Herdenken vraagt in sommige gevallen om een goede voorbereiding.
De Dodenherdenking van 2021 was mijn vierendertigste. Waarom ik dit heb uitgerekend weet ik ook niet, het is niet zo dat ik volgend jaar de slingers ga ophangen voor editie vijfendertig.
De Dodenherdenking associeer ik met de Tweede Wereldoorlog, met lente, met stilte, met duiven, met zwart, met hoedjes, met langere avonden, met Hotel Krasnapolsky, met de koninklijke familie, met Bevrijdingsdag, met een periode vol vrije dagen en met de stem van Jeroen Overbeek. “Deze krans wordt gelegd, ter nagedachtenis aan…”
Andersom is het soms zo dat ik bij een willekeurig journaal, gelezen door Jeroen, moet denken aan de Dodenherdenking. Maar dit komt niet vaak voor.
Al met al is het een jaarlijks ijkpunt op de Nederlandse kalender dat uitblinkt in voorspelbaarheid. Het is net zo voorspelbaar als de menukaart van een willekeurig McDonald’s-filiaal.
Weten wat je kunt verwachten is soms best lekker.
Van de vierendertig herdenkingen zijn me er drie bijgebleven, waaronder die met de Damschreeuwer (2010) – maar dat lijkt me geen verrassing.
Op 4 mei 2004 zat ik op mijn zolderkamer, luisterend naar de lokale zender waar ik destijds een programma had. Ik wilde het hele gebeuren wel eens beleven via de radio. Pure stilte, zonder beeld. Twee minuten lang – althans, dat was de insteek.
De MSN-conversatie met mijn radiocollega die avond, rond vijf voor acht, was kort en nietszeggend.
Ik: “staat de silence detector uit?”
Collega: “ja, volgens mij wel.”
“Volgens mij wel” bleek een omslachtige omschrijving voor “nee”. De silence detector, die ingrijpt zodra het dertig seconden stil is op de zender, stond niet uit. Terwijl ik achter mijn bureau zat, starend naar het behang, knalde de noodband erin. Iemand had besloten dat de noodband moest beginnen met Binnen van Marco Borsato.
Ik probeerde het intro niet mooi te vinden.
De nabespreking over deze blunder, via MSN, verliep soepel en was snel klaar.
“Dit kan dus écht niet.”
“Nee, dit kan inderdaad echt niet.”
We waren het er over eens dat het nog pijnlijker was geweest wanneer de noodband was begonnen met Falco, Nena, of Marianne Rosenberg. Dusdanig pijnlijk dat ik daar niet eens over na wilde denken.
Tot slot herinner ik me de Dodenherdenking van 2005. Ik kan me van dat jaar niet alles meer voor de geest halen, maar één ding weet ik nog wel: de noodband stond uit.