regeringen die al bijna 20 jaar betrokken zijn bij de “oorlog tegen het terrorisme” in Afghanistan (Nederlandse militairen hielpen van 2002 tot 2021 mee in Afghanistan. De officiële rechtvaardiging van Den Haag voor de toezegging bleek “veiligheid”). In die periode zond Defensie zo’n 30.000 militairen naar Afghanistan.
De westerse alliantie heeft de oorlog in Afghanistan verloren. Nederland behoort tot de groep van verliezers. De foto’s van het beschamende, onwaardige vertrek van het overgebleven ambassadepersoneel van de westerse landen zijn zeker weer een bijzonder indrukwekkend stuk van het mozaïek dat past in een beeld dat vertelt over de teloorgang van de westerse invloed.
De westerse alliantie verloor óók de oorlog in Syrië. Voor de meesten grotendeels onopgemerkt, omdat de mainstream media er nauwelijks meer over berichten. Je kunt een niet-verklaarde oorlog ook niet verliezen, was misschien de logica van de berichtgeving. Het militaire deel is nog steeds beslist, ongeacht of het Westen vasthoudt aan zijn doelen. Zijn doel – regimewisseling – probeert het Westen nu te bereiken door middel van sancties die bedoeld zijn om de bevolking rechtstreeks te raken en hongerrellen te veroorzaken. Iedereen die nog gelooft in het verhaal dat het bij Syrië gaat over het bevrijden van het volk van een tiran, moet eens goed kijken naar de middelen die daarvoor worden gebruikt. De sancties zijn direct gericht op de burgerbevolking. Nederland neemt actief deel aan dit wanhopige beleid dat alle ethiek en moraal overstijgt.
De nederlaag is moeilijk te verkroppen voor velen, zowel de politieke klasse van Washington als haar bondgenoten. NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg spreekt van een “tragedie”, de Duitse bondskanselier van een “bitter besef”. Ze verhullen de catastrofe in Afghanistan met de taalkundige beschermende dekmantel dat “niet alles is gegaan zoals we hadden bedoeld”. Het is veelzeggend dat westerse politici zich niet de vraag stellen of het verkeerde plan was uitgekozen en of deze oorlog überhaupt nodig en gerechtvaardigd was.
Blijkbaar wil niemand het hebben over het feit dat de VS en de NAVO deze oorlog nooit afdoende zouden kùnnen rechtvaardigen. Een oorlog verliezen is al erg genoeg. Een zinloze oorlog verliezen is erger. Het starten van een ongerechtvaardigde agressieoorlog is een misdaad. Er zouden veel ongemakkelijke vragen beantwoord moeten worden, en tienduizenden zieke, verminkte (en gedode) Afghaanse kinderen, vrouwen en mannen wachten op de antwoorden.
De verantwoordelijken vrezen deze vragen zoals de duivel het wijwater vreest. Want het antwoord op deze vragen zou ook grotendeels verklaren wat er tegenwoordig in Afghanistan aan de hand is. Als er geen reden was voor deze oorlog, dan waren de NAVO-troepen geen natie-opbouwende democratie-brengers en geen bevrijders van het Afghaanse volk, maar een buitenlandse bezettingsmacht die niets te zoeken had in Afghanistan.
Als een internationale rechtbank de NAVO-oorlog in Afghanistan zou onderzoeken, zou het eerste wat de onderzoekers van het openbaar ministerie zouden opmerken het vreemde feit zijn dat Osama bin Laden, die volgens de VS de hoofdverantwoordelijke en het brein achter de terroristische aanslagen van 9 /11 was, buiten de rechtbank werd geëxecuteerd zonder in staat te zijn commentaar te geven op de beschuldigingen voor enige vorm van autoriteit. President Barak Obama liet de man in mei 2011 vermoorden door een commando-eenheid van de Navy Seals en zijn lichaam werd gedumpt op een geheime locatie op zee. Hierdoor werd de hoofdverdachte, die verantwoordelijk zou zijn voor 20 jaar NAVO-oorlog in Afghanistan, het zwijgen opgelegd. Was Obama bang voor zijn uitspraken? Osama bin Laden was een ideoloog die de moslimwereld opriep om oorlog te voeren tegen de Verenigde Staten, maar hij had na 9/11 herhaaldelijk verklaard dat hij operationeel niets met de terroristische aanslag te maken had.
De snel verslechterende internationale situatie suggereert dat we een nieuwe fase van het imperialisme zijn ingegaan waarin elke aanspraak op ontwikkeling of wederopbouw is opgegeven. Afghanistan, Irak, Syrië, Libië en Jemen zijn voorbeelden van hoe hedendaagse westerse interventies zijn gericht op het creëren van zones van imperialistische controle voor het bereiken van kortetermijndoelen. Zodra deze taken zijn vervuld, bijvoorbeeld dat de rijke grondstoffen zijn geplunderd, wordt het land weer aan zichzelf overgelaten – de belofte dat men de mensen democratie zou brengen en een functionerende staat zou bouwen, blijkt slechts een loze belofte. De schijn van menselijkheid heeft plaatsgemaakt voor een logica van terreur en vernietiging die wordt opgelegd aan “vijandige staten”‘. De Verenigde Staten en hun bondgenoten vormen nu een wereldwijde vernietigingsmacht.
De bestrijding van islamofobie, de toelating van vluchtelingen en de veroordeling van de staatsoorlogsmachine moeten essentiële elementen zijn van een hedendaags anti-imperialistisch beleid. Dit is vandaag dringend nodig, aangezien de VS opnieuw linkse regeringen in Latijns-Amerika (vooral Cuba en Venezuela) bedreigt en tegelijkertijd haar bases in Azië uitbreidt. De heersende klassen zullen doorgaan met het oproepen van vermeende bedreigingen en proberen hun agressieve zorgen te verbergen onder het mom van mensenrechten en democratie. Het zou meer dan tragisch zijn als de mensen van het Westenn opnieuw zouden vallen voor deze tactiek, die onvoorstelbaar leed brengt voor de burgers in de betrokken landen.