Er was een beetje op gehoopt, misschien zelfs wel gerekend, dat de Algemene Beschouwingen een doorbraak in de kabinetsformatie teweeg zouden brengen. Dat partijen van links tot rechts, van coalitie tot oppositie, water bij de wijn zouden doen om een breed draagvlak voor de begroting te krijgen. Maar de wijzigingsvoorstellen kwamen van de oude coalitie, van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Niet van PvdA en GroenLinks, ook al hadden die wel voor druk op de coalitie gezorgd.
In plaats van de karige 800 tot 900 miljoen die de VVD aan de oppositie cadeau deed, werd de begroting uiteindelijk verhoogd met 2 miljard euro en nog eens dik 700 miljoen voor verbetering van de zorgsalarissen. Vooral de VVD moest stokpaardjes inleveren: de staatsschuld loopt op, de verhuurdersheffing gaat eraan, en de vennootschaps- en winstbelasting moeten omhoog om de wensen van de Kamer te realiseren. Ondernemers zullen dat geld grotendeels moeten ophoesten en dat doet pijn in de achterban van de VVD.
‘Als de Beschouwingen iets hebben aangetoond, dan is het dat VVD, D66, CDA en CU wel degelijk zaken met elkaar kunnen doen.’
Maar Rutte kon niet anders, wilde hij de begroting met voldoende steun door de Kamer loodsen. De premier is niet meer de baas, hij kan de zaken niet meer naar zijn hand zetten zoals hij de laatste tien jaar deed. Sigrid Kaag accepteert dat niet meer, de PvdA heeft ondervonden wat er gebeurt als je als onderliggende partij regeert met de VVD en bij de loyale bestuurderspartij CDA zijn ook haarscheurtjes te bespeuren nu de christendemocraten samen met de ChristenUnie een meerderheid achter zich hebben verzameld om het leenstelsel voor studenten af te schaffen. Rutte is daar fel op tegen, maar de VVD heeft onvoldoende vrienden om haar zin te krijgen.
Vandaar ook dat het niet opschiet met de formatie van een nieuw kabinet. Als de Beschouwingen iets hebben aangetoond, dan is het dat VVD, D66, CDA en CU wel degelijk zaken met elkaar kunnen doen. En dat is hoopgevend, ware het niet dat medisch-ethische onderwerpen hier niet aan de orde waren en het ook niet ging over de bestuursstijl, over een nieuwe politieke cultuur of de vraag hoe progressief het nieuwe kabinet moet zijn. De afgelopen dagen werden uitsluitend urgente zaken besproken waarvan de aanpak geen uitstel kan velen, zoals de woningnood, het onderwijs en de zorg.
De vier partijen hebben laten zien dat ze overeenstemming kunnen bereiken, dat ze bereid zijn om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken. Maar in de formatie doen ze dat tot nu toe niet. Tot frustratie van de ene na de andere informateur. Mariette Hamer begreep er niets van dat VVD, D66 en CDA niet inhoudelijk wilden praten over een stuk waar ze het over eens waren, de aanzet tot een regeerakkoord. PvdA en GroenLinks konden zich ook vinden in de opzet en wilden erover onderhandelen, maar dat wilden VVD en CDA niet. Ook de ChristenUnie had op basis van dat stuk willen praten, maar Sigrid Kaag wil die partij niet aan tafel.
‘Hoewel Rutte anders beweert, kunnen hij en Kaag niet samen door één deur.’
Het gaat dus niet om de inhoud, het gaat om wederzijds wantrouwen; ontstaan in het debat van 1 april toen Rutte loog over de kwestie-Omtzigt en Kaag officieus het vertrouwen in de VVD-leider opzegde en dat onlangs nog eens herhaalde tijdens haar Schoo-lezing. Hoewel Rutte anders beweert, kunnen hij en Kaag niet samen door één deur. Als de twee winnaars van de verkiezingen over hun eigen schaduw kunnen springen, en dat had afgelopen weekend tijdens de heisessie in Hilversum moeten gebeuren, was er een doorbraak geweest.
Daar had huidig informateur Johan Remkes ook op gerekend. Hij is er klaar mee en geeft VVD, D66 en CDA nog één kans, zo blijkt uit zijn brief aan de onderhandelaars waarin hij ze uitnodigt om maandag de balans op te maken. Remkes wil na maandag conclusies trekken en de Tweede Kamer meteen daarna informeren over het verloop van de formatie. Dat klinkt niet alleen dreigend, dat is het ook.