Afghanistandebat De woede van de Tweede Kamer over de chaotische evacuaties uit Kabul brengt Kaag in het nauw. En dat heeft mogelijk grote gevolgen voor de formatie.
Wat doet Gert-Jan Segers? Een dag na het felle debat over de chaotische evacuatie uit Afghanistan, woensdag, speelt de fractievoorzitter van de ChristenUnie ineens wéér een hoofdrol in het slepende formatieproces. Zijn fractie van vijf zetels heeft de sleutel in handen voor het politieke oordeel over Sigrid Kaag, en mogelijk dus ook over haar politieke toekomst. Zouden de vijf na hun ingelaste fractieberaad instemmen met de motie van afkeuring tegen het optreden van de leider van D66 als demissionair minister van Buitenlandse Zaken steunen of niet?
Omdat de stemmingen over de moties bij dat Afghanistandebat, dat tot diep in de nacht doorging, tot donderdagavond waren uitgesteld, zweefde het lot van de leider van D66 zeker een half etmaal boven het nieuwe Tweede-Kamergebouw. Even na 15.00 uur werd in de wandelgangen duidelijk dat de door de PvdA ingediende motie van afkeuring tegen Kaag door de ChristenUnie zal worden gesteund, en daarmee over een meerderheid beschikt. GroenLinks had meteen al woensdag steun toegezegd voor de motie. Pijnlijk voor Kaag, want juist de PvdA en GroenLinks waren haar gedroomde partners in de vorming van een zo’n progressief mogelijke coalitie.
Ook een andere motie, tegen demissionair minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA), wordt door een meerderheid van de Kamer gesteund. Alleen: zíj speelt geen hoofdrol aan de formatietafel.
Nooit meer met Rutte
Twee keer eerder gaf Segers de moeizame formatiebesprekingen een zekere wending. Begin april, kort na het ‘Omtzigt-elders-debat’, riep hij nooit meer onder VVD-premier Mark Rutte te willen meeregeren. Niet veel later trok hij die afwijzing weer in. Aan het eind van het zomerreces uitte Segers herhaaldelijk zijn ongenoegen over de wijze waarop Kaag en het linkse blok van PvdA en GroenLinks zijn partij buiten de formatie hadden geschoven. Als de leider van ChristenUnie al op vergelding uit zou zijn, kon hij deze donderdag van doorslaggevende betekenis zijn.
Hoe dan ook: het is duidelijk dat de coalitiepartners in het kabinet Rutte III na acht maanden demissionaire staat en slepende formatiegesprekken, niet bereid zijn om elkaar zonder meer te steunen.
Al is nog niet te zeggen wat Kaag met het harde oordeel van de meerderheid van de Tweede Kamer zal doen. Toen zij in dat spectaculaire debat op 1 april over de geloofwaardigheid van VVD-leider Rutte zélf een motie van afkeuring tegen hem had ingediend, zei ze daarover dat als háár dat zou overkomen ze onmiddellijk zou opstappen. „Het zou mij in het diepste raken”, zei Kaag toen in de Kamer. „Ik zou daar mijn eigen conclusies aan verbinden. En tegen journalisten na afloop: „Ik zou zelf niet doorgaan, maar ik ben een ander mens.”
Als Kaag nog steeds op dat standpunt staat, heeft dat grote gevolgen voor de vastgelopen kabinetsformatie die de net aangestelde nieuwe informateur Johan Remkes probeert vlot te trekken. Als leider van de tweede partij en een van de twee overwinnaars van de verkiezingen van maart is Kaag een van de hoofdfiguren.
Penibele positie
De penibele positie van de leider van D66 komt in de week na haar publieke clash met Rutte, en aan de vooravond van de poging van Remkes, om de verstoorde persoonlijke verhoudingen tussen de hoofdrolspelers in de kabinetsformatie te herstellen. Hij heeft de fractieleiders van VVD, D66 en CDA uitgenodigd voor en weekendje op de hei in Hilversum om de mogelijkheden voor een minderheidskabinet te verkennen én om te werken aan „het onderlinge vertrouwen”.
Vorige week was ‘Den Haag’ in de ban van de HJ-Schoolezing waarin Kaag nogal onomwonden de bestuursstijl van Rutte afwees. In het daarop volgende Kamerdebat over de mislukte poging van de vorige informateur, Mariëtte Hamer, om een meerderheidskabinet te vormen, was de moeizame verstandhouding tussen de twee liberale leiders pijnlijk zichtbaar.
Bij het nog veel heftigere debat over de Afghanistan-crisis woensdag viel gaandeweg op dat de ijzige sfeer tussen Kaag en Rutte langzaam aan het ontdooien is. Rutte, die zich pas als vierde spreker van het demissionaire kabinet aan het woord kwam, nam het op voor zijn minister van Buitenlandse Zaken. En zei, in antwoord op het teruggekeerde, nu zelfstandige Kamerlid Pieter Omtzigt, dat „ik mevrouw Kaag vertrouw, dat ik goed met haar samenwerk en dat we de afgelopen weken heel intensief hebben samengewerkt”.
Iets stroever gearticuleerd maar toch, had Kaag zich kort daarvoor in dezelfde bewoordingen uitgelaten over Rutte. „Het antwoord is: ja, en we werken heel goed samen en hebben bijna dagelijks contact hierover gehad, of twee- of driemaal, op vele momenten.” Vroeg in de nacht, tijdens een late schorsing, konden Rutte en Kaag zelfs ontspannen grapjes met elkaar maken.
Aan Remkes komend weekend om in een informele setting de opnieuw verschoven verhoudingen in kaart te brengen. Gesteld dat Kaag nog in functie is als partijleider van D66 en in die hoedanigheid naar Hilversum afreist.