Europa De toegenomen inflatie en de hoge gasprijzen na de Russische inval in OekraĂŻne raken het economische hart van het Europese project. Maar dat hart zou niet kunnen kloppen zonder een gedeelde geschiedenis en cultuur.
Europa – Het is augustus 1656 als de Moravische geleerde Jan Amos Comenius (1592-1670) aankomt in Amsterdam. Hij is op dat moment een van de bekendste geleerden van Europa. Op de vlucht voor de vervolgingen van protestanten en het oorlogsgeweld in zijn thuisland vindt hij hier vrijheid van godsdienst, een tolerant politiek klimaat en een rustige omgeving om aan zijn boeken te werken.
Comenius werd geboren in Moravië, tegenwoordig Tsjechië, en hij schreef het eerste omvattende werk over onderwijspedagogiek in Europa. Onderwijs zou volgens hem voor iedereen toegankelijk moeten zijn, voor jongens en meisjes, arm en rijk. Comenius heeft niet alleen onze blik veranderd hoe we naar onderwijs kijken, maar heeft zich daarnaast altijd ingezet voor religieuze tolerantie, vrede en medemenselijkheid.
Gedurende zijn leven correspondeerde hij met geleerden over het hele continent. Hij liet zich inspireren door het werk van Erasmus en verbleef ook in Duitsland, Polen, Engeland, Hongarije en Zweden. Comenius woonde in dezelfde buurt in Amsterdam als Rembrandt â mogelijk heeft de schilder hem ook geportretteerd â en na zijn overlijden is hij begraven in Naarden. Elk jaar komen daar nog hele groepen Tsjechen langs om zijn werk- en rustplaats te bewonderen.
Het levensverhaal van Comenius is een van de vele voorbeelden van Europese verbondenheid. Het is een klein verhaal in het grote palet van vertellingen dat ons Europeanen bindt, gevormd door schilders, schrijvers en denkers die eeuwenlang van elkaar hebben geleerd, de verschillende volkeren die aan hetzelfde bouwwerk bouwden.
CULTURELE VERBONDENHEID
Als we het vandaag de dag hebben over Europese verbondenheid, dan wordt er vooral met een economische bril naar gekeken. Europese samenwerking is belangrijk zodat onze vrachtwagens kunnen doorrijden en we makkelijker arbeiders hiernaartoe kunnen halen om te komen werken. Van de afspraken over de Euro, coronabonds, de aanpak van klimaatverandering tot vluchtelingenbeleid: de Europese lidstaten zijn in de loop van de tijd steeds meer met elkaar verbonden geraakt.
Maar in de afgelopen decennia hebben Europeanen te veel met elkaar gepraat in de taal van euroâs en cijfers en te weinig over ons gedeelde verhaal dat economische belangen overstijgt. Het verhaal van Europese samenwerking als een economisch samenwerkingsproject, zoals het eerst nog werd uitgelegd, voldoet niet meer.
De zoektocht naar een gedeeld verhaal zal samen moeten gaan met het creëren van een stabiele sociale ondergrond.
De toegenomen samenwerking na de Russische inval in OekraĂŻne gaf een sterke impuls op het gebied van defensie en veiligheid. Daarbij is de samenwerking in Brussel op het gebied van monetair beleid, politiek en defensie niet alleen tussen de Europese lidstaten toegenomen. Dat vereist nu ook meer solidariteit tussen Europeanen onderling.
En hierin schuilt de uitdaging. Want met de roep om meer Europese solidariteit kunnen we ons afvragen: kennen we elkaar eigenlijk wel? Wat weten we over de ander, de Griek en de Italiaan waarmee we de Euro delen, over de Pool en de Hongaar waarmee we afspraken maken over de Europese buitengrenzen? En wat is het gedeelde verhaal dat Europeanen bindt?
De zoektocht naar dit gedeelde verhaal zal samen moeten gaan met het creëren van een stabiele sociale ondergrond. Zo kunnen we bouwen aan een sterker gevoel van Europese solidariteit.
We zullen elkaar als Europeanen beter moeten leren kennen. Hier is een overtuigend verhaal voor nodig over wat het betekent Europeaan te zijn, waarbij Europese samenwerking niet âeen project van vreemden isâ, zoals wordt aangegeven in het inleidende essay bij deze serie, maar een project van verbondenheid. Culturele verbondenheid wel te verstaan.
Maar wat is de gemeenschappelijke Europese geschiedenis en cultuur dan precies? Wat houdt het in? Laten we eens naar onze eigen Nederlandse geschiedenis kijken. Wist u bijvoorbeeld dat onze eerste koning een Fransman was, de broer van Napoleon Bonaparte? Dat Rembrandt van Rijn zijn schildertechnieken heeft geleerd van een Italiaan? En dat de humanist Erasmus zijn omvangrijke collectie boeken naliet aan een Poolse geleerde? Het zijn slechts enkele voorbeelden van de verwevenheid van onze geschiedenis met het continent.
Het vraagt om interesse in de ander, om op zoek te gaan naar verhalen uit de geschiedenis en zo te bouwen aan dit gezamenlijke bouwwerk van onze gemeenschappelijke cultuur. Daarvoor moeten we anders kijken naar onze mede-Europeanen. Sinds de val van de Berlijnse muur in 1989 en de toetreding van de meeste Oost-Europese landen in 2004 werden met name de banden op economisch gebied versterkt, maar de verhalen over onze gemeenschappelijke geschiedenis bleven achter. Polen, Hongaren, Tsjechen en Roemenen worden voornamelijk gezien als handige, goedkope arbeidskrachten om de prijzen in de winkels te kunnen drukken. Hierbij kunnen verhalen over onze gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur, zoals het verhaal van Comenius, verbondenheid en begrip kweken.
Het gezamenlijke culturele verhaal kan echter alleen groeien in de vruchtbare bodem van economische stabiliteit en sociale zekerheid. En dat is precies hetgeen dat vandaag de dag wordt bedreigd. De toegenomen inflatie en de hoge gasprijzen na de Russische inval in OekraĂŻne raken het economische hart van het Europese project. Alleen een sterke Unie kan die uitdagingen het hoofd bieden.
SOCIALE ZEKERHEID
De Europese Unie lijkt, na de strenge aanpak van de Griekse schuldencrisis in 2008, het belang van sociale zekerheid steeds meer te onderbouwen. Een voorbeeld zagen we tijdens de coronacrisis, waarbij lidstaten aan de hand van het SURE-programma makkelijker geld konden lenen om de werkeloosheid tegen te gaan. Ook werd besloten om de Zuid-Europese landen niet te laten vallen toen de toerisme-inkomsten verminderden, maar kwamen er Coronabonds: gezamenlijke leningen waardoor er goedkoper geld geleend kon worden om de schade op te vangen. Daar profiteert Nederland indirect ook van.
Waarom is er bijvoorbeeld nog geen Europese talkshow waar verschillende nationaliteiten met elkaar in discussie kunnen gaan over de actualiteit?
De belangrijke vragen van deze tijd blijven daarom: hoe gaan we Europeanen dichter bij elkaar brengen en hoe leggen we de basis voor een sterker gevoel van Europese solidariteit?
Ten eerste is er meer discussie nodig tussen Europeanen onderling over de te varen koers. De Conferentie over de toekomst van Europa van de afgelopen maanden, waar Europese burgers met politici in gesprek gingen over de te varen koers en de rol van de Unie hierin, was een belangrijk begin van deze discussie. Maar dit kan groter en breder opgezet worden. Waarom is er bijvoorbeeld nog geen Europese talkshow waar verschillende nationaliteiten met elkaar in discussie kunnen gaan over de actualiteit?
Of denk aan apps waar Europeanen kunnen reageren op het nieuws van de dag of kunnen meediscussiëren over initiatieven als het realiseren van een Europees basisinkomen. Daarbij hebben we moedige politici nodig die uitleggen dat we als Europeanen in hetzelfde schuitje zitten en we elkaar in de toekomst nog zullen hebben. En is het aan kunstenaars, schrijvers en denkers om te laten zien dat we geen vreemden, maar vrienden zijn in het eeuwenoude verhaal van onze gemeenschappelijke Europese geschiedenis.
In deze instabiele wereld moeten we inzien dat de Europese Unie bescherming biedt in woelige tijden. Waar onze gemeenschappelijke cultuur de bodem legt voor een gedeeld verhaal, vormt een stabiele economische en sociale ondergrond het cement. Alleen zo kunnen we werken aan een sterker gevoel van Europese solidariteit.