Een milde lockdown, iemand moet dat hebben verzonnen. Maar mild en lockdown zijn twee begrippen die niet met elkaar te rijmen zijn. Voor helemaal niemand is de lockdown mild; niet voor organisatoren van grote evenementen, niet voor personeel in de horeca, niet voor mensen die het gezellig vinden om buiten de deur te eten of ’s avonds de stamkroeg te bezoeken, niet voor de winkeliers die om zes uur dicht moeten en alle koopavonden voor Sinterklaas mislopen, niet voor politie en boa’s die moeten handhaven en de wind van voren krijgen, niet voor supporters en niet voor mensen die een familiefeestje zouden hebben.
We gaan weer in de lockdown. Voor drie weken is ons verzekerd, en dat zal nog wel lukken. Maar wie garandeert dat de lockdown niet wordt verlengd als de besmettingscijfers tegenvallen, zoals vorig jaar vele malen is gebeurd en uiteindelijk van november tot juni duurde? Wie belooft dat we de feestdagen met vrienden en familie kunnen vieren? Toen Mark Rutte en Hugo de Jonge er vrijdagavond naar werden gevraagd, hielden ze nadrukkelijk een slag om de arm. Geen beloftes, hooguit die van een uiterste inspanning.
‘Hoe vaak is ons niet beloofd dat de pandemie achter de rug zou zijn, als een groot deel van de bevolking gevaccineerd zou zijn?’
Het kabinet, Rutte en De Jonge voorop, heeft een groot geloofwaardigheidsprobleem als het gaat om de aanpak van corona. Hoe vaak is ons niet beloofd dat de pandemie achter de rug zou zijn, als een groot deel van de bevolking gevaccineerd zou zijn? Dat het virus dan vanzelf zou verdwijnen en dat de maatregelen konden worden afgeschaft? Met 85 procent gevaccineerden zou je denken dat aan die voorwaarden ruimschoots is voldaan. Maar het kabinet had niet voorzien dat het virus met elke variant besmettelijker werd.
Toch zijn we nog steeds redelijk gezagsgetrouw en bereid om de maatregelen van het kabinet na te leven, als we de cijfers mogen geloven. Maar dat mogen we niet. De bereidheid om de maatregelen te accepteren en na te leven, schommelt nu rond de 60 procent volgens onderzoek van EenVandaag. Dat is weleens hoger geweest. Maar onze woorden om ons te schikken zijn in veel gevallen nog geen daden. Kijk om je heen; dan moet het opvallen dat veel mensen geen zin meer hebben om in de supermarkt een mondkapje te dragen, om anderhalve meter afstand te houden. En er worden meer en meer handen geschud. Het verklaart het hoge aantal besmettingen.
‘We zijn te vaak op het verkeerde been gezet, te vaak is ons een versoepeling in het vooruitzicht gesteld die niet kwam.’
Ons gedrag bewijst dat we Rutte en De Jonge niet meer klakkeloos geloven. Dat gedrag is niet goed te praten, maar wel te begrijpen. We zijn te vaak op het verkeerde been gezet, te vaak is ons een versoepeling in het vooruitzicht gesteld die niet kwam. Eenmaal ingeënt zouden we ons oude leven weer terugkrijgen. Dankzij de corona-app konden we weer gaan en staan waar we wilden. We gingen zelfs weer naar kantoor, omdat Hugo zei dat het kon. Nu moeten we weer thuis werken.
We kunnen het kabinet van veel de schuld geven; van het aanvankelijke tekort aan medische mondkapjes, schorten en handschoenen, van de deal met Sywert van Lienden, van het laat beginnen met vaccinneren en nu weer de late start van de boosterprik, van misplaatst optimisme over dansen met Janssen. Maar tegelijk moeten we beseffen dat corona voor iedereen een verrassing was, dus ook voor het kabinet, en dat de aanpak ervan nog moest worden uitgevonden.
Maar na dik 20 maanden corona had je toch mogen hopen dat het aantal ziekenhuisbedden fors zou zijn toegenomen, dat extra personeel opgeleid zou zijn en dat de zorg eindelijk op niveau zou worden beloond. Dat had wel wat gekost, maar lockdowns zijn duurder.