Als u vind dat het nog ruim voor twaalven is, dan graag doorlopen. U hoeft dit niet te lezen.
In veel West-Europese landen zijn er oppositionele partijen actief met een nationalistische en meestal ook conservatieve agenda. Zij hebben een behoorlijke aanhang die al jaren vrij stabiel is en op zijn best een derde van de kiezers omvat. Opvallend is dat, hoewel zij zeer kritisch zijn op de wijze waarop geregeerd wordt, hun strategie parlementaristisch is. Wijziging van de grondwet, van de staatsinrichting of andere instituties staat niet op de agenda. Dit met uitzondering van het invoeren van een referendum, dat afgezien van het feit dat referenda van weinig invloed zijn op het functioneren van de overheid zelf, er ook andere bezwaren kleven aan het tot de kern van hervormingen maken. Daarnaast wordt er opzeggen van lidmaatschap van internationale organisaties en verdragen gepropageerd zonder dat er serieus wordt nagedacht over hoe de daarop volgende situatie moet worden vormgegeven.
Voor zover er wel eens aan het functioneren van de staat gerefereerd wordt, zoals de opmerkingen van Baudet over partijdige rechters, blijkt er geen of onvoldoende idee aanwezig om daar iets tegen te ondernemen. Maar zelfs als zo’n plan er wel zou liggen ontbreekt het inzicht dat verandering door wijziging van wetten en verdragen via een strikt parlementaire weg onmogelijk is. Daarvoor zijn langdurig grote meerderheden noodzakelijk en de mogelijkheid om internationale verdragen op te zeggen of te wijzigen. Als we zien dat het nog niet eens mogelijk is verdragen zoals recent CETA tegen te houden dan is duidelijk dat het zelfs als er een meerderheid voor bestaat het jaren zal duren om slechts geringe veranderingen langs parlementaire weg te realiseren.
Moet het dan langs buitenparlementaire weg? Opstand, revolutie, een coup? Liever niet, maar misschien is het onvermijdelijk. In ieder geval is het noodzakelijk om bij het formuleren van alternatieven het parlementaire denken, het denken in termen van het huidige functioneren van de staat en andere instituties los te laten. Om in staat te zijn een realiseerbare en enigszins concrete voorstelling te geven hoe het wel zou kunnen. Daar ontbreekt het bij de conservatief/nationalistische oppositie aan. Kreten als “grenzen dicht” en “NEXIT” zijn onvoldoende. En ook een “stem FvD dan gaan we X of Y regelen” is weinig aanlokkelijk. Een serieus te nemen realistisch perspectief ontbreekt.
Als er wel serieuze ingrijpende voorstellen zouden zijn is het essentieel na te denken over strategieën om die doorgevoerd te krijgen. Men moet verder denken dan het optreden in het parlement, het winnen van verkiezingen en de daarbij behorende vormen van werving en propaganda. Het formeren van een parlementaire meerderheid is belangrijk, maar de vraag hoe die te vormen wordt eigenlijk niet gesteld, laat staan beantwoord. Een belangrijk onderdeel van een serieus te nemen strategie is het zoeken naar coalitiemogelijkheden en politieke samenwerking buiten de verkiezingen om. Pogen om bij bestaande partijen in te breken of ze mee te nemen in een wenkend perspectief. Het samen regeren na een verkiezingsoverwinning in een coalitie die voor een belangrijk deel uit “midden”-partijen bestaat in ruil voor enkele papieren concessies is in ieder geval geen optie. Dat lijkt me de les die uit het gedoogkabinet met Wilders getrokken mag worden. Het in ruil voor een kleine concessie hier of daar steunen van de regering is nog minder een optie. Misschien nog wel belangrijker is het organiseren van oppositie buiten het parlement. Het bij elkaar brengen van georganiseerde deelbelangen.
Inmiddels nemen de problemen toe en wordt de situatie steeds dringender. Het is over twaalven. Hoe komt het dat er geen begin van nadenken over echte alternatieven en strategieën bij de oppositionele partijen is waar te nemen?
Het antwoord daarop is dat de heersende ideologie alom tegenwoordig is en het denken beheerst, ook dat van de oppositie. Er zijn maar bijzonder weinig personen die zich er enigszins aan kunnen onttrekken. Daar is om te beginnen enige intellectuele bagage en een kritische instelling voor nodig. Kwaliteiten die niet erg hoog worden aangeslagen en in het (universitaire) onderwijs al langere tijd worden ontmoedigd. Voor de kleine groep die daaraan enigszins ontsnapt is, is de volgende belemmering dat zij wel in deze maatschappij moeten blijven functioneren: geld moeten verdienen en andere maatschappelijke verplichtingen nakomen. Daarnaast is er behalve een kritische instelling en intellectuele bagage ook nog een zeker openheid van geest nodig is, een wil tot samenwerking en discussie. Ook dat zijn kwaliteiten die tegenwoordig ontmoedigt worden. Conformisme is de belangrijkste kwaliteit om boven te komen. Met klokkenluiders loopt het slecht af. Een onwelgevallige politieke mening betekent meestal het einde van je carrière. Tot zover de democratie. Ter wille van de zelfhandhaving in deze maatschappij moet men vooral zenden en niet ontvangen. En daarvoor is weer een overdreven geloof in het eigen gelijk noodzakelijk.
Oppositionele partijen, eigenlijk alle partijen, zijn ongeschikt als broedplaats voor het ontwikkelen van ingrijpende alternatieven en strategieën. En dat geldt eveneens voor de aan die partijen verbonden onderzoeksorganisaties en andere denktanks. Bij politieke partijen speelt terecht de directe machtsvraag een belangrijke rol en dat betekent dat ideeën die de leiding niet aanstaan weinig kans krijgen, en sowieso ideeën die te ver van de actualiteit — maar niet van de realiteit! — staan weinig aandacht krijgen.
Het ontwikkelen van structurele ingrepen en strategieën zal dus als positieve kritiek onafhankelijk van die partijen moeten worden ontwikkeld en vanuit die positie de partijen moeten beïnvloeden. Dergelijke onafhankelijke organisaties zullen wel duidelijk moeten maken dat zij sympathie hebben voor de oppositie. Dat hun kritiek positief bedoeld is.
Een organisatie waarin dat denken zich kan ontwikkelen, een samenwerking van kritische intellectuelen bestaat niet. Dat hoeft niet een formele organisatie te zijn, een enigszins los verband van mensen die voldoende respect voor elkaar hebben en de discussie willen en kunnen voeren zou al een flinke vooruitgang zijn. Daar is dringend behoefte aan. De auteur probeert al jaren kritische denkers die buiten de bestaande orde kunnen en willen denken tot enige samenwerking en interactie te bewegen, zodat er een intellectueel tegenklimaat kan ontstaan. Om de hiervoor genoemde redenen is dat een zware, misschien wel onmogelijke opgave.
via.https://hardewoorden.nl/