Geert Wilders is woedend. En dat is dit keer niet zo gek ook. Want linkse academici pleiten ervoor om zijn partij, de PVV, te verbieden. Nee, dat is geen grap. Ze menen het serieus. Wat nou vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, en ‘democratie’? De PVV heeft een ideologie deze mensen niet aanstaat en dus moet de partij eraan geloven.
Emeritus hoogleraar recht Ulli d’Oliveira meent in linkse krant het Parool dat er gegronde redenen zijn om de PVV te verbieden. Het is natuurlijk een gotspe dat een voormalige verzetskrant zoiets publiceert (zie opinie stuk hier onder), maar zo diep zijn ze daar dus gevallen. Oproepen op de democratie te ondermijnen, de rechtsstaat af te schaffen, en een democratisch gekozen partij VERBOTEN te verklaren is daar nu volkomen acceptabel.
3 redenen
Volgens deze hooggeëerde academicus (zucht) kan de PVV verboden worden omdat “het doen en laten van Wilders en zijn PVV in strijd is met de openbare orde.”
En trouwens, gaat hij verder, “[d]e interne organisatie van de partij als stichting is op zichzelf al ondemocratisch. Ook onder die bepaling kan het OM de rechtbank dus met een redelijke kans van slagen verzoeken om de eenmanspartij van Wilders te ontbinden.”
En dan is er nog een derde argument in zijn ogen, te weten dat Wilders veroordeeld is “wegens strijd met de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat.”
Reactie Geert Wilders op oproep PVV te verbieden
Het zal niemand verbazen dat Wilders hier zelf buitengewoon fel op gereageerd heeft. Neem het hem eens kwalijk. Het is immers duidelijk dat dit soort linkse figuren het letterlijk onmogelijk willen maken voor hem om nog langer politicus te zijn, en dus meer dan 1 miljoen Nederlanders te vertegenwoordigen in het parlement.
“Linkse elite wil PVV verbieden,” vat hij de positie van de hoogleraar juist samen. “Puur totalitair gedrag. Zoals ook communisten, islamisten en fascisten het tegengeluid altijd willen smoren en verbieden.”
Linkse elite wil PVV verbieden.
Puur totalitair gedrag. Zoals ook communisten, islamisten en fascisten het tegengeluid altijd willen smoren en verbieden.
Schandalig en ineffectief bovendien. De #PVV zal alleen maar sterker worden. Veel sterker! https://t.co/HVpjoqM1nM
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) September 9, 2021
Dat is natuurlijk “schandalig,” schrijft Wilders, maar het is bovendien ook nog eens “ineffectief… de PVV zal alleen maar sterker worden. Veel sterker!”
Het goede nieuws voor Wilders? De kans dat zijn PVV verboden wordt is natuurlijk minimaal. De andere partijen willen het niet riskeren dat 1 miljoen kiezers in opstand komen. Niet zo gek, want dat kúnnen ze zich niet permitteren.
Lees hier onder het stuk (we gunnen het Parool gen extra bezoekers)
Opinie: ‘De PVV is in strijd met de openbare orde’
Ook op basis van de huidige wet is er genoeg grond om de rechter te verzoeken de PVV te ontbinden, meent emeritus hoogleraar recht Ulli d’Oliveira.
Op 6 juli is Geert Wilders door de Hoge Raad definitief schuldig verklaard aan groepsbelediging en dus rassendiscriminatie door zijn zorgvuldig voorbereide ‘Minder Marokkanen’- toneelstuk. In de context van de wetgeving, die stoelt op het VN-verdrag tot uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, wordt onder ‘ras’ ook etnische afkomst verstaan, los van de nationaliteit.
De Hoge Raad moest beoordelen of een veroordeling te rijmen viel met de vrijheid van meningsuiting – door Wilders steevast ‘de waarheid’ genoemd – en beantwoordde die vraag bevestigend. Het college verwees instemmend naar de overweging van het gerechtshof Den Haag, dat had uiteengezet ‘dat hij in het publiek debat tevens de verantwoordelijkheid draagt om te voorkomen dat hij uitlatingen verspreidt die strijdig zijn met de wet en met de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat, waaronder ook uitlatingen die – mede gelet op de wijze waarop en de context waarin die uitlatingen zijn gedaan – direct of indirect aanzetten tot onverdraagzaamheid’.
Ondermijnen
Deze veroordeling roept – naast de vele uitlatingen van Wilders om het gezag van de rechterlijke macht te ontkennen en te ondermijnen, alsook delen van het partijprogram – meteen de vraag op of de Partij voor de Vrijheid niet ontbonden moet worden wegens strijd met de openbare orde. Dat kan op grond van een bepaling uit het Burgerlijk Wetboek (BW). Het Openbaar Ministerie moet daartoe een verzoek bij de rechtbank doen. Er is een sterk precedent. In 1998 is op aanwijzing van minister Korthals de partij CP’86 verboden en ontbonden door de rechtbank wegens strijd met de openbare orde: het was een veroordeelde criminele organisatie door het aanzetten tot vreemdelingenhaat.
Nu zijn politieke partijen wel een speciaal geval; men moet toch voorzichtig zijn met het inzetten van een verbod om een bepaalde politieke gezindheid – hoe onwelgevallig ook – die zijn kanalisatie vindt in een politieke partij de voet dwars te zetten. Anderzijds is zo’n ontbinding een wapen van de democratie tegen ondemocratische stromingen.
Flink verruimd
Op dit gebied zijn er twee ontwikkelingen gaande. In de eerste plaats is kort voor de uitspraak van de Hoge Raad een wijziging van deze bepaling in het BW in het Staatsblad verschenen. De mogelijkheden om rechtspersonen te verbieden worden daardoor flink verruimd. Het is wenselijk, zo zegt deze wet, de democratische rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale antidemocratische krachten. Dat past precies op de PVV, om van Forum voor Democratie maar niet te spreken.
Maar deze nieuwe wet sluit nu juist toepassing uit ten aanzien van politieke partijen en hun neveninstellingen. Dit in afwachting van een aparte wet op de politieke partijen, waarin ook de ontbinding wegens ernstige bedreiging voor de democratische rechtsstaat aan de orde moet komen, op basis van het rapport van de staatscommissie parlementair stelsel (onder voorzitterschap van Johan Remkes). De commissie-Remkes adviseert ook om alleen verenigingen als politieke partij toe te laten, en dus geen eenmansstichtingen als de PVV. Die Wet op de politieke partijen is wel door minister Ollongren aangekondigd, maar is er nog (lang?) niet.
In de tussentijd zal het OM het dus moeten doen met het oudere wetsartikel, dat nu juist in zijn onhelderheid een aantal gebreken vertoonde. Zo maakt het nieuwe artikel het makkelijker voor het OM om aan te tonen dat doel of werkzaamheid van een rechtspersoon in strijd is met de openbare orde, door te verduidelijken dat dat in elk geval zo is als het gaat om aantasting van de menselijke waardigheid, geweld, of het aanzetten tot haat of discriminatie. Blijkens de uitspraak van de Hoge Raad is dat precies wat Wilders verweten wordt.
Ik meen dat dit ook al in het bestaande oude artikel van het BW kan worden gelezen. Ook kan onder het oude artikel worden aangenomen dat het doen en laten van Wilders en zijn PVV in strijd is met de openbare orde. De interne organisatie van de partij als stichting is op zichzelf al ondemocratisch. Ook onder die bepaling kan het OM de rechtbank dus met een redelijke kans van slagen verzoeken om de eenmanspartij van Wilders te ontbinden. Haar oprichter en enige (bestuurs)lid is veroordeeld wegens strijd met de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. Dus waar wacht men nog op?