Ik heb al vaker geschreven over de hofnar van Marion Koopmans, Maarten Keulemans. Nu richt ik me tot Koopmans zelf.
Dit naar aanleiding van haar opmerking dat ik geen Google Scholar lijstje heb.
Marion Koopmans heeft dat wel. Ik niet.
Daarom zal ik Marion bevragen over haar enorme wetenschappelijke kennis en kunde. Over alles wat onze maatschappij, mede dankzij haar, het laatste anderhalf jaar is overkomen. Over alle leed dat zij en haar OMT in onze maatschappij hebben veroorzaakt. In al haar onnozelheid, onwetendheid en arrogantie.
Lees verder onder Deel 1
Weet je nog, Marion, dat je naar je eigen microbiologisch laboratorium moest bellen om erachter te komen dat in het Erasmus twee genen werden gebruikt voor de rt-PCR? En dat je Marc Bonten moest bellen om te vernemen dat er in het UMC Utrecht drie werden gebruikt? En waaruit bleek dat je als viroloog je eigen gereedschap niet kent?
En weet je nog, Marion, dat je geen antwoord wist te geven op de vraag hoe het eigenlijk zit met begrippen als sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde, negatief voorspellende waarde, het aantal fout-positieven en fout-negatieven bij het gebruik van de rt-PCR als diagnosticum? En dat je met stomheid geslagen was toen je gevraagd werd wat te doen als een van de genen van de rt-PCR positief was en de andere negatief?
Of heb je dat pardoes verdrongen?
En weet je dat begrippen als de positief- en negatief voorspellende waarde, het aantal fout-positieven en het aantal fout-negatieven afhankelijk zijn van de prevalentie van een ziekte? En weet je dat je in een populatie zonder ‘gouden standaard’- de ziekte zelf – die parameters helemaal niet kunt bepalen?
En nu we het er toch over hebben: wat weet jij eigenlijk van diagnostiek bedrijven? Wat weet jij van de eigenschappen van diagnostische tests en hoe je die bepaalt? Wat weet jij van de relativiteit en waarde van diagnostische testen in een klinische setting, zonder zelf ooit iets aan patiëntenzorg te hebben gedaan?
Want waar het het bedrijven van diagnostiek betreft, ben IK de autoriteit, en NIET jij, beste Marion Koopmans. Dat heb ik twintig jaar lang gedaan, en ik heb er alles over gelezen dat ik er maar over kòn lezen. Om op een goede manier diagnostiek te kunnen bedrijven, heb ik geen lullig Google Scholar ‘lijstje’ nodig. Wat heb jij ooit aan ervaring en kennis opgedaan in het bedrijven van diagnostiek, behalve het diagnosticeren van ouderdomsverschijnselen en ochtendstijfheid bij het paard van Sinterklaas, of het constateren van een loopneus bij Rudolph, the Red-Nosed Reindeer?
Ik ben geen wetenschapper, beste Marion. Ik ben een ambachtsman. Dat ben ik altijd geweest, en dat wil ik ook blijven. Mensen die een ambacht uitoefenen hebben geen H-index nodig. Die hebben ook geen Google Scholar nodig. Die hebben geen ‘citeerclubjes’ nodig om wederzijds elkaars pseudowetenschappelijke hatseflatsjes te citeren om op die manier hun H-index kunstmatig nog wat verder op te krikken.
Ambachtsmensen doen iets nuttigs. Zij wel. Ze onderhouden iets. Ze repareren iets. Ze creëren iets. Ze diagnosticeren iets. Ze behandelen iets. Toen in België het bijna twee jaar duurde voordat er een nieuwe regering gevormd kon worden ging in tussentijd het gewone leven gewoon verder. Maar toen de vuilnismannen in het Italiaanse Palermo een week staakten veranderde de stad in een enorme vuilnisbelt, wat het normale dagelijkse leven vrijwel onmogelijk maakte. De ratten liepen letterlijk door de straten. Dat is het verschil tussen een shit-job en een bullshit job, beste Marion. Als jij morgen met je hele onderzoeksgroep op non-actief wordt gesteld als blijkt dat jullie iets te enthousiast knutselden aan het influenzavirus en jullie vleermuizen zagen vliegen, merkt niemand daar iets van. Helemaal niemand. Al zouden jullie nooit meer toegelaten worden tot jullie laboratoria, niemand die er last van heeft. Maar als de verpleegkundigen of de schoonmakers uit het Erasmus er morgen de brui aan geven kan Ernst Kuipers nog dezelfde dag de deuren sluiten. En ook hijzelf zal daarna geen seconde gemist worden.
Job en Bullshit job. Lees David Graeber er nog maar eens op na.
Ik mag hopen dat die verdomde elitaire linkse kliek, waar ook jij toe behoort, niks meer te vreten heeft zodra niksnutten als Jesse Klaver en Rob Jetten ook de laatste boer het land uit hebben gepest. Ik hoop dat als jij een riante villa laat bouwen als beloning voor je vele lucratieve bijbaantjes, dat je een Pool treft met twee linkerhanden. Zodat jouw voordeur eruit valt als je er bezopen van de macht per ongeluk tegenaan valt. Jobs en Bullshit Jobs. Valeurs en non-valeurs.
Wetenschap is voor mij slechts gereedschap, en over het algemeen ook nog vaak stomp en onbruikbaar gereedschap. Al jaren heb ik meer gehad aan de klassiekers in de neurologie om een probleem van een patiënt op te lossen dan aan de medische ‘wetenschap’. De statines die Big-Pharma ons en onze patiënten met list en bedrog door de strot duwden, met als gevolg dat nu iedere patiënt na het doormaken van een hart- of herseninfarct – tot op zeer hoge leeftijd en per protocol – deze overbodige medicatie iedere ochtend opnieuw in het pillendoosje vindt. Tot de dood erop volgt. De zogenaamde werkzaamheid van de bètablockers, bij elkaar gelogen door een hoogleraar cardiologie uit het Erasmus Medisch Centrum. Jawel, jouw Erasmus Medisch Centrum. Datzelfde centrum van waaruit jouw voormalig hoofd van de afdeling virologie, Ab Osterhaus, het volk probeerde wijs te maken dat de Mexicaanse griep levensgevaarlijk was. Dat is hem niet gelukt. Maar het lukte jou wel.
Jij hebt dan ook een reputatie hoog te houden. En dat doe je heel goed.
Verder denk ik dat ook jij donders goed weet dat jouw onderzoeksgroep eveneens voor het overgrote deel pseudowetenschappelijke prietpraat produceert. Lees het artikel van John Ioannidis er nog eens op na: “Why Most Research Findings are False”. Sindsdien is de ernst van de ‘Science in Crisis’ alleen maar toegenomen. En daarop zijn jij en je onderzoeksgroep geen uitzondering. De universiteit als plaats voor vrije en kritische denkers is allang verleden tijd. Het overgrote deel van het onderzoek zoals dit in de moderne tijd op de Universiteit wordt verricht, is van nul en generlei waarde. De huidige wetenschap bestaat voor het overgrote deel uit überflüssige spielerei, uitgevoerd door van de maatschappij vervreemde wetenschappers die niets beters te doen hebben dan het uitvoeren van experimentjes zonder enige maatschappelijke waarde, zolang ze er maar financiering voor kunnen krijgen. De wetenschapper als moderne Sprookspreker, die niet meer rondreist zoals in de middeleeuwen, maar zijn pseudologica fantastica vandaag de dag razendsnel via het World Wide Web verspreidt.
Ik hoef als ambachtsman geen proefschrift te schrijven en het zoveelste boekje te produceren dat niemand leest behalve de promotiecommissie, die over het algemeen ook alleen maar de samenvatting leest. De rest van de collega’s, vrienden en familie leest alleen het inlegvel met de stellingen, het enige deel van een proefschrift dat (soms) de moeite waard is om te lezen. Het aantal proefschriften alleen al in Nederland is inmiddels zo groot dat men er moeiteloos een papieren Chinese muur van kan bouwen, waarbij ieder steentje – het proefschrift – de maatschappij 70 tot 90 duizend euro kost. Geld dat in rook opgaat, en waar mensen met een shit-job hard voor moeten werken. En in meer dan 99% van de promoties eindigt het proefschrift op de boekenplank om stof te verzamelen, totdat ook dit boekje bij het einde van de carrière in een doos verdwijnt en daarmee definitief in de vergetelheid raakt.
Papier zijt gij, stof zult gij verzamelen, en in de oudpapierbak zult gij eindigen.
Over de coronacrisis zijn naar schatting inmiddels 750.000 ‘wetenschappelijke artikelen’ gepubliceerd. De meeste daarvan zijn alleen geschikt als papieren cement om de kieren en naden van de academische Chinese muur dicht te smeren. En heb jij zelfs maar een fractie van die artikelen gelezen? Of lees je alleen de verschaalde studies afkomstig uit je eigen pseudowetenschappelijke snelkookpan? Lees je überhaupt wel eens iets anders dan de abstracts afkomstig uit je eigen onderzoeksgroep, zodat je daarna je naam als laatste auteur toe kunt voegen zonder dat je ook maar iets van het artikel zelf begrepen hebt? Zodat je nog meer kunt pronken met een nog hogere H-index, en je een nog langere lijst op Google Scholar hebt? En wellicht nog meer lucratieve bijbaantjes aangeboden krijgt?
Zoals bijvoorbeeld het artikel dat je aan liet prijzen door Marc Lipsitch om op die manier je bedorven koopwaar aan de man te brengen, als zijnde ‘important data’? Een pre-print waarvan de methodologie zo oorverdovend rammelde dat het tot in Groot-Brittannië te horen was? Met als gevolg dat Claire Craig, patholoog en data-analist, het frutseltje genadeloos fileerde, en het artikel benoemde als ‘a terrible paper’. En nu we het er toch over hebben, deze dame slingert per dag meer zinvolle informatie de wereld in dan jij in het hele afgelopen anderhalf jaar. En zij blijkt wèl over de noodzakelijke kennis te beschikken om iets zinnigs te zeggen over deze crisis, iets waarvan jij in het afgelopen anderhalf bijzonder weinig blijkt hebt gegeven.
Met het verwijzen naar Google Scholar als argument voor mijn gebrek aan kennis denk je gebruik te kunnen maken van het autoriteits-argument. Dat is een valide argument, mits datgene waar je iets over zegt daadwerkelijk tot jouw expertise behoort. Lees de argumentatieleer er nog maar eens op na.
Jij, Marion, heb je echter toegelegd op de wetenschap van de vierkante nanometer, de virologie. Van de wetenschap en de maatschappij op de vierkante meter of de vierkante kilometer weet je helemaal niets.
Wat weet jij van complexe sociaal-maatschappelijke kwesties? Wat weet jij van de sociaal-maatschappelijke, economische en psychologische gevolgen van mondkapjes, lockdowns en een avondklok, als moderne holbewoner van een onderzoekskamertje in het Erasmus? Als je het antwoord zelf niet kunt bedenken, zal ik het voor je doen: niets, maar dan ook helemaal niets. Niet dat het je ook maar in het minst hindert om ook over deze zaken je grote mond open te doen, en je eigen mening als allerhoogste waarheid te verkondigen. En waarbij je geen idee hebt wat een enorme hoeveelheid ellende, armoede, somberheid, woede en verdriet op je geweten hebt. Ik mag hopen dat je daarvoor ooit verantwoording zult moeten afleggen.
En dan die zogenaamde ‘wetenschapper’ die jij zegt te zijn, evenals de andere leden van het OMT: geen enkel advies van het OMT wordt door jullie met relevante wetenschappelijke literatuur onderbouwd. We moeten het doen met jullie hoogdravende prietpraat zoals je die probleemloos aan de – voor het overgrote deel goedgelovige, onnozele en volstrekt van iedere kennis en kunde gespeende – Tweede Kamerleden zonder weerwoord kunt verkopen. Politieke klaplopers als Jan Paternotte en Aukje de Vries, beiden lijdend aan de gevaarlijke combinatie van nul verstand gekoppeld aan een grenzeloze arrogantie kun je nu eenmaal elk sprookje verkopen. Voor die mensen was het afronden van de lagere school al een prestatie van wereldformaat.
Dat wat jullie de wereld inslingeren aan adviezen is op zijn allerbest niet meer dan ‘expert opinion’, beste Marion, en heeft niets met wetenschap te maken. En bij een ‘expert opinion’ kan men over het algemeen nog zien op welke wetenschappelijke literatuur deze is gebaseerd. Maar waar het de adviezen van het OMT betreft moeten wij maar raden op welke door God himself gegeven wijsheden jullie je adviezen baseren. Zelfs bij de inmiddels beroemde ‘bolletjesgrafiek’ van Van Dissel ontbreekt iedere onderbouwing, ontbreken de data en ontbreekt een beschrijving van de methodologie. En wat er aan methodologie te achterhalen valt, overstemt zo mogelijk het toch al oorverdovende gerammel van jouw bovengenoemde hutseflutsje. Natuurlijk was Van Dissel voor het gemak ‘vergeten’ om het gerapporteerde aantal besmettingen in de verschillende gevaccineerde en ongevaccineerde groepen uit te splitsen naar besmettingen binnen het gezin en besmettingen buiten het gezin. How very convenient aangezien het advies van het OMT moest zijn dat er een coronapas ingevoerd zou moeten worden.
En zelfs de sukkel die door het RIVM naar de rechtbank werd gestuurd voor het bijstaan van de stotterende landsadvocaat tijdens het Kort Geding van Maes c.s. versus de Staat, en op zitting aan de rechter moest uitleggen wat er eigenlijk te zien was op deze bolletjesgrafiek, snapte er werkelijk geen jota van en presteerde het om een zwart-wit versie aan de rechter voor te leggen. De beste man had niet begrepen dat de kleurlegenda van de bolletjesmatrix de belangrijkste informatie verschafte, en niet de grootte van de bolletjes.
Dát is het niveau van het OMT, beste Marion. Om heel, hèèl hard om te lachen, als er nog iets te lachen zou vallen. Of om heel hard om te huilen, en geloof me, het Nederlandse volk heeft meer dan genoeg om hard om te huilen. Te huilen om de stupiditeit die jij en het OMT over het Nederlandse volk hebben uitgekotst. Omdat jullie lijden aan een ernstige vorm van het halo-effect, vrij vertaald de illusie dat als je kennis hebt van materie op de vierkante nanometer, je ook over de rest van de wereld wel iets zinnigs kunt zeggen.
Maar al sta je honderd keer naar een concertpianist te kijken, je wordt er zelf niet een. En ook al sta je honderd keer naast een clinicus die een diagnose stelt, je zult het zelf nooit leren als je het nooit doet. Maar als ik een clinicus honderd keer dezelfde fout zie maken, ga ik twijfelen aan zijn diagnostische capaciteiten en of hij het diagnosticeren wel beheerst. En dat is precies de reden waarom ik als ambachtsman wel wetenschappelijke artikelen kan beoordelen zonder ze zelf te hoeven schrijven.
Voor het overige veegt het OMT haar gat af met alle mensen die nog wel staan voor het bedrijven van integere, zorgvuldige en goed onderbouwde wetenschap, zoals vermaarde wetenschappers als John Ioannidis, Jay Bhattachary, Martin Kulldorff en Sunetra Gupta. En als frisse verrassing Alina Chan, jou inmiddels vast wel bekend. Docerend aan topinstituten zoals de MIT, Harvard, Oxford en Stanford, vier van de instituten in de top vijf van de QS World University Rankings 2022. Het gaat om mensen die wèl iets zinnigs te vertellen hebben. En laten we even kijken waar het Erasmus eigenlijk staat op deze lijst? Warempel, op plaats 179.
En dan jouw tweede hofnar, Pepijn van Erp, de stand-in wanneer Maarten Keulemans op zijn bierfietsje zit op weg naar de vijfde klasse zaterdagamateurs van de Vereniging voor Onnozele en Inhoudsloze Wetenschapsjournalisten (VOIM).
Ik heb even gezocht naar het Google Scholar lijstje en de H-index van Pepijn. Het eerste is onvindbaar, de tweede 0. Een fraai symbool voor deze naar eigen roem ruftende rioolrat die acht jaar over zijn studie wiskunde deed, en zelfs in dat opzicht nog steeds niets zinnigs te vertellen heeft. Blijkbaar wilde niemand zijn zure stukjes citeren om ook hem een H-index te verschaffen hoger dan nul. Het misselijkmakende huftertje dat verder ook in ambachtelijke zin van nul en generlei waarde is.
Pepijn van Erp als de Koning van de Zolderkamer der Pseudosceptici. De grote aanvoerder van het zelfgenoegzame, maar feitelijk zieltogende clubje Skepter die, oh ironie, er in het afgelopen anderhalf jaar het zwijgen toe deed als het ging om volstrekt niet wetenschappelijk onderbouwde maatregelen zoals de mondkapjesplicht, de lockdowns en de avondklok. Zodra het echt om wetenschap gaat, en zodra het gaat om echt schadelijke kwakzalverij zoals bedreven wordt door een demissionair kabinet en het OMT, haakt Pepijn af en verdwijnt schielijk naar zijn zolderkamer, terug naar zijn armetierige bestaan als in het luchtledige brallende corpsbal.
Een dergelijke volstrekte maatschappelijke misfit heb jij blijkbaar nodig om je gelijk te halen en je ‘autoriteit’ meer cachet te geven. Een wetenschappelijke non-valeur die jij om assistentie vraagt als je weer eens genadeloos gefileerd wordt door de gewone man. Jij, als grote ‘wetenschapper’ die geholpen moet worden door een pathetisch beroepsafzeikertje dat in zijn Koninklijke Zolderkamer niets anders weet te presteren dan het afzeiken en kleineren van mensen die wel iets lezen, wel iets weten en wel iets begrijpen.
Ik hoef jou als wetenschapper en als persoon niet belachelijk te maken. Dat blijk je heel goed zelf te kunnen.
Je had je moeten beperken tot uitspraken over materie waar je verstand van hebt. Kennis op de vierkante nanometer. Maar dat deed je niet in je grootheidswaanzin. Men had jou nooit uit je laboratorium mogen laten ontsnappen, net zo min als je Chinese collega’s de vleermuizen uit de grotten van Mojiang hadden mogen halen. Je bent op en top een paalschildpad: je hoort niet thuis op de paal die het OMT heet, en God mag weten wie jou daar neergezet heeft. Men had jou opgesloten moeten houden in het Erasmus waar je verder niet zo heel veel kwaad kon. Dat was voor Nederland een ware zegen geweest, maar in plaats daarvan werd je een vloek voor onze maatschappij op het moment dat ze je loslieten.
Een laatste waarschuwing, beste Marion. Zoals de auteurs van een artikel over het halo-effect stellen:
“A common response to a halo’s disintegration is expulsion. We expel the person from our midst. In some cases, this is necessary. Some criminal behavior makes further use of his or her good qualities impossible.”
Wellicht is het goed om dat in het achterhoofd te houden. Omdat in de kwakende adviezenmodderpoel van het OMT, jij voor onze maatschappij wellicht nog de allergrootste wandelende ramp bent.
En zolang ik leef blijft dit briefje gericht aan jou hier staan. Om als getuige te dienen – voor een ieder die dat in de toekomst wil zien – voor de dubieuze en bijzonder kwalijke rol die jij in deze periode hebt gespeeld.