Er zijn twee dingen die België bij elkaar houden, zo luidt de grap: de koninklijke familie en de staatsschuld. Voorstanders van de Belgische staat proberen al decennia lang sceptische buitenstaanders ervan te overtuigen dat de vijandigheid tussen de twee landsdelen, tussen (soort van) Franstalige Walen en (soort van) Nederlandstalige Vlamingen, minder ernstig is dan in de media. De politieke realiteit van de afgelopen jaren vertelt een ander verhaal.
België is een democratie. Democratieën houden regelmatig verkiezingen. Verkiezingen leiden meestal tot functionerende regeringen. Niet zo in België. Na de meest recente verkiezingen in 2019 werd België “bestuurd” door een conciërge-administratie, geleid door een “waarnemend premier” – Sophie Wilmès van de centrumrechtse Franstalige Mouvement Réformateur. Pas op het hoogtepunt van de coronacrisis slaagde Wilmès erin een grote coalitie samen te stellen van de belangrijkste Waalse en Vlaamse partijen – op het Vlaams Belang na.
Het Vlaams Belang is de opvolger van het Vlaams Blok (VB), een Vlaamse “nationalistische” partij die zijn wortels terugvoert naar de smadelijke geschiedenis van de Vlaamse samenwerking met de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. De stijging van de VB in de peilingen begon eind jaren tachtig, toen de partij een scherpe anti-immigrantenagenda aannam, die een winnaar bleek te zijn. Onder leiding van Filip Dewinter rukte het VB gestaag op in de peilingen, vooral nadat het de strijd tegen de islam en de ‘islamisering van Europa’ tot een centraal punt van zijn politieke programma had gemaakt. Nadat de partij was veroordeeld voor het bevorderen van racisme, loste het alleen op om onder de nieuwe naam weer op te duiken, maar met een soortgelijk anti-immigranten, anti-islamprogramma.
Dewinter was een van de eerste radicale rechtse populistische leiders die het potentieel inzag van mobilisatie tegen de groeiende moslimgemeenschap in West-Europa. Dewinter beschouwde de islam als een ’totalitaire’ ideologie die fundamenteel onverenigbaar is met westerse gebruiken en tradities, en promootte zijn partij als toegewijde verdedigers van Europa’s joods-christelijke erfgoed, secularisme, liberale waarden en manier van leven. De partij deed een bijzondere inspanning om haar toewijding aan de rechten van de vrouw tot uitdrukking te brengen, het gebied waar de islam als bijzonder kwetsbaar werd beschouwd. Het Vlaams Belang bleef zich mobiliseren tegen de islam, met vaak nogal provocerende posters. De ene beeldde een jonge vrouw af in bikini en hidjab, haar gezicht half bedekt met de slogan “Vrijheid of islam? Durf je keuze te uiten! ” Nog een poster beeldde een zwangere vrouw af, haar buik bloot, naast de slogan: “Nieuwkomers? We maken ze zelf. “
Ironisch genoeg bleek de focus van de partij op de islam en migratie rampzalig voor haar electorale fortuin. Het leek erop dat de Vlamingen zich minder zorgen maakten over “islamisering” (VB) dan over regionalistische zorgen – dat wil zeggen, de “last” die het Waalse zuiden oplegde aan het Vlaamse noorden. Dit kwam tot uiting in de electorale opkomst van de Nieuwe Vlaamse Alliantie (NV-A), een regionalistische partij, die een groot deel van het draagvlak van het VB ondermaakte.
In the federal election of 2014, the VB polled less than four percent of the vote. For all practical purposes, it was politically dead., a mere shadow of its former self. Yet five years later, nothing short of a political miracle happened. The VB came back with a bang, more than tripling its electoral support, both nationally and in the Flemish part of the country. The main reason – its new charismatic and dynamic leader, 31-year-old Tom van Grieken.
Jonge, telegenieke en dynamische van Grieken vertegenwoordigen een nieuwe generatie radicale rechtse populistische leiders, niet gehinderd door de ideologische bagage uit het verleden. En natuurlijk is in Vlaanderen de ideologische bagage behoorlijk zwaar, gezien de associatie van de partij met collaboratie en extreemrechts. Door een pagina uit het politieke speelboek van Marine Le Pen te halen (met als doel het Front National te ‘dediaboliseren’), deed Van Grieken er alles aan om het imago van de partij te verfraaien en het politiek weer te geven salonfähig. Dat zie je bijvoorbeeld terug in een van de bekendste Vlaams Blok-slogans: ‘Het eigen volk eerst’. In de slogan van het Vlaams Blok werd de connotatie van “mensen” etnisch gedefinieerd (“volk”). Toen het Vlaams Belang onlangs de slogan “ons volk eerst” nieuw leven inblazen, was de connotatie van mensen heel anders, niet langer “volk” maar het veel neutraalere “mensen” – het Nederlandse woord voor mensen.
De bedoeling achter de programmatische facelift van de partij was duidelijk om door het ‘cordon sanitaire’ te breken, dat de partij zo lang als ze bestond naar de marge van de Belgische politiek had verbannen. De strategie bleek succesvol – tot op zekere hoogte. In de nasleep van de verkiezingen van 2019 werd van Grieken ontvangen door koning Filip – de eerste keer dat een Belgische vorst de leider van een extreemrechtse formatie ontmoette sinds de jaren dertig. Ongeveer tegelijkertijd was volgens een representatieve peiling ongeveer twee derde van de Vlaamse respondenten het erover eens dat het “cordon sanitaire” – een overeenkomst tussen de belangrijkste Belgische partijen om het VB uit te sluiten van politieke onderhandelingen – moet worden opgeheven.
Maar toen Sophie Wilmès, de interim-centristische premier van België, in het voorjaar van 2020 een ad-hoc grote coalitie samenstelde, liet ze de VB in de steek en bevestigde ze het beleid van het cordon sanitaire. In reactie daarop van Grieken schreef haar een open en heel boze brief waarin hij de minister-president dat dit niet een tijd voor verbanning, maar voor herinnerde “nationale eenheid.” Tegelijkertijd beschuldigde hij Wilmès ervan dat hij liever “politieke spelletjes blijft spelen” dan alle relevante politieke krachten in het land te verenigen om het virus te verslaan. Dit was onaanvaardbaar – net als het feit dat de premier “zelfs vandaag de dag” burgers verdeelde in eerste- en tweederangsburgers louter omdat ze op de ‘verkeerde partij’ stemden. ‘
De Vlaamse kiezers waren het er duidelijk over eens. In juni 2020 hadden peilingen de partij rond de 28 procent. Hierdoor was het VB het populairste feest van België . Volgens onofficiële schattingen kan het potentiële draagvlak van de partij wel 40 procent bedragen. Onder de gegeven omstandigheden lijkt het moeilijker om door te gaan met het handhaven van het cordon sanitaire, dat de politieke vorming van Van Grieken slechts ten goede heeft gedaan.
En om goede redenen. Covid-19 kon de partij conclusie dat de crisis bevestigde wat het VB altijd had gehandhaafd – niet alleen met betrekking tot de open grenzen, maar in het bijzonder met betrekking tot de relatie tussen de Vlaamse en Waalse regio’s, die het VB altijd al gekenmerkt als schadelijk naar de eerste. De dramatische toename van de steun voor het VB in het Vlaamse deel van het land suggereert sterk dat de Covid-19-crisis de toch al diepe kloof die de afgelopen decennia het welvarende Vlaamse noorden van het gedeïndustrialiseerde Waalse zuiden heeft gescheiden, slechts heeft versterkt. Covid-19 heeft nieuwe brandstof toegevoegd aan het smeulende communitaire conflict tussen de twee delen van het land.
Bij het begin van de pandemie was een van de belangrijkste twistpunten de verdeling van de middelen voor gezondheidszorg tussen de twee gemeenschappen, die door zowel de NV-A als de VB als zeer oneerlijk werd beschouwd. Dit is een vraag die betrekking heeft op fondsen die door de EU worden verstrekt en verdeeld. Het stelde beide partijen in staat om nieuwe manieren te vinden om publieke wrok in Vlaanderen tegen de federale regering, tegen Wallonië en tegen “Brussel”, dwz de EU, te mobiliseren .
Uit eerdere opiniepeilingen bleek dat de Vlamingen vooral bezorgd waren over de economische impact van de Covid-19-crisis. Eind maart gaven vier op de tien Vlaamse respondenten aan bezorgd te zijn over de economie. Zoals overal in Europa bleken de gevolgen van de crisis rampzalig voor de economie. Volgens officiële schattingen zal het Belgische bbp in 2020 waarschijnlijk met ongeveer 8 procent dalen. Gezien het belang van Vlaanderen voor de Belgische economie was de impact vooral significant in het Vlaamse deel van het land.
Onder de gegeven omstandigheden waren er sterke prikkels om iemand te vinden die de schuld kon krijgen van de beproevingen van het land. Voor de VB was de schuldige duidelijk: China. Toen de Covid-19-crisis escaleerde, eisten VB-vertegenwoordigers in het Belgische parlement dat de Chinese regering verantwoordelijk zou worden gehouden voor de verspreiding van de pandemie. Wat nog belangrijker is, ze stelden voor dat België zijn relatie met het Chinese regime zou heroverwegen. Het communistische regime, dat door een vooraanstaande VB-vertegenwoordiger werd aangeklaagd, was in de eerste plaats “bezorgd over zijn reputatie en zijn propagandamachine”. Tegelijkertijd stond het grotendeels “onverschillig tegenover de dramatische gevolgen van de ziekte”.
Ironisch genoeg, terwijl het VB zijn aanvallen op China lanceerde, sprak de Chinese regering in een telefoongesprek met de Belgische koning haar bereidheid uit om de broodnodige medische apparatuur aan België te leveren. De VB-leiding was niet onder de indruk. In feite kwam van Grieken half april naar buiten op Facebook met de eis dat de “Chinese communistische dictatuur” zou betalen voor de schade die het had aangericht.
Inmiddels is er veel tijd verstreken. Toch is er in het land nauwelijks vooruitgang geboekt, althans politiek. Maandenlang na het uitbreken van de pandemie probeerde het Belgische politieke establishment – zonder Vlaams Belang – een regering te bedenken die de wil van de kiezers weerspiegelde – in plaats van de politieke bricolage onder leiding van Sophie Wilmès. Dit bleek eens te meer een quasi-sisyphean taak. Maar wat is er dan nog nieuw in een land dat weinig meer bij elkaar wordt gehouden dan door zijn staatsschuld en het schijnbare gebrek aan geloofwaardige alternatieven (zoals Vlaanderen toetreedt tot Nederland, Wallonië toetreedt tot Frankrijk). In de afgelopen dagen hebben prominente Belgische politici, belast met het samenstellen van een levensvatbare coalitie, opnieuw de handdoek in de ring gegooid. Vaker wel dan niet uitgelokt het proces een flinke moddergooi van de kant van verschillende Belgische partijen, wat de indruk bevestigde dat de Belgische politiek weinig meer was dan een ‘circus’ – met de gevestigde partijen als clowns.
De grote winnaar van de daaropvolgende politieke Tohu wa-bohu in België is het Vlaams Belang, dat in de peilingen is blijven stijgen. En dit ondanks ernstige interne conflicten , waarbij verschillende facties – vooral de entourage van de voormalige eminence grise van de partij, Filip Dewinter uit Antwerpen – tegenover elkaar stonden. Half september zou Sophie Wilmès om een motie van vertrouwen in de Belg vragen. parlement om de weg vrij te maken voor een nieuwe regering. Maar op dat moment waren de belangrijkste partijen in België nog niet eens dicht bij een samenwerkingsakkoord. Tegelijkertijd liet Van Grieken weten dat hij en zijn partij voorstander waren van nieuwe verkiezingen – verkiezingen waarvan het VB waarschijnlijk als onbetwiste winnaar zou verschijnen.
Inmiddels, zo’n 16 maanden na de meest recente nationale verkiezingen, heeft België eindelijk een regering die bestaat uit een reeks politieke partijen uit beide gemeenschappen. Opnieuw is het Vlaams Belang uitgesloten. Ondertussen is er een toename van Covid-19-infecties die het fundamentele conflict tussen de twee gemeenschappen opnieuw dreigen te verergeren. De realiteit is dat er een diepe kloof is tussen het welvarende Vlaamse noorden en het verarmde Waalse zuiden, twee gemeenschappen die door de globalisering op diametraal tegengestelde manieren zijn getroffen – de ene als winnaar, de andere als verliezer, gehamerd door deïndustrialisatie. Daarbij hebben de Franstalige Walen hun eens bevoorrechte positie verloren en daarmee hun vroegere gevoel van culturele superioriteit – een van de bronnen van Vlaamse wrok.
Nu zijn de rollen omgedraaid. De sterke toename van de steun voor het Vlaams Belang weerspiegelt voor een belangrijk deel het gevoel dat dit een “terugverdientijd” is – ingegeven door diepgewortelde vijandigheden die blijkbaar moeilijk, zo niet ronduit onmogelijk te overwinnen zijn. Onder deze omstandigheden is het moeilijk voor te stellen dat de kloof tussen de twee grote gemeenschappen die de Belgische federatie vormen, binnenkort zal genezen. Covid-19 heeft de bestaande spanningen alleen maar verergerd, in het voordeel van het Vlaams Belang, dat waarschijnlijk nog sterker uit de pandemie zal komen.