Een groep ultraconservatieve christenen wil in Europa de klok terugdraaien. Ze zijn tegen abortus, het homohuwelijk en echtscheiding, met maar één doel: herstel van de ‘natuurlijke orde’. Ook in Nederland krijgen ze voet aan de grond.
OP DE TIENDE VERDIEPING VAN HET SJIEKSTE HOTEL in de Poolse hoofdstad Warschau zweet Bartosz Staszewski peentjes. Hij is omgeven door 113 bevlogen gelovigen uit heel Europa, dames met hooggesloten kragen, heren met vrome blikken. De vloerbedekking van de conferentiezaal heeft vrolijke cirkels, alsof een kind erop is losgegaan met stoepkrijt. ‘Abortus = kindermoord’ prijkt er op het projectiescherm.
Met zijn rechterhand frommelt Staszewski onder de tafel een afstandsbedieninkje uit de mouw van zijn zwarte overhemd. Het shirt is expres een paar maten te groot, zodat hij er zo hetero mogelijk uitziet. Het lampje op het apparaat knippert groen. Staszewski slaakt een zucht van opluchting; de camera, die vakkundig is verborgen in de knoop van zijn verschoten jasje, loopt. ‘We gebruiken nooit het woord “huwelijk” voor homo’s’, zegt de workshopleider tegen de bezoekers van de driedaagse bijeenkomst, ‘en benadrukken het recht van elk kind op een vader én een moeder.’
Vanaf de eerste rij doet Staszewski alsof hij driftig meeschrijft in de kantlijn van een vuistdikke gids (‘Onderhandelingsstrategieën’), maar intussen noteert hij willekeurige woorden. ‘Dit zijn de activisten die willen dat homo’s ook kunnen trouwen’, vervolgt de spreker, terwijl op het scherm een kleurrijke foto verschijnt met regenboogvlaggen, een groepje trots lachende mensen en links in beeld – Staszewski verschiet van kleur – hijzelf.
Met de geheime filmopnamen van de conferentie van Agenda Europe worden nu eindelijk de laatste puzzelstukjes gelegd van de anti-genderbeweging in Europa. ‘Je hebt geen idee hoe waardevol dit is’
Als eerste en enige buitenstaander weet Bartosz Staszewski door te dringen tot het hart van een beweging die ten strijde trekt tegen de ‘genderideologie’. Staszewski is een Poolse dertiger die een blauwe maandag rechten studeerde, zijn roeping vond als fotograaf en activist, en gewoon met zijn vriend Sławek wil samenwonen. Een paar jaar eerder lijkt er in Polen geen vuiltje aan de lucht: het land heeft voor het eerst een openlijk transgender parlementslid, Staszewski is voor het eerst dolverliefd en runt met een groep vrienden in Warschau de Stowarzyszenie Miłość Nie Wyklucza, de Liefde Sluit Niet Uit-vereniging, waarmee hij actievoert voor openstelling van het huwelijk.
Ondertussen smeedt een samenraapsel van conservatief-religieuzen plannen voor precies het tegenovergestelde. Ze willen alle Europese progressieve verworvenheden zo snel mogelijk terugdraaien. ‘Let op: deze bijeenkomst is strikt vertrouwelijk’, lazen de twintigtal aanwezigen boven aan het programmaboekje van de oprichtingsbijeenkomst in Londen in 2013, een paar jaar voordat Staszewski in het geniep opnames van de club maakte. Initiatiefnemers van deze ‘London Strategic Retreat’ waren twee katholieke politiek activisten die nauwe banden hadden met het Vaticaan: de Oostenrijkse theoloog Gudrun Kugler en de Amerikaanse jurist Terrence McKeegan. Twee dagen lang dacht de groep na over hoe ze een christelijke denktank in Europa konden lanceren en de ‘pro-life-beweging’ nieuw leven in konden blazen. Het antwoord werd Agenda Europe, een informele club met een 140-pagina’s tellend manifest, een bijbehorend blog en een netwerk van conservatieve christenen uit heel Europa dat elkaar jaarlijks heimelijk treft.
In het gelekte manifest getiteld Restoring the Natural Order doen ze hun ‘long term objectives’ uit de doeken. Alleen al het lezen ervan geeft Staszewski buikpijn. Een ideaal Europa is volgens hen een continent waar homo’s niet kunnen trouwen, waar ‘sodomie’ strafbaar is (want: ‘ernstig immoreel’), waar transgender personen geen rechten hebben behalve een behandeling ‘om ze te helpen hun biologische geslacht te accepteren’. Ook illegaal zijn er de pil – ‘de bron van ernstig sociaal onheil’ – abortus en ivf. Alle wetgeving omtrent gelijkheid staat er bij het grofvuil, net als de optie voor euthanasie en echtscheiding.
OP BARTOSZ STASZEWSKI’S BORD liggen de worteltjes te verpieteren. Na drie dagen doen alsof hij een ietwat sullige, heteroseksuele rechtenstudent is, heeft hij tijdens het afsluitende diner moeite om nog te lachen om de onder-ons-grapjes (‘de afkorting van Polen, PL, staat eigenlijk voor Pro Life, haha’). Zacht licht stroomt over de kuikentjesgele tafelkleden en kitschkandelaren terwijl het geroezemoes verstomt. ‘Ik wil graag Ordo Iuris bedanken voor het mede-organiseren en sponsoren van de Agenda Europe Summit 2016’, klinkt het door de zaal.
Polen is uitgegroeid tot het kloppend hart van de Europese anti-genderbeweging. Staszewski weet dat de homohaat wordt gevoed door de ultraconservatief katholieke denktank Ordo Iuris (Latijn voor ‘rechtsorde’). Deze club is als twee handen op één buik met de Poolse PiS-regering. Hij hoorde het president Andrzej Duda zelf zeggen: lhbti-personen zouden ‘geen mensen zijn, maar ideologie’, en dan van het soort ‘destructiever dan communisme’. Polen is hiermee geen uitzondering. Het anti-gendergeluid van Ordo Iuris krijgt ook over de grens een steeds groter bereik. In heel Europa schieten ultraconservatieve franchises als paddenstoelen uit de grond, gefinancierd en geadviseerd vanuit Polen.
Aan de centrale tafel vol heren met terugtrekkende haargrenzen staat een man op, het is de president van Ordo Iuris. Bartosz Staszewski nipt van de dure, rode wijn terwijl de zaal losbarst in een daverend applaus. Het ritueel herhaalt zich voor de andere ‘helden’ – de voorzitter van het ultraconservatieve Spaanse petitieplatform CitizenGo, de Ierse journalist die een succesvolle ‘nee-campagne’ tegen het homohuwelijk en abortus voerde. En tot slot Guido van Beusekom, de Nederlandse directeur van de Europese Christelijke Politieke Beweging (ecpm), een politieke partij in het Europees Parlement.
Staszewski excuseert zich, en loopt met schijnbaar rustige tred naar de toiletten. In het hokje naast hem wordt een broek dichtgeritst en Staszewski waant zich een beetje James Bond als hij de camera uit zijn oversized overhemd vist en met trillende handen kijkt of alles goed is opgenomen. Een paar dagen na de Agenda Europeconferentie zit Staszewski thuis in Warschau achter zijn laptop en fronst. Een regenboogvlag met het wapen van Polen – een witte adelaar met gouden snavel en nagels – hangt boven de houten werktafel in de hoek van de woonkamer. De enige journalist die heeft gereageerd op zijn alarmerende mails over Ordo Iuris, met de geheime beelden van de conferentie, schrijft: ‘Interessant materiaal. Als we er iets mee gaan doen, zullen we contact met je opnemen.’ Hij weet nu al dat hij nooit meer iets van ze zal horen.
IN HET JAAR DAT HET ZAADJE voor de Europese antigenderbeweging wordt geplant is Bartosz Staszewski een verlegen, driejarig jongetje dat naar de kinderopvang gaat. Terwijl hij met blokken speelt, breekt in 1995 op de grootste conferentie van de Verenigde Naties ooit een felle ruzie uit tussen de Europese Unie en het Vaticaan over de betekenis van de termen ‘seksuele rechten’ en ‘gender’. Ondanks het opstootje is de uitkomst van de Wereldvrouwenconferentie in Beijing een mijlpaal: 189 landen ondertekenen een actieplan waarin ze beloven zich hard te maken voor vrouwenrechten, veilige abortus en toegang tot anticonceptie.
Lees onder fotobeschrijving verder
Het Vaticaan laat het er niet bij zitten, en het zaadje ontkiemt na de eeuwwisseling. Bartosz Staszewski begint met puberen, en de katholieke kerk brengt een duizend bladzijden tellend woordenboek uit getiteld Dubbelzinnige en discutabele termen met betrekking tot het gezinsleven en ethische vragen, waarmee ze voor eens en altijd duidelijkheid wil scheppen over de betekenis van de woorden ‘man’ en ‘vrouw’. Want zoals het woord nu wordt gebruikt, staat in het lexicon te lezen, ‘negeert en sloopt’ gender ‘de natuurlijke verschillen tussen beide seksen’. Sterker nog: de ‘genderideologie’ zou het gezin in twijfel trekken en daarmee alles wat het betekent voor de maatschappij.
ER IS ÉÉN MAN DIE WEET hoe belangrijk de beelden van Staszewski zijn. Dertienhonderd kilometer oostwaarts bekijkt Neil Datta op zijn thuiskantoor in Brussel de geheime opnamen en documenten. Zijn ogen schieten over de deelnemerslijsten en hij weet dat hij goud in handen heeft.
Datta is de directeur van een kleine ngo, het European Parliamentary Forum for Sexual & Reproductive Rights, die opkomt voor precies het soort rechten waar de anti-genderbeweging tégen strijdt. Het is per toeval dat een van zijn collega’s, een Poolse jongeman, hoorde over de lhbtiactivist die het lukte undercover een conferentie van Agenda Europe bij te wonen. Het materiaal bewijst het vermoeden dat Datta jaren geleden al had. Zijn collega’s zagen geen gevaar in de samenkomst van conservatieve clubjes gelovigen. Datta is opgegroeid in de Amerikaanse staat New York, en herkende meteen wat het was. Zijn rapport Moderne kruisvaarders in Europa begon hij niet voor niets met: ‘De bevindingen van dit rapport zouden iedereen die het idee van een vrij en gelijk Europa koestert, angst moeten aanjagen.’
In dat rapport, zijn eerste in de serie over de anti-genderbeweging in Europa, beschrijft hij hoe een katholieke fundamentalistische cultus uit de jaren zestig, opgericht door een Braziliaanse grootgrondbezitter die zichzelf een beetje god waande, een opleving doormaakt op het Europese vasteland. De Traditie, Familie en PrivéEigendom (tfp), zoals de cultus heet, combineert traditionele christelijke waarden met een politiekeconomische agenda (vandaar het ‘Privéeigendom’). Van deze tfp plopten door heel Latijns-Amerika dochterondernemingen op, herkenbaar aan hun logo met brullende gouden leeuw. Vanaf de eeuwwisseling werd tfp nieuw leven ingeblazen aan de andere kant van de oceaan. De oprichter was inmiddels overleden, maar het Vaticaan erkende de club nu wel. tfp kocht een pandje in Brussel, en stuurde vertegenwoordigers naar de Europese Unie om te lobbyen onder de vlag van de Fédération Pro-Europe Christiana (fpec). In 2013 wordt Ordo Iuris in Polen opgericht, met al snel succesvolle franchises in Oostenrijk, Duitsland, Italië, Slowakije, Zwitserland – en Nederland.
Als Datta ergens een hekel aan heeft, zijn het wel mensen die onder het mom van hun religie ánderen iets verbieden. Het doet hem denken aan zijn tijd als student Russisch eind jaren tachtig, toen hij in het bezit was van een nogal onbetrouwbare auto. De witte Renault Alliance uit 1985 was een van de goedkoopste modellen verkrijgbaar en moest te pas en te onpas naar de garage. In de wachtkamer van de automonteur zat Datta meerdere malen uren opgescheept met een man die op luide toon verkondigde hoeveel kinderlevens hij al had gered, of fulmineerde over dat vrouwen niet gemaakt waren voor leiderschapsposities. Het bleek de evangelische activist Randall Terry. Met zijn militante anti-abortusorganisatie Operation Rescue blokkeerden Terry en zijn ‘reddingswerkers’ zittend de ingang van abortusklinieken. Al bladerend door de krant verbeet Datta zich in de jaren erna nog honderden keren over de ‘reddingsoperaties’ van deze evangelische activist.
Met de geheime opnamen van Bartosz Staszewski kan Neil Datta nu eindelijk de laatste puzzelstukjes leggen van de anti-genderbeweging in Europa. Deze nieuwe generatie tfp’ers met hun middeleeuwse ideeën speelt er een sleutelrol in. Zachtjes duwt hij zijn zwarte kat Sita opzij die op het toetsenbord is gaan zitten en tikt een mail naar Staszewski: ‘Je hebt geen idee hoe waardevol dit is.’
BARTOSZ STASZEWSKI’S ADVOCAAT parkeert de auto voor de districtsrechtbank in Nowy Sącz, vijf uur rijden van Warschau en een uur van de grens met Slowakije. Dikke sneeuwvlokken dwarrelen tegen het imposante bordes van de rechtbank. Deze winterse weken van 2021 crossen ze met z’n drietjes (Staszewski, zijn vriend Sławek en de advocaat) het hele land door. Er zijn vijf rechtszaken tegen Staszewski aangespannen en er lopen nog zo’n twintig politie-onderzoeken naar hem. Undercover een conferentie bijwonen zou inmiddels niet meer kunnen, daarvoor is Staszewski te bekend. Hij won in 2019 de European Tolerantia Award voor het organiseren van een pride walk in de provinciestad Lublin, die alleen onder politiebegeleiding door kon gaan omdat de duizend deelnemers door minstens zoveel tegendemonstranten met stenen, tomaten en fakkels werden bekogeld. In februari van dit jaar prijkte Staszewski op de lijst van opkomende leiders van het Amerikaanse tijdschrift Time.
Met zijn recentste project haalde hij zich definitief de toorn van Ordo Iuris op de hals. Honderd Poolse gemeenten, die samen ongeveer een derde van het land beslaan, hadden zichzelf uitgeroepen tot ‘lhbt-vrije zones’ waar de ‘lhbt-ideologie’ niet langer welkom is. De queer gemeenschap vreesde voor een toename in geweld. Als reactie maakte Staszewski een knalgeel verkeersbord met de tekst ‘lgbt-free zone’, hing het onder de betreffende plaatsnaamborden en portretteerde queer inwoners ermee. De sarcastische foto’s gingen de wereld over, en zelfs Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, haalde in haar Staat van de Unie-toespraak uit naar de homofobie in Polen.
Staszewski wéét dat de rechtszaken over dit fotoproject pure intimidatie zijn met als doel hem de mond te snoeren – ze worden gevoerd én gefinancierd door Ordo Iuris – maar wat als de rechters erin meegaan? Sinds alle voorzitters van rechtbanken zijn vervangen door meer regeringsgezinde voorzitters, is onafhankelijke rechtsspraak een wassen neus. Staszewski klimt achter in de auto en verwisselt zijn jeans en T-shirt voor een naadloos aansluitend, klassiek donkerblauw pak met grove, roodbruine ruit. Op zijn borst bevestigt hij een zelfgemaakt speldje met de witte adelaar tegen een achtergrond van regenboogkleuren. Zijn advocaat knikt goedkeurend en gedrieën stappen ze het gerechtsgebouw binnen.
Voor de rechter ligt het dossier met bewijsmateriaal tegen Bartosz Staszewski. De officiële beschuldiging luidt het creëren van een ‘gevaarlijke situatie’ op de openbare weg, en van laster, met als gevolg dat subsidie uit de Europese Unie werd misgelopen. Hij slikt.
‘Komt u alstublieft naar voren’, zegt de rechter. Staszewski loopt naar het spreekgestoelte in het midden van de ruimte. Door het spatscherm heen bekijkt hij de rechter, haar outfit (zwarte toga, paarse bef en gouden ambtsketting) zou niet misstaan bij een pride walk, denkt hij. Hij heeft het warm. ‘Zo. Waarom heb je het gedaan?’ valt ze met de deur in huis. Staszewski kijkt onzeker naar zijn advocaat, dan weer naar haar. ‘Ik deed het omdat het discriminerend is dat…’
De rechter onderbreekt hem. ‘Geen politieke antwoorden. Waarom heb je het gedaan?’ Hij schraapt zijn keel. ‘Het was niet mijn bedoeling om iemand in gevaar te brengen. Het bord hing er maar dertig seconden, de foto was snel gemaakt.’ Hij vertelt over de doodsbedreigingen die hij dagelijks ontvangt, over de rechtse media die hem uitmaken voor ‘pedofiel’ en ‘leugenaar’, over de ene helft van zijn queer vrienden die het land is ontvlucht omdat ze zich niet meer veilig voelen, en de andere helft die plannen maakt om te vertrekken.
DAGEN WAS NEIL DATTA BEZIG GEWEEST om de namen op de ledenlijst van Agenda Europe te googelen, en eindelijk lukt het hem om die diffuse ‘anti-genderbeweging’ in kaart te brengen. De uitkomst was nog erger dan hij dacht: er waren geen honderd tot honderdvijftig mensen betrokken bij Agenda Europe, maar minstens het driedubbele. De vingerafdrukken van het Vaticaan zaten overal: een vertakking van Traditie, Familie en Privé-Eigendom kreeg in 2001 officiële erkenning van de paus als een kerkelijke instelling. Prominente vertegenwoordigers van Vaticaanstad duiken met naam en toenaam op in het Agenda Europe-netwerk. Maar dat is nog niet alles. Ook protestantse en orthodoxe christenen zijn van de partij, en Datta schrikt enorm van de verregaande infiltratie in nationale overheden. De oprichter van het Poolse Ordo Iuris, Aleksander Stępkowski, werd in 2015 benoemd tot viceminister van Buitenlandse Zaken en klom later op tot rechter in het Pools Hooggerechtshof. Polen schoof hem zelfs naar voren om zitting te nemen in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (een nominatie die werd afgewezen door de Raad van Europa wegens de ontransparante selectieprocedure). De Kroatische tak van Ordo Iuris, Vigilare, werkt nauw samen met Stjepo Bartulica, directeur van de tfp-organisatie Center for Renewal of Culture. Bartulica was tevens adviseur van de ministerpresident en is sinds vorig jaar parlementslid.
Als buitenstaander lijken de conservatiefchristenen misschien één pot nat – een beetje zoals Neil Datta naar fastfood kijkt; McDonald’s en Burger King zijn voor Datta nagenoeg identiek – maar inzoomend is het een bonte stoet gelovigen. Zelfs politiek Nederland, dat lang immuun leek voor de haatdragende retoriek van de antigenderbeweging, blijkt ontvankelijk. Van de sgp en de ChristenUnie tot aan Thierry Baudets Forum voor Democratie, allemaal bleken ze gelinkt aan de anti-genderbeweging.
OP DE LEDENLIJST VAN AGENDA EUROPE stuitte Neil Datta op vier Nederlanders van de Europees Christelijke Politieke Beweging (ecpm). Deze kleine protestantse politieke partij huist met haar hoofdkantoor in Amersfoort en is tevens hoofdfinancier van Agenda Europe-bijeenkomsten. De partij is opgericht door Leo van Doesburg en bestaat voor driekwart uit Oost-Europese partners. Tussen 2010 en 2018 kreeg de ecpm zeven miljoen euro aan subsidie van de EU, en is daarmee, zo schreef Neil Datta in zijn rapport Tip of the Iceberg: Religious Extremist Funders Against Human Rights, een ‘door de EU gesponsorde extremistische pinautomaat’. Met dat geld organiseerde de ecpm niet alleen evenementen tegen abortus en draagmoederschap, maar ook een programma over homogenezing in Slowakije en tal van ‘prayer breakfasts’ voor politici en anti-genderactivisten. Een trouw lid van de ecpm, waarvan ook de ChristenUnie en de sgp deel uitmaken, is de Roemeen Bogdan Stanciu, de oprichter van de ultranationalistische partij Nieuw Rechts en bekend om zijn fascistische, racistische en antisemitische uitspraken.
Ook de naam van Henk Jan van Schothorst, die voor de sgp werkt, trof Datta aan op de ledenlijst van Agenda Europe. Van Schothorst is de oprichter van de Transatlantic Christian Council (tcc), een lobbygroep die het Nederlandse overheidsbeleid wil beïnvloeden ‘vanuit een christelijk perspectief’. In zijn zoektocht stuitte Datta op een bekende naam bij de oprichtingsconferentie van tcc eind 2013: Thierry Baudet. Daarmee begon het bij Neil Datta te dagen dat de gelegenheidscoalities tussen anti-genderclubs en radicaalrechtse politieke partijen, zoals in Polen tussen Ordo Iuris en de PiS-partij, óók in Nederland vruchtbare grond treft. Van Schothorst bleek nauw betrokken bij de oprichting van de politieke partij Forum voor Democratie, zo leest Datta in artikelen van Nederlandse journalisten van Pointer en Follow the Money. Een prominent tcc-lid noemde Forum voor Democratie zelfs ‘een zegen voor Christenen’.
HET PAKKETJE IS GEADRESSEERD aan ‘de heer’ Lisa van Ginneken. Geen ongemakkelijk foutje, weet Van Ginneken als ze op haar werkkamer aan de Lange Poten in Den Haag het karton openscheurt, maar doelbewuste provocatie. Ze is het eerste openlijk transgender Tweede-Kamerlid van Nederland en het bureau op haar werkkamer is sinds de eerste werkdag in maart bezaaid met bloemen, bonbondozen en gelukwenskaarten.
Dit pakketje is minder hartverwarmend, vermoedt Van Ginneken bij het zien van de afzender. Het is Stichting Civitas Christiana, die haar onlangs beschreef als ‘een man die zich in 2016 liet verminken in Thailand en zich nu vrouw waant’. Civitas Christiana is de Nederlandse zusterorganisatie van het Poolse Ordo Iuris. Beide clubs zijn onderdeel van het netwerk Traditie, Familie en Privé-Eigendom (tfp). Afgelopen jaren voerde Civitas Christiana strijd tegen de reclameposters van Suitsupply met twee zoenende mannen, stonden vrijwilligers te bidden bij abortusklinieken en runde ze campagnes als ‘Cultuur onder Vuur’, ‘Mijn Onbevlekt Hart Zal Triomferen’ en ‘Gezin in Gevaar’. Aanvankelijk werd Civitas Christiana volledig gefinancierd door Poolse złoty’s van Ordo Iuris. Dankzij een ‘gedroomd vliegwiel’ (aldus oprichter Hugo Bos in De Gelderlander) staan ze inmiddels op eigen benen: op de ‘Red Zwarte Piet’-campagne kwam zo’n enorme respons dat meteen een database werd gebouwd waar inmiddels 220.000 adressen in staan. Het verdedigen van Zwarte Piet was daarmee vooral een middel om een grote schare volgers te vergaren, en de banden met politiek rechts aan te halen.
Met groot succes: Thierry Baudet kwam spreken op de fondsenwervingavond in 2015 en Civitas Christiana stuurt bijna dagelijks mails naar haar achterban, met smeekbedes (‘Dit kunnen we niet zonder u’, ‘Pedofielen maken hun opmars’, ‘Het gezin ligt onder vuur als nooit te voren’) om hulp, handtekeningen – maar vooral donaties. Die worden ingezet voor toekomstige acties tegen abortus en homoseksualiteit. Inmiddels staat de club op eigen benen en groeit het jaarlijks budget van ruim vierhonderdduizend euro in 2017 naar een verwachte tweeënhalf miljoen euro in 2022, volgens het jaarverslag. Onlangs kocht Civitas Christiana een nieuw hoofdkantoor in Veenendaal voor 1,25 miljoen euro. Het doel van de club? ‘Civitas Christiana vecht voor de overwinning van de christelijke tradities, het gezin en de vrijheid van Nederland. Tegen het oprukkende multiculturalisme, de genderideologie en de cultuur van de dood’, aldus de website.
Van Ginneken kent Civitas Christiana nog uit de vierenhalf jaar dat ze voorzitter was van Transvisie, een patiëntenorganisatie voor transgender personen. Voor haar is de toename van het aantal transgender mensen het bewijs dat er meer zichtbaarheid en ruimte voor ze is. Dit soort conservatief-christelijke lobbyisten zien dat anders. Transgender-zijn zou een hype zijn, kinderen zouden elkaar aansteken en een bedreiging vormen voor gezinswaarden en de goddelijke verdeling van de mensheid in mannen en vrouwen. Het ergste vindt Van Ginneken dat dit soort clubs – ja, ze kent er nog wel meer – steeds meer geld hebben, en daardoor steeds meer politieke invloed. Regelmatig herkent ze het taalgebruik van Civitas Christiana in moties en wetsvoorstellen van de sgp. Uit het pakje van bruinkarton haalt ze een boek dat gaat over de vermeende indoctrinatie aangaande seksuele diversiteit via het onderwijs, zo leest Van Ginneken op het kaft. Ze tuit haar lippen en kiepert het in de papierbak.
NEIL DATTA ZIT OP ZIJN BRUSSELSE kantoor uit te puffen van zijn eerste bezoekje aan de sportschool na een jaar lockdown als zijn collega binnenstruikelt: ‘Ordo Iuris sleept je voor de rechter.’
Datta trekt zijn wenkbrauwen op. Twee jaar geleden kreeg de collega zélf een rechtszaak aan zijn broek wegens een kritische tweet over een bijeenkomst van Ordo Iuris in Litouwen. De wallen van de jongen waren met de dag donkerder geworden, tot hij een paar weken geleden in het gelijk werd gesteld. Zouden de rollen nu omgedraaid zijn, of maakt hij een grapje? Datta kiest voor het laatste en schiet in de lach, tot hij het serieuze gezicht van zijn collega ziet. ‘Ordo Iuris heeft dat net bekendgemaakt.’
Datta snapt wel dat Ordo Iuris hem als gevaar ziet. Onder de radar opereren is er voor Agenda Europe niet meer bij; dankzij de publicaties van Datta en de beelden van Staszewski duiken in heel Europa journalisten boven op de lokale uitwassen van het netwerk waarvan Ordo Iuris inmiddels spin in het web is.
Datta onthulde onlangs in zijn Tip of the Iceberg -rapport dat het geld dat ultraconservatieve clubs te besteden hebben de afgelopen jaren flink is gegroeid: werd er in 2009 nog 18,3 miljoen euro per jaar aan de anti-genderagenda besteed, in 2018 is dat meer dan verviervoudigd naar tachtig miljoen euro. Tussen 2009 en 2018 werd er in Europa door 54 organisaties in totaal ten minste 707,2 miljoen euro ontvangen om een anti-genderagenda te bewerkstelligen. En dit zijn alleen nog de organisaties waarvan Datta financiele verslagen kon inzien; in werkelijkheid zitten er minstens 117 clubs in de anti-genderbeweging. Het leeuwendeel van hun geld komt van particuliere donoren uit de Europese Unie, maar er lopen ook geldstromen vanuit Rusland en de Verenigde Staten.
Ook Nederland staat ertussen: op nummer twee van de grootste anti-genderfinanciers tussen 2009 en 2018 staat het netwerk van Traditie, Familie en Privé-eigendom, waar Civitas Christiana en Ordo Iuris deel van uitmaken, met 113 miljoen dollar (96 miljoen euro). Op plekje veertien staat de ecpm, opgericht in en gerund vanuit Nederland, met een budget van 8,2 miljoen dollar (zeven miljoen euro). En tot slot, op plaats 26 op de lijst van big spenders, staat, vlak onder de Europese fascistische politieke partijen en Stichting Nova Terrae van het populistische Italiaanse parlementslid Luca Volontè, de Transatlantic Christian Council van sgp’er Henk Jan van Schothorst, met een bijdrage van vierhonderdduizend dollar (339.000 euro).
Ter vergelijking: de International Lesbian and Gay Association (ilga) Europe, vaak de ‘homolobby’ genoemd, heeft een jaarbudget van ongeveer drie miljoen euro.
‘What happens in Poland does not stay in Poland’, sprak Datta waarschuwend in het Europees Parlement tijdens een hoorzitting over het de facto totaalverbod op abortus in Polen. ‘Dit is nog maar het begin en het gaat zich verspreiden.’ De anti-genderbeweging staat niet stil: er is een antihomowet aangenomen in Hongarije en in heel Europa wordt gelobbyd voor het terugtrekken uit de Istanbul Conventie – een verdrag tegen huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen. In de uren na Ordo Iuris’ bekendmaking dat ze hem voor het gerecht zullen slepen, pingt Datta’s telefoon onophoudelijk, steunbetuiging na steunbetuiging stroomt binnen.
‘WE GAAN NAAR MEVROUW VAN GINNEKEN van D66 voor haar maiden speech’, zegt de Kamervoorzitter. Lisa van Ginneken haakt het witte wegwerpmondkapje achter haar oren, draait haar zetel naar links en veert omhoog. Zojuist oreerde Martin Bosma van de pvv vanachter het spreekgestoelte. Lang had zijn partij homoseksuelen op het schild gehesen, vooral als stok om moslims en migranten mee te slaan, maar die tijd lijkt nu definitief voorbij. Terwijl Van Ginneken nog geen tien meter bij hem vandaan zat, trok Bosma fel van leer tegen de ‘naargeestige genderideologie’, ‘sektarische genderactivisten’ en het ‘genderneutrale gedram’.
Ze strijkt haar asblonde bob achter haar linkeroor, knikt naar de voorzitter en kijkt het handjevol aanwezige Kamerleden aan terwijl ze vertelt over haar vader die vroeger ‘vuile flikker’ gromde naar een trans vrouw op televisie. Misschien is Bosma’s speech wel een cadeautje, denkt Van Ginneken, en ze besluit iets van haar voorbereide tekst af te wijken. ‘Onze samenleving kan heel hard zijn voor mensen die anders zijn, en voor een voorbeeld verwijs ik heel graag naar de inbreng van de heer Bosma. In mijn geval heeft het veertig jaar geduurd voordat ik hardop durfde te concluderen wie ik ben. Ik ben een overlever. Nu sta ik hier, als eerste openlijk transgender vrouw, in het hart van onze democratie.’
‘IK WEET HET NIET’, ZEGT BARTOSZ STASZEWSKI tegen zijn advocaat, terwijl hij op de gang van het ene naar het andere been wipt. Binnen buigt de rechter zich over haar vonnis. Dan gaat de deur van de rechtszaal open. Zodra ze zit steekt ze van wal. ‘U bent vrijgesproken van alle beschuldigingen’, besluit ze haar relaas. Tussen de regels door sijpelt haar verwondering over de zaak, de dikte van het dossier in verhouding tot het kleine vergrijp. En is dat schaamte, over dat dit speelt in haar woonplaats en in haar land? Weer buiten geeft Staszewski zijn vriend Sławek een zoen en gooit zijn armen in de lucht: ‘There is justice after all in Poland!’
Twee landsgrenzen verder klemt Neil Datta zijn kaken op elkaar. Zojuist viel de aangetekende brief op de mat. Het is zijn beurt om voor de rechter te verschijnen.
Voor dit artikel werd meerdere malen gesproken met Bartosz Staszewski, Neil Datta en Lisa van Ginneken. Achtergrondgesprekken werden gevoerd met de directeur van ILGA Europe, een universitair docent sociologie gespecialiseerd in de anti-genderbeweging, de voorzitter van het Europees Forum christelijke LHBT-groepen, een senior politiek adviseur bij Rutgers en twee Poolse journalisten die een onderzoek naar Ordo Iuris in Oost-Europa leiden.
In een reactie zegt de SGP ondanks het lidmaatschap van de ECPM een ‘beperkte invloed’ te hebben op het beleid. ‘De ECPM is een internationaal samenwerkingsverband. Binnen dit brede internationale netwerk bevinden zich meerdere partijen met verschillende visies. We werken samen op onderwerpen waarop we het eens zijn, maar dat betekent niet dat we verantwoordelijk zijn voor alle standpunten, visies en activiteiten.’ Over de bijeenkomst van Agenda Europe zegt de SGP er ‘niet bekend’ mee en ook ‘niet bij betrokken’ te zijn. ‘Wij weten dus ook niet precies waar deze bijeenkomst over ging.’ Tot slot, werkt de ECPM ‘al heel lang niet meer met Agenda Europe’, aldus de SGP. De ChristenUnie was niet in de gelegenheid om te reageren.