In deze nieuwe fase van de pandemie woedt het debat over de betekenis van vrijheid en de grenzen daaraan steeds feller. Hoe vrij zijn we nog en waar liggen de grenzen van vrijheidsbeperking? ‘Het gevaar van grensoverschrijdende maatregelen is dat er normalisering optreedt.’
“Wat willen wij? Vrijheid! Wanneer willen wij het? Nu!” Duizenden gingen dit jaar de straat op om vrijheid te eisen. Er was zowel steun voor als kritiek op de demonstraties, die een bont gezelschap van coronacritici trokken. Volgens veel ‘prominenten’, onder wie emeritus hoogleraar historische letterkunde Herman Pleij, begrijpen de demonstranten niet goed wat vrijheid is: “Vrijheid is niet absoluut, er zitten altijd grenzen aan, en die grenzen verschuiven,” zei hij op televisie.
“Je kunt lang discussiëren over de vraag wat vrijheid is,” zegt de Leidse jurist en filosoof Raisa Blommestijn, die ook demonstreerde tegen de coronapas. “Maar vrijheid is in ieder geval niet een overheid die bepaalt dat je moet bewijzen dat je gezond bent voordat je aan het publieke leven mag deelnemen. Of dat de staat jou vertelt wie je mag zien, wat je wel en niet moet eten of welke informatie je tot je moet nemen. De manier waarop overheid én private partijen als ‘big tech’ de ruimte voor het vrije debat bovendien steeds kleiner maken is gevaarlijk voor de democratie.”
Toenemende technologisering van het leven en grote onderlinge intolerantie is – net als de ‘angstige toestand’ van de massa die sinds corona heerst – het tegenovergestelde van vrijheid, constateert ook cultuurfilosoof Ad Verbrugge, verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Volgens de schrijver en filosoof dreigen we in een ‘intensieve menshouderij’ terecht te komen; een samenleving waarin de massa voortdurend met cijfers en data wordt gemonitord en geregisseerd tot bepaald gedrag.
De dreiging om ‘gecanceld’ te worden hangt tijdens de goede gesprekken met beiden in de lucht. Uitspraken moeten worden gewogen en gecheckt, want voor je het weet word je, in de woorden van Verbrugge, ‘in de hoogste boom gehangen’.
Tegen die afrekencultuur sprak Raisa Blommestijn zich vorig jaar uit in het veel besproken ‘Manifest voor het vrije woord’. Een jaar later is het beroerder gesteld met vrije meningsuiting, constateert ze op een Haags terras. De Leidse rechtenfaculteit waar zij docent-onderzoeker is kwam onder vuur te liggen na antisemitismebeschuldigingen die niet bleken te kloppen. In haar woonplaats Den Haag voelt het de laatste tijd soms dystopisch aan. Bij Pathé ziet ze hoe mensen in de rij gereedstaan om hun coronapas te tonen om naar de film te gaan. Uitsluiting ondervond ze aan den lijve toen haar de toegang tot verschillende zakelijke en privégelegenheden werd ontzegd omdat ze weigert een QR-code te laten zien.
Als het om vrijheid gaat vingerwappert het Westen graag naar andere landen die te weinig democratisch of vrijheidslievend zijn. Oost-Europese landen krijgen vaak uitbranders voor het niet respecteren van de rechten van minderheden, of China dient als voorbeeld van hoe het niet moet. Het vrijheidsstrijdtoneel heeft zich de laatste tijd verplaatst naar de westerse binnenlanden. Opkomend populisme past niet bij een democratie, vindt een deel van de bevolking. Anderen zien eerder in toenemende staatsbemoeienis, privaat-publieke allianties en machtsconcentraties van grote bedrijven een bedreiging voor burgerlijke vrijheid.
Vooral sinds corona is vrijheid niet meer wat het is geweest. Gaan en staan waar je wilt, je ongezouten mening uiten of zelf beslissen wat je op of in je lichaam stopt – het is verre van vanzelfsprekend. Een beetje morren op doorgeslagen wokeness mag sinds kort, maar wie scherpe coronakritiek heeft, is al snel een ‘wappie’ of erger ‘een gevaar voor de volksgezondheid’.
Het begrip vrijheid ligt ook onder een vergrootglas. ‘Vrijheid is niet onbegrensd’ is een veelgehoorde dooddoener in het coronadebat. Volgens sommige opiniemakers is zelfs een vaccinatieplicht liberaal, want ‘de vrijheid van de een mag niet ten koste gaan van de gezondheid van de ander’, zoals Mark Rutte al vroeg in de coronacrisis stelde. Bovendien zijn alle vrijheidsbeperkingen democratisch tot stand gekomen en daarmee gerechtvaardigd, vinden voorstanders van de maatregelen.
Deels is dat laatste waar, zegt Blommestijn. “Toch kun je kanttekeningen plaatsen bij het democratische gehalte van het beleid. De verregaande vrijheidsinperkingen zijn genomen door een demissionair kabinet, met steun van een zeer kleine meerderheid. Bovendien zijn het steeds dezelfde mensen die aan de macht zijn, ondanks ernstige schandalen, zoals de toeslagaffaire. Je kunt beter spreken van een regentendemocratie. De PVV, de op twee na grootste partij, wordt bijvoorbeeld uitgesloten van de formatie. De basis voor de noodwet (de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19) is ook al heel mager. Corona heeft de A-status gekregen, gelijk aan ebola, dat een mortaliteit van vijftig procent heeft. Bij een ebola-uitbraak blijven mensen uit zichzelf wel thuis hoor.
Vrijheid is in ieder geval niet een overheid die bepaalt dat je moet bewijzen dat je gezond bent voordat je aan het publieke leven mag deelnemen Raisa Blommestijn, jurist en filosoof
“In een rechtsstaat wordt de staat gecontroleerd door het recht. Daarop zijn uitzonderingen voor volksgezondheid. Maar als er maatregelen worden genomen die zo ingrijpend zijn, moet je aantonen dat ze noodzakelijk, effectief en proportioneel zijn. Dat is hier niet het geval. Bovendien horen in een democratie ook de rechten van minderheden, in dit geval de ongevaccineerden, te worden beschermd tegen tirannie van de meerderheid.”
De laatste tijd spreekt Blommestijn zich vaker publiekelijk uit tegen het coronabeleid. Onder meer bij Jinek uitte ze meermaals haar bezwaren tegen de coronapas, soms omringd door ‘BN’ers’ die corona-restricties omarmen. Tegenspraak is belangrijk, zegt Blommestijn, die onlangs haar proefschrift over de Weimarrepubliek afrondde. Die Duitse republiek staat symbool voor hoe een vrije staat van binnenuit kan transformeren tot een totalitair regime als dat van nazi-Duitsland. Om democratieën te behoeden voor zo’n nachtmerriescenario zijn vrijheid van meningsuiting en het monopolie op geweld essentieel, zijn enkele conclusies uit haar onderzoek. “Deze thema’s zijn actueler dan ooit. De overheid zou erop moeten toezien dat iedereen het woord mag nemen, maar nu beperkt de staat samen met private partijen als ‘big tech’ de vrije meningsuiting. Op het moment dat je oppositie het woord ontneemt of meningen die afwijken van het overheidsnarratief bestempelt als desinformatie, torn je aan de grondvesten van de democratie.”
Vooral voor ‘volksgezondheid’ lijkt geen vrijheidsoffer te veel. Blommestijn: “Als je op Instagram deelt welke bijwerkingen je hebt van de prik, komt daar een label onder die verwijst naar ‘officiële overheidsinformatie’. In Nederland heeft het OMT een haast mythische status gekregen. Niet alleen ontbreken daarin mensen met andere disciplines, zoals psychologen en juristen, ook artsen met een andere zienswijze zitten niet aan tafel. Medici die waarschuwen voor massavaccinatie, of andere oplossingen opperen dan eindeloze vrijheidsbeperkingen, worden van sociale media verwijderd of zelfs op de vingers getikt door de inspectie van gezondheidszorg, zoals laatst is gebeurd met huisarts Els van Veen. De maatregelen worden gerechtvaardigd met ‘de wetenschap zegt het’, maar ‘de wetenschap’ is een klein clubje experts dat geen tegengeluid verdraagt en niet kritisch wordt bevraagd door de Tweede Kamer.”
De elementaire vraag is of de coronamaatregelen bijdragen ‘tot het goede’
Corona heeft bestaande trends als overheidscontrole en betutteling in een stroomversnelling gebracht, zegt Blommestijn. “De geboden en verboden rond roken, drinken en eten stapelen zich ook op. De definitie van volksgezondheid wordt steeds verder opgerekt.” En de druk op de zorg dan? “Er is in bijna twee jaar tijd geen een ic-bed bij gekomen, dat zegt genoeg.”
Terwijl volksgezondheid steeds ruimer wordt opgevat, wordt het begrip vrijheid versmald. Natuurlijk zijn er grenzen aan vrijheid, zegt Blommestijn. “Die grens ligt voor mij bij geweld of direct oproepen tot geweld.” Populisme bestrijden om de vrijheid te beschermen, zoals een deel aan de andere kant van het meningenspectrum wil, is voor haar een brug te ver. “Wat is populisme? Die definitie wordt bepaald door de machthebbers. Zo hoef je niet te luisteren naar anderen, maar veel kritiek die als populistisch wordt bestempeld is niet slecht. Populisme komt van het woord ‘populus’, volk, daar gaat democratie over, het is belangrijk dat iedereen wordt gehoord. Weerwoord bieden is prima, maar zulke geluiden framen of verbieden is ongezond voor een democratie. Hetzelfde geldt voor het begrip ‘complotdenkers’. Maurice de Hond die pleitte voor goede ventilatie was anderhalf jaar geleden ook een complotdenker. Definities worden zó geformuleerd dat iedereen die tegen het officiële verhaal ingaat, minder ruimte krijgt, met soms desastreuze gevolgen.”
Aan lichamelijke integriteit kan wat de rechtsfilosoof betreft nooit worden getoornd. Reden voor haar om zich te blijven verzetten tegen vaccinatiedwang: “De coronapas wordt verkocht als een vrije keuze. In hoeverre kun je daarvan spreken, als je zonder die pas niet aan het normale leven kunt deelnemen? Er wordt enorm veel druk uitgeoefend op mensen die zich om allerlei redenen niet willen vaccineren. Kinderen van dertien laten zich prikken om naar de McDonalds te kunnen. De overheid probeert via een omweg vaccinatie af te dwingen; dat gaat in tegen fundamentele vrijheden als lichamelijke integriteit en zelfbeschikking.”
“Ik begrijp dat regeerders grenzen stellen voor volksgezondheid, maar de vraag is steeds: waar liggen die grenzen?” zegt Ad Verbrugge in zijn woning aan een Leidse gracht. In de benedenverdieping van hetzelfde pand vinden de opnamen plaats van De Nieuwe Wereld, het YouTubekanaal waarop hij met onder meer filosoof Jelle van Baardewijk en modeontwerper Marlies Dekkers maatschappelijke programma’s met een filosofisch tintje maakt.
Met Blommestijn vreest de cultuurfilosoof dat de QR-code een opmaat is naar een digitale dystopie. Het schrikbeeld van het Chinese sociaalkredietsysteem waarin goed gedrag wordt verbonden aan wat burgers wel en niet mogen doemt op. Verbrugge: “Het gevaar is dat er meer aan de QR-pas wordt gekoppeld, zoals de griepprik die nu ook wordt gepromoot. Met de redenatie dat je vrijheid kunt opgeven voor het collectief moet je voorzichtig zijn, want waar ligt de grens? Brengt iemand die autorijdt schade toe aan het milieu? Brengen ouders die scheiden hun kinderen schade toe? Moet je dat allemaal verbieden? Als je die gedachtegang doortrekt, kom je uit bij het sociaalkredietsysteem.”
Verbrugge: “De coronapas overschrijdt een grens. Het gevaar van grensoverschrijdende maatregelen is dat er normalisering optreedt. In het begin was de overheid nog voorzichtig met vrijheidsrestricties. Nu worden maatregelen naar believen uit de kast getrokken, zonder enig besef van de heftigheid ervan of de nadelen. Is dit hoe we voortaan omgaan met maatschappelijke uitdagingen? Wat mij betreft niet.”
De manier waarop nu wordt gepolariseerd maakt sentimenten los die zich tegen de bestuurders kunnen keren Ad Verbrugge, cultuurfilosoof
Drie jaar geleden had hij niet kunnen bedenken dat de overheid zo dwingend ‘een bepaald wereldbeeld’ zou opdringen; van het onthouden van subsidies voor ‘niet-inclusieve kunst’ tot het opschorten van grondrechten wegens mogelijke ‘druk op de zorg’. “De overheid is er om grondrechten te waarborgen, maar die grondrechten zijn er ook om een overheid tegen zichzelf te beschermen. De manier waarop nu wordt gepolariseerd maakt sentimenten los die zich tegen de bestuurders kunnen keren. Dan krijg je opstanden en revoluties, dat wil je ook niet.”
De almaar afnemende vrijheid kan niet los worden gezien van het ‘techniekgeloof’, denkt Verbrugge, die bijdroeg aan het onlangs verschenen boek Pandemische chaos, waarin deskundigen zich buigen over de wetenschappelijkheid van de coronamaatregelen. “Deels geven we zelf privacy en andere vrijheden weg voor het gemak van digitale betalingen of een routeplanner, maar technologisering beïnvloedt ook de maatschappelijke mentaliteit. In de technisch-economische biotoop waarin we leven is elk risico een probleem dat moet worden opgelost. We kunnen niet aanvaarden dat ouderdom of ziekte niet voorkomen kan worden. Dat gaat gepaard met een enorme controledrang.”
Wokeness, extreem-religieus geweld en coronagekte – voor Verbrugge zijn het uitingen van een maatschappelijk lichaam dat al langer in een crisis verkeert. In zijn volgende boek, Schaduwen van de vrijheid, bespreekt hij de dynamiek van de afgelopen decennia, mede door het oog van de Griekse mythologie. Rode draad daarin is de strijd tussen goden en titanen, vrij vertaald naar onze tijd big pharma, big government en big tech.
Toch zijn het niet alleen grote spelers die het vrije denken en doen beperken. Ook de onderlinge intolerantie staat haaks op vrijheid, zegt Verbrugge. “Vrijheid wordt vaak gezien als onafhankelijkheid, maar vrijheid is ook relationeel. Bij de filosoof Hegel is vrijheid een wederkerige beweging. Als persoon ben je vrij als je erkend wordt als vrij mens, gezien wordt, maar ook als je de ander kunt erkennen. Wederzijdse erkenning is de verwerkelijking van vrijheid bij hem.”
De tekst gaat onder de foto verder.
Wie scherpe coronakritiek heeft, is al snel een ‘wappie’
De ‘cancelcultuur’ is het levende voorbeeld van een falende erkenningsverhouding in hegeliaanse zin, vindt Verbrugge. “Het is het omgekeerde tolerantie-ideaal van de Verlichting. Tolerantie betekent iets wat in jouw ogen kwetsend of pijnlijk is, verdragen. Als je tolerant bent, zeg je: ik ben het niet eens met jouw levensstijl of visie, maar ik verdraag het, want het is jouw vrijheid.
“In onze cultuur eisen mensen voortdurend iets van een ander, zonder erbij stil te staan of ze de ander daarmee iets ontnemen. In de cancelcultuur gaan mensen uit van het absolute eigen morele gelijk. Als je moraliseert, suggereer je dat de ander een botte hufter is. Dat is geen basis voor een gesprek. Het massale moralisme is een slecht uitgangspunt voor wederkerige vrijheid. Ik vind het ongehoord dat minister Hugo de Jonge bijvoorbeeld zegt dat hij ‘geen enkel begrip’ kan opbrengen voor mensen die zich niet laten vaccineren. Er zijn goede individuele redenen om die prik over te slaan. Je kunt het oneens zijn met zo’n keuze, maar als je zegt dat je het niet begrijpt, erken je de ander niet. Dat is voor mij de belichaming van intolerantie.”
De wederkerige vrijheid waarover Verbrugge spreekt, staat dankzij politicoloog en filosoof Isaiah Berlin bekend als de spanning tussen ‘negatieve vrijheid’ ofwel ‘vrij zijn van’ bijvoorbeeld overheidsbemoeienis en ‘positieve vrijheid’, die staat voor ‘vrijheid tot’ het goede doen. Hoewel negatief hier geen waardeoordeel is, is het tegenwoordig populair om het ‘negatieve’ coronaverzet meteen als moreel verwerpelijk te duiden.
Verbrugge: “Negatieve vrijheid is ook belangrijk, het is het recht van iedereen om eigen afwegingen te maken. Vrijheidsstrijd is vaker negatief; denk aan bevrijding van onderdrukkers of in het verleden van ‘bekrompen burgerlijkheid’. De elementaire vraag is eerder of de coronamaatregelen bijdragen ‘tot het goede’. In het coronabeleid gaat het om verschuivende technische doelen als ‘het virus verslaan’ of ‘iedereen vaccineren’, vaak met een matige wetenschappelijke onderbouwing of waardenafweging.” Belangen spelen daarbij een rol, maar ook secularisering zorgt voor een ‘overtrokken’ reactie op het virus, denkt hij. “Als je ervan uitgaat dat dit leven het enige is dat je hebt, dan wil je dat eindeloos rekken.”
In het samenspel van technologisering, secularisering en controlezucht overheerst de angst, het tegendeel van vrijheid. In Pandemische chaos beschrijft Verbrugge de angstige geestesgesteldheid van de massamens. Hij maakte zelf mee hoe zijn zus wekenlang in de ban was van virusvrees en daarom hem en hun oude vader niet wilde zien, ook niet op afstand. Ze kalmeerde pas toen ze naar Verbrugges kanaal keek, waar de besmettingscijfers en paniekbeelden in perspectief werden gezet.
Als je ervan uitgaat dat dit leven het enige is dat je hebt, dan wil je dat eindeloos rekken Ad Verbrugge, cultuurfilosoof
Angst wordt in de massacultuur bezworen door cancel-gedrag of door zich te verschuilen achter de grote meerderheid of ‘experts’, zegt Verbrugge. Kritiekloos de autoriteiten volgen zorgt ervoor dat je zelf geen verantwoordelijk hoeft te nemen, schrijft hij. Met ‘positieve vrijheid’ heeft volgzaamheid zo weinig te maken.
De autoritaire trekjes die in de coronacrisis komen bovendrijven, overstijgen traditionele politieke, religieuze en sociale tegenstellingen. Dat geldt ook voor het verzet tegen vrijheidsbeperking. Het is mooi om te zien hoe het coronaverzet ook verbindt, zegt Blommestijn. Of het ook leidt tot vrijheid of dat ons alleen nog de intensieve menshouderij rest, is de vraag. “Wat nodig is, is het besef dat massaal verzet het verschil kan maken.” Dat verzet komt wel met een prijs. Naast massale steun krijgt Blommestijn dagelijks te maken met een stroom van persoonlijke aanvallen, voor anderen heeft ‘je uitspreken’ ook gevolgen voor de loopbaan.
Het bijzondere is dat de eerdere losmaking van traditionele gemeenschappen plaats heeft gemaakt voor een sterk geloof in het collectief, een monocultuur waarin één set waarden de overhand heeft, zegt Verbrugge. Tegen die monocultuur blijven hij en Blommestijn zich verzetten, zeggen ze. Lichtpuntjes zien ze ook, zoals in de beperkte mediale ruimte om tegengeluid te laten horen.
Volgens Verbrugge zitten we in een interregnum, een overgangsfase waarin de bestaande orde wankelt en onzeker is wat de nieuwe wordt. “Die worsteling kan decennia duren, zoiets als de reformatie, met strijd om vrijheid steeds als inzet.” Verbrugge put echter ook hoop uit angst: “Angst is voor Kierkegaard de werkelijkheid van de vrijheid die de mogelijkheid daartoe mogelijker maakt; in de uiterste gevangenschap van de angst schuilt ook de mogelijkheid van overgave, of bevrijding.” Maar ‘vrijheid nu’, zoals de demonstranten willen, lijkt voorlopig nog ver weg.