De Iraanse schrijfster Shohreh Feshtali gevlucht uit het totalitaire Iran heeft zich goed genesteld in de Nederlandse samenleving. Ze voelde zich hier thuis, veilig en vrij, zaken die Iran vanaf de jaren 1970 in stappen steeds meer kwijtraakte. Nu ziet zij de ontwikkelingen in Nederland en ziet angstige parallellen met het Iran waarvoor zij moest vluchten.
‘Geachte heer Rutte,
28 Jaar geleden ben ik in Nederland terecht gekomen. Ik wist niets van het land. Behalve dat het een land was van tulpen, traditionele molens en vrije mensen. Tulpen zijn er nog maar de prachtige molens zijn vervangen door koude zielloze windmolens, en vrijheid, daar kom ik zo op terug.
Ik werd meteen verliefd op het mooie, nuchtere en vrije Nederland. Het was hier namelijk zo anders dan waar ik vandaan kwam. Ik, een jonge vluchtelinge, was in de hemel beland. Zo voelde het, ik mocht met iedereen praten, handen schudden, anderen in de ogen kijken, flirten, complimenten geven en knuffelen.
Ik zag mensen elkaar de helpende hand reiken. Je kon op elkaar leunen, letterlijk en figuurlijk. Op straat zag ik vriendelijke gezichten. Ik genoot van de geestige opmerkingen als ik in de supermarkt tegen iemand aan botste, van de gezellige babbeltjes bij de kassa. Van de leuke gesprekken met zomaar iemand op Koninginnedag. Er werden wijkfeesten georganiseerd om bewoners dichter bij elkaar te brengen. Nederland was mooi en Nederlanders waren menselijk.
Ik werd met open armen ontvangen en voelde me vanaf dag één veilig. Als ik op bed lag dacht ik vaak beseffen de mensen hier wel eigenlijk hoe gelukkig ze zijn met al die vrijheid? Waarderen ze het wel? Op de vraag waarom dragen hier scholieren geen uniform kreeg ik als antwoord dat is in strijd met onze grondrechten, wij zijn vrij om te dragen wat we willen. Dat mag niet door anderen bepaald worden. De nuchterheid en de Nederlandse vrije geest verbaasde mijn telkens weer. In Nederland leerde ik dat ieder mens waardevol is, dat iedereen vrij is, om zijn dromen na te jagen, dat ieder individu zelf bepaalt hoe hij of zij behandeld wenst te worden. In Nederland heb ik geleerd dat de overheid voor jouw belangen moet opkomen en dat een burger dus op de overheid kan vertrouwen.
Hoe anders was dit in mijn geboorteland waar de vrijheid van burgers was afgepakt. Na de machtsovername van 1997 was hun leven drastisch veranderd. Een mooi, modern en gelukkig land was getransformeerd tot een dictatoriale staat. Mensen mochten op straat niet meer naast elkaar lopen of naast elkaar in de auto zitten, behalve als ze tot één huishouden behoorden. De dagelijkse handelingen werden voor je bepaald en waren in detail in een protocol vastgelegd, zoals wat je in het openbaar moest dragen of dat er op straat niet met elkaar mocht worden gesproken. Handen schudden, concerten, dicht bij elkaar staan, knuffelen, no way. Spontaan een terrasje pakken, sporten of demonstreren, strikt verboden.
Als ik deze verhalen aan Nederlanders vertelde konden zij het niet geloven dat de Iraanse burgers het zover hadden laten komen. Ik ook niet. Ik gaf de schuld aan de generatie van mijn vader: waarom, waarom hadden zij dit toegelaten? Waarom hadden zij zo makkelijk basisrechten afgestaan?
Meneer Rutte. Met ongeloof in mijn ogen zie ik de geschiedenis zich herhalen. In mijn geboorteland gebeurde dat uit naam van het geloof, omdat het regiem ons naar de hemel wilde leiden. In mijn nieuwe vaderland gebeurt nu hetzelfde maar omdat met ons in het leven wil houden. In beide gevallen doet men het voor ons eigen belang. Kennelijk hebben wij allemaal een extreem laag IQ en weten we niet hoe we dat zelf moeten doen. Al heel lang zie ik mensen angstig en onzeker op straat lopen en afstand van elkaar houden. Ze zijn bang om ziek te worden of om anderen te besmetten. In de supermarkt komt niemand naast je staan. Niemand durf je aan te raken, je een knuffel te geven, collega’s willen niet meer samen met je in de lift. Wij feliciteren elkaar niet meer persoonlijk maar online. Allemaal dankzij de 1,5 meter maatregel en andere maatregelen. En als je niet oppast loop je de kans je buurman je verlinkt. Waarom? Omdat hij zo ontzettend bang is gemaakt voor het besmettingsgevaar.
Wat een gelijkenis met waar ik vandaag gevlucht ben meneer Rutte. Waar ik vandaan kom haten de burgers hun leiders […] de burgers vertrouwen ook elkaar niet langer. Ze zijn bang en onzeker moe en moedeloos, ook de burgers van uw land, van ons land zijn ongelukkig. Alle elementen die het leven mooi en spontaan maken zijn afgenomen.
Velen zijn zwaar depressief, ziet u dat zelf niet? Die 1,5 meter is voor u heel anders dan voor een alleen staande moeder met drie kleine kinderen op driehoog achter. Of voor een horeca-ondernemer die op de rand van faillissement staat. Of voor een bejaarde die in een verzorgingshuis zijn of haar laatste fase van het leven doorbrengt.
Ondernemend Nederland is teleurgesteld in uw beleid. Datzelfde geldt voor het zorgpersoneel dankzij door u ingevoerde bezuinigingen. De politie is er niet langer om ons te beschermen, maar om ons te controleren, ons te bestraffen, te pijnigen. Ziet u als intelligente man werkelijk niet hoe u mensen ernstig beschadigt met uw aanpak? Hoort u niet de roep van uw volk?
De psychische gezondheid van de Nederlander staat zwaar onder druk, meneer Rutte.
Door die 1,5 meter afstand kijken burgers angstig naar elkaar. Het is uw plicht als premier om hier iets aan te doen. U kunt de held van het land worden. U bent premier dankzij onze stemmen. Daarom vraag ik u met klem, haal de angst en onzekerheid weg bij de burgers.
Ooit heb ik ervoor gekozen om mijn leven in een vrij land voort te zetten, om een vrije Nederlander te worden. Die vrije Nederlander wil ik ook blijven. Het is aan u om die vrijheid te waarborgen.
Hoogachtend,
Shohreh Feshtali
Flavio Pasquino had vervolgens een indrukwekkend interview met Shohreh Feshtali. Het doet je beseffen dat we wel eens voor langere tijd veel van onze democratische waarden kwijt zijn geraakt, vrijwillig afgegeven door misplaatste angst voor een virus, geholpen door een onderdrukkend handhavingsapparaat en angstzaaiende media.