Willen we de temperatuur van de aarde beneden de 2 graden Celsius houden dan moet er ontiegelijk veel overhoop gehaald worden. Het kán…wetenschappelijk, technologisch, financieel en organisatorisch hebben we het benodigde gereedschap beschikbaar en er komt nog veel meer aan …maar is er ook voldoende politieke power voor de noodzakelijke maatregelen wereldwijs te mobiliseren? Zijn er in de belangrijkste democratieën meerderheden te organiseren en kunnen de autoritaire regimes ook worden overgehaald mee te doen? Zien de machtigen der aarde dat het ook in hun eigen belang en dat van hun nazaten is om de opwarming beneden de twee graden te houden? Ze zullen het IPCC-rapport niet lezen, maar een samenvatting van een paar pagina’s moet al overtuigend genoeg zijn: niets doen is oneindig veel duurder dan nu een paar decennia stevig ingrijpen.
Je kunt vanuit verschillende gemoedstoestanden naar het klimaatvraagstuk kijken …en die zijn ook te koppelen aan grofweg vier mensentypes: 1. de doemdenkers 2. de onverschilligen van ‘na ons de zondvloed’ 3. de complotdenkers en 4. de vooruitgangsoptimisten.
De doemdenkers zien het allemaal wel erg sombertjes in. Ze zien het glas niet half leeg, maar bijna helemaal leeg. Overal donkere wolken, nergens een zonnetje. Een deel van hen vindt ook nog eens dat vroeger alles beter was. Ze willen terug naar een wereld die nooit heeft bestaan. Ze weten zeker dat we richting de afgrond racen. Een ander deel van deze cultuurpessimisten ziet ook wel dat de wereld er nog nooit zo goed heeft voorgestaan, maar denken dat het vanaf nu alleen maar slechter zal gaan en dat we daar weinig meer aan kunnen doen, behalve met draconische maatregelen misschien. Misschien hebben ze een punt, maar dit doemdenken is wel erg gevaarlijk. Het lost geen enkele probleem op en kan leiden tot zichzelf waarmakende voorspellingen. Of tot een zwaarmoedige levensopvatting: wat zouden we ons nog inspannen? We redden het toch niet meer.
Dan kun je je nog beter bekeren tot de onverschilligen van ‘na ons de zondvloed’. Die doen weliswaar niet constructief mee in het debat, maar maken tenminste nog een beetje plezier. Ze leven in het moment, pakken wat ze pakken kunnen en maken zich niet druk over ‘later’. Dan de complotdenkers…die vrezen niet alleen de rol van de overheid, maar ontkennen ook de ‘grote problemen’ die de samenlevingen bedreigen… daartoe verkrachten ze de feiten zodanig ze hun eigen gelijk kunnen claimen in hun doldwaze parallelle schijnwereld. Zij weten zeker dat de ‘grote problemen’ zijn bedacht door de wereldelite die die problemen gebruiken als alibi om de vrijheden van ‘het volk’ steeds verder in te perken. En dan hebben we tot slot de vooruitgangsoptimisten? Die erkennen de ‘grote problemen’ wel degelijk, maar achten ze goed oplosbaar.
Ook in de klimaatdiscussie zie je deze vier profielen sterk terug. Allereerst de complotdenkers die het klimaatprobleem meestal ontkennen en denken dat er weinig aan de hand is. En als die opwarming al een feit zou zijn, dan valt het allemaal wel mee. En als het niet meevalt, dan kunnen we er als mensen toch weinig aan doen. Ze vinden dat de overheden de ‘zogenaamde’ opwarming misbruiken om allerlei dictatoriale maatregelen in te voeren, de werkende massa uit te buiten en de technologische elite nog rijker te maken. Eigenlijk leidt hun gedrag tot dezelfde uitkomsten als het ‘na ons de zondvloed’ van de onverschilligen: kop in het zand steken, gewoon zo doorgaan, er niet teveel aandacht aan besteden en er zeker geen geld in steken. Het zijn gevaarlijke clubjes. Maar bijna even gevaarlijk zijn de doemdenkers, die vinden dat we alleen met draconische maatregelen de klimaatcatastrofe nog kunnen keren.
Vooral de extreem groene doemdenkers komen met zulke diepingrijpende voorstellen dat er bijna geen maatschappelijk draagvlak voor te verkrijgen zal zijn. Hun maatregelen zijn namelijk onwaarschijnlijk duur, terwijl we nog geen idee hebben hoe ze uitwerken en hoe effectief ze zijn. Ze vragen ook nog eens om gedragsveranderingen die de doorsnee consument nooit zal willen meemaken. En dat alles binnen een tijdsbestek dat ook niet realistisch is. Er zijn onder de extreem groenen zelfs doemdenkers die van mening zijn dat de mensheid alleen te redden is als we bereid zijn om de democratie en onze liberale markteconomie er voor af te schaffen en de economische ontwikkeling in de minder welvarende landen er voor stop te zetten. Alle kinderen met het badwater weggooien lijkt me een understatement voor dit soort extremistische, onhaalbare en contra-productieve maatregelen.
Tegenover de extreem groenen staan de eco-modernisten (1), die zich laten leiden door het vooruitgangsoptimisme. Zij erkennen dat de opwarming van de aarde m.n. door de mens wordt veroorzaakt, dat dit een van de grootste problemen van deze tijd is en dat we in de aanpak daarvan veel denkwerk, acties en geld moeten steken. Ze zijn ook van mening dat de klimaatproblemen oplosbaar zijn en hebben daarbij veel vertrouwen in de wetenschap, de menselijke inventiviteit en het liberale groeimodel met markten, die wel veel beter moeten gaan werken dan nu. De eco-modernisten pleiten o.a. voor algehele CO2 belasting, een ‘selectieve groene groei’, een veel grotere inzet op besparing en massieve investeringen in innovatieve energieprojecten en nieuwe technologieën, zoals de nieuwe generatie kerncentrales en thorium centrales.
Het is bizar hoe exponentieel snel wetenschap en technologie zich in de afgelopen decennia hebben ontwikkeld. We weten en kunnen nu ontstellend veel meer dan 20 jaar geleden. En er zijn geen redenen om te veronderstellen dat dat de komende decennia niet in een nog hoger tempo doorgaat, ook om de opwarming van de aarde effectief te bestrijden. Vooruitdenkende politici moeten daarbij met wettelijke en financiële maatregelen voor de markt, bedrijven, consumenten en wetenschap wel de juiste voorwaarden scheppen.
Die cruciale rol van politici wordt de belangrijkste bottleneck voor een doortastend en effectief klimaatbeleid. Want alleen met die paar bewuste burgers die wat minder autorijden, de verwarming een graadje lager zetten, minder spulletjes kopen, geen vlees meer eten, in grote bakfiets sjezen en maar 2x per jaar met het vliegtuig op vakantie gaan, redden we het, denk ik, niet.
Na COP26 in november, in Glasgow, weten we of politici hun verantwoordelijkheid serieus nemen.(jv)
(1) De Belgische wetenschapsfilosoof Maarten Boudry bindt in zijn laatste boek “Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat” de strijd aan tegen de doemdenkers. Met veel feitenmateriaal en lucide inzichten. Maar soms fietst hij veel te makkelijk en te pedant heen over de obstakels die de noodzakelijke veranderingen (kunnen) blokkeren. Dan slaat zijn aanstekelijk optimisme door naar irreëel wensdenken.