Het vermoeden lag al ruim een dag op straat: maandagavond kondigde Sylvana Simons haar vertrek aan als lijsttrekker van Bij1. Simons is de spil van haar partij en dus is het moeilijk voor te stellen dat Bij1 na de verkiezingen van november in de Tweede Kamer blijft. De kans is groot dat Bij1 vervalt tot een buitenparlementaire beweging, precies zoals partijvoorzitter Rebekka Timmer afgelopen vrijdag al meldde. Een zetel meer of minder maakt haar niet uit.
Timmer sprak deze veelbetekenende woorden naar aanleiding van de afsplitsing van twee raadsleden uit Amsterdam, waar Bij1 nu uit de gemeenteraad verdwijnt. Eigenlijk kunnen we hier het verhaal over Bij1 meteen stoppen: als zo achteloos op het vertrek van een kwart van de raadsleden wordt gereageerd en hun band met de partij zo gemakkelijk wordt gerelativeerd, is elke grondslag weg om Bij1 een serieuze partij te noemen die streeft naar invloed binnen vertegenwoordigende organen.
Dat is eigenlijk oud nieuws. Een klein jaar geleden splitste Carla Kabamba al af, het hardst werkende Bij1-raadslid uit de hoofdstad. Ze vertelde over eindeloze ruzies en intern racisme. Door de ziekte van haar collega Jazie Veldhuyzen had Bij1 een nieuwe fractievoorzitter nodig. Het partijbestuur parachuteerde een onervaren bestuurslid – Dinah Bons – om die rol op zich te nemen. Kabamba mocht Bons inwerken in plaats van zelf fractievoorzitter worden. Ze vertikte het. Iedereen kon zien dat ze gelijk had.
ONWARE FRAMES?
Simons nam geen verantwoordelijkheid, vertelde Kabamba bij haar vertrek. Verrassing: de inmiddels ook afgesplitste Veldhuyzen zegt hetzelfde. In NRC meldt hij dat Simons te weinig aan de interne problemen van Bij1 heeft gedaan: ‘ze is niet op haar strepen gaan staan toen dat nodig was’. In een persoonlijk statement zegt Veldhuyzen dat Simons zich niet mengde in de interne sores van Bij1 en er niet boven ging staan. ‘Herhaaldelijk niet kiezen is ook kiezen’.
Het gaat bij dit soort statements niet alleen om wat er wordt gezegd, maar ook om wie het zegt. Toen Simons raadslid werd, stond Veldhuyzen aan haar zijde. Van de vier duo-raadsleden die Bij1 toen had, liepen er twee tussentijds weg, Veldhuyzen niet. Toen Simons vertrok om de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen voor te bereiden, werd hij raadslid en daarna lijsttrekker. Veldhuyzen is geen willekeurige passant die even wat verwijten over Simons de wereld in strooit.
Simons zegt nu in de Volkskrant dat er door Veldhuyzen en zijn mede-afsplitser Nilab Ahmadi ‘onware frames’ worden verspreid. Ze zou Veldhuyzen en Ahmadi niet genegeerd hebben, terwijl zij het omgekeerde beweren. We komen hier in een onontwarbare kluwen van beweringen terecht: de een zegt dit en de ander zegt dat. Echte waarheidsvinding is lastig. Dat partijvergaderingen bij Bij1 nooit openbaar zijn, helpt niet om zelf observaties te doen, mensen te spreken en de organisatie goed in kaart te brengen.
EEN OVERBELAST KAMERLID
Toch weten we wel een paar dingen. Het staat vast dat Bij1 een toxische club is waar men elkaar voor rotte vis uitmaakt en nauwelijks aan politiek toekomt. Dat blijkt uit de woorden van partij-ideoloog Gloria Wekker in een uitgelekte video. Het is logisch dat Simons dit allemaal aan het partijbestuur liet: ze is in de eerste plaats Kamerlid. Toch is ze ook partijleider en moet ze soms met haar vuist op tafel slaan. Het heeft er alle schijn van dat ze dat niet deed, even afgezien van de vraag of dat effectief zou zijn geweest.
Bij1 leert ons over de problemen van een partij met één Kamerlid. Of het nou gaat om de inhoudelijke behandeling van politieke dossiers, de zichtbaarheid of het oplossen van interne problemen: er wordt altijd gekeken naar dezelfde persoon, die in dit geval ook nog kampt met haar gezondheid. Hoe vaak had Simons zich redelijkerwijs kunnen of moeten bemoeien met de crisis in Amsterdam? We kunnen eindeloos soebatten of het glas halfvol was of juist halfleeg, maar vaststaat dat het werk voor Simons niet aan te slepen was.
Dan hebben we het nog niet eens over de kiezers gehad. Die zijn oververtegenwoordigd in Amsterdam en dan met name in Zuidoost. Hoe vaak zullen ze daar Simons tijdens haar Kamerlidmaatschap hebben gezien? Tel daarbij op dat de Amsterdamse fractie helemaal verdwijnt en je begrijpt dat het maar de vraag is of kiezers Bij1 in november een nieuwe kans gunnen, ook als Simons lijsttrekker blijft. Je zou kunnen zeggen dat ze haar aankomende afgang niet afwacht.
GEEN ECHTE PARTIJ
De centrale rol van Simons blijkt uit het feit dat niemand haar echt kan vervangen. We denken terug aan de nummer twee van weleer, die na een typisch Bij1-conflict het veld moest ruimen: Quinsy Gario. Het ging vooral om een rare ruzie omdat Gario helemaal geen formele functie had en daarom per definitie weinig kwaad kon doen. Met zijn vertrek liet Bij1 zien een verlengstuk van Simons te zijn. Het is geen optie dat de partij meerdere gezichten heeft. Tel uit je winst.
Als we de kandidatenlijst van 2021 aflopen, komen we bij de nummer drie: Rebekka Timmer, de huidige partijvoorzitter die ook op de fractie werkte en Simons al bijstond in de begindagen van Bij1. Zij – en niet Simons – was de aangewezen persoon die bij de interne ruzies orde op zaken moest stellen, die de cultuur had moeten aanpakken en de partij had moeten professionaliseren. Wat ze daar precies aan heeft gedaan is niet bekend, wel dat ze daar niet in is geslaagd.
Door de zetel in de Tweede Kamer gingen er voor Bij1 allerlei subsidiepotjes open, waren er baantjes te verdelen en kan de partij zich voordoen als een serieuze organisatie. Toch is dat niet hetzelfde als een serieuze organisatie zijn. De kandidatenselectie bleek zowel lokaal als landelijk een ramp, de ene na de andere vrijwilliger liep boos weg en van interne scholing was niet of nauwelijks sprake. Als Bij1 uit de Tweede Kamer verdwijnt, houdt de subsidie op. De baantjes dus ook.
LOKALE PROBLEMEN
Begin 2022 leek Bij1 nog bezig met een serieuze uitbouw, maar we weten inmiddels wel beter. In meerdere steden, waaronder Den Haag en Haarlem, mislukte de poging om aan de gemeenteraadsverkiezingen mee te doen. In Delft deed Bij1 wel mee, maar werd niet verkozen. De keuze voor Delft leek gebaseerd op de contacten van de partijtop: de lijsttrekker stond in 2021 op plek vier voor de Tweede Kamer. Het is wederom een aanwijzing dat Bij1 geen serieuze partij is, maar een netwerk van bekenden.
In vier steden werd Bij1 verkozen. Over Utrecht is weinig bekend. In Amsterdam is anderhalf jaar later de driekoppige fractie weg. In Rotterdam klagen meerdere raadsfracties over de afwezigheid van Bij1, waar beide raadsleden zeggen ziek te zijn of te zijn geweest. Vervanging is nooit overwogen. Afwezigheid is in Amsterdam ook al een structureel probleem, met name van Nilab Ahmadi. Alleen Jazie Veldhuyzen liet zich tijdens zijn burn-out vervangen. Hoe serieus neemt Bij1 het kiezersmandaat eigenlijk?
De fractie in Almere is het interessantst. Lijsttrekker Gladys Wielingen werd openlijk bekritiseerd om haar uitspraken dat ze in gesprek wil met de lokale PVV. Bij1 probeerde van haar af te komen maar dat mislukte. Destijds leek het allemaal een foutje, maar inmiddels weten we beter: kandidaten werden bij Bij1 slecht doorgelicht en het partijbestuur dacht raadsleden te kunnen vertellen wat ze wel en niet mogen zeggen. Het tekent het hemeltergende niveau van de partij.
DE IDEOLOGISCHE VRAAG
Er resteert vooral een ideologie: de intersectionele blik waarmee Bij1 naar maatschappelijke kwesties kijkt. Deze visie gaat uit van achterstelling van allerlei groepen op basis van gender, kleur, seksuele voorkeur, beperking en dergelijke. Deze achterstellingen moeten allemaal in onderlinge samenhang worden aangepakt. Daarbij is geen prioriteit van de ene boven de andere achterstelling. Met andere woorden: discriminatie op basis van gender is niet erger of minder erg dan bijvoorbeeld racisme.
Het heeft er alle schijn van dat deze intersectionele blik ertoe leidt dat Bij1’ers elkaar beoordelen op hun veronderstelde achterstelling, in plaats van op hun gedrag. De ene politicus is te wit, de andere te zwart en weer een ander niet queer genoeg. Identiteiten spelen de hoofdrol bij de vraag wie het woord mag voeren, waarover, hoe, op welke toon en met elke argumenten. Elke leek weet dat je dan vroeg of laat ruzie krijgt. Hoe een gekleurde vrouw aan te spreken op haar afwezigheid? Is dat niet sowieso racistisch?
Binnen maatschappelijke bewegingen is een intersectionele blik waarschijnlijk geen probleem: bij een demonstratie heeft iedereen zijn eigen spandoek en daarna kun je samen aan het bier. In een partij zit echter hiërarchie ingebakken en spelen belangen als herkiesbaarheid, zichtbaarheid, vergoedingen en woordvoerderschappen. Dan is de intersectionele blik vooral een manier om de identiteit van interne concurrenten te politiseren en hen daarmee zwart te maken.
Zo bezien heeft Bij1 als maatschappelijke beweging meer toekomst dan als partij. Nog een paar communisten erbij en dan weet je zeker dat er nooit meer iemand zal worden verkozen.