Het kabinet Rutte-3 is precies de helft van zijn bewindspersonen kwijt. Van de 24 ministers en staatssecretarissen die in oktober 2017 aantraden, zijn er nog 12 over. De laatste (tijdelijk) vertrekker is Wouter Koolmees, minister van Sociale en Werkgelegenheid, die deze week is aangesteld als informateur. Als Koolmees, samen met Johan Remkes, erin slaagt Rutte-4 van de grond te krijgen, komt Koolmees niet terug; hij houdt het na elf jaar politiek voor gezien.
De vertrekkers hebben allemaal zo hun eigen redenen, maar er is ook een gemeenschappelijk gevoel. Ze hebben het gehad met de ongenuanceerde kritiek, met ongefundeerde verdachtmakingen waartegen het moeilijk vechten is. Bewindslieden begrijpen echt wel dat hoge bomen veel wind vangen, dat je het nooit goed doet. Daar kunnen ze wel mee leven. Het wordt een ander verhaal als je valselijk wordt beticht van zaken waar je je niet tegen kunt verweren. Wat moet je met mensen die bij hoog en laag volhouden dat de coronapas uitsluitend is bedoeld om het volk te knevelen, dat alle politici zakkenvullers zijn en dat het niet uitmaakt wat een minister zegt omdat hij of zij per definitie liegt?
“Als je dit rijtje beziet en ook beseft dat dat verre van compleet is, dan ben je inderdaad geneigd te denken dat geen enkel kabinetslid deugt.”
Natuurlijk is er van alles misgegaan in de toeslagenaffaire, heeft het jaren geduurd voordat de gaskraan in Groningen werd afgesloten en moeten mensen veel te lang wachten op toegezegde compensatie en schadevergoedingen. En natuurlijk heeft het kabinet de woningnood gebagatelliseerd waardoor dat nu een van de grootste politieke problemen is geworden, is de stikstofcrisis niet aangepakt, de evacuatie uit Afghanistan volledig mislukt, het onderwijs verwaarloosd en is er nog steeds een enorm tekort aan mensen in de zorg. Als je dit rijtje beziet en ook beseft dat dat verre van compleet is, dan ben je inderdaad geneigd te denken dat geen enkel kabinetslid deugt.
Eric Wiebes was als minister van Economische Zaken verantwoordelijk voor de Groningse gasboringen en als staatssecretaris van Financiën samen met Menno Snel voor de toeslagenaffaire. Sigrid Kaag reageerde te laat, net als Ank Bijleveld, bij de val van Kabul, waardoor Afghanen die voor Nederland hadden gewerkt maar mondjesmaat konden worden gered. Mark Rutte leed aan ernstig geheugenverlies bij de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting en de poging om Pieter Omtzigt te lozen. Hugo de Jonge kwam pas laat op gang in de aanpak van de coronacrisis. Halbe Zijlstra fantaseerde erop los over een verblijf bij Poetin en zijn opvolger Stef Blok zette Suriname bij het grofvuil door dat land een ‘failed state’ te noemen.
“Er zijn genoeg bewindslieden die naar behoren functioneren, zich inzetten om het leven van burgers proberen wat beter te maken.”
Dat zijn allemaal gebeurtenissen waarop je als kabinet niet trots kunt zijn. Waarvoor je je, in het ene geval meer dan het andere, diep moet schamen. Maar dat geldt maar voor een deel van het kabinet. Er zijn genoeg bewindslieden die naar behoren functioneren, zich inzetten om de problemen aan te pakken en het leven van burgers proberen wat beter te maken. Er kwam een pensioenakkoord, een klimaatakkoord; financieel ging het voor de wind waardoor forste steun kon worden gegeven aan bedrijven tijdens de coronacrisis.
We leven in een keurig aangeharkt land met relatieve welvaart. De economie draait als een tierelier, werkgevers en werknemers kunnen doorgaans met elkaar door één deur en meningsverschillen worden door te polderen beslecht. We zijn een gehoorzaam volkje, meer dan 85 procent laat zich zonder bezwaar vaccineren en we blijven thuis als er een avondklok geldt, een enkeling daargelaten. Ook al schelden we hartgrondig op onze politici, want natuurlijk doen ze lang niet altijd wat wij willen dat ze doen, we vertrouwen ze wel. En elke vier jaar gaan we trouw naar de stembus om op ze te stemmen.
Maar kennelijk zijn de laffe en anonieme bedreigingen van zeikerds op sociaal media zo indringend dat sommige politici – en zeker niet de minsten – geen lol meer aan hun werk beleven. Dat is best verontrustend. Straks moet er weer een twintigtal mannen en vrouwen bereid worden gevonden om in een nieuw kabinet plaats te nemen. Ze zullen er komen, zeker weten. Maar krijgen we de besten? We weten niet wie er weigert of vooraf te kennen geeft niet beschikbaar te zijn, omdat ze ervoor bedanken om zich dag in dag uit voor rotte vis te laten uitmaken.