Het dreigement van FvD-Kamerlid van Houwelingen heeft andere politici geschokt. De vraag is hoe de Kamer hiertegen moet optreden.
Op de stoep van landgoed De Zwaluwenberg, in de bossen bij Hilversum, ging het donderdagmorgen even niet over de stroperige kabinetsformatie. Of over de treinblunder van Gert-Jan Segers. De onderhandelaars van VVD, D66, CDA en ChristenUnie spraken zonder uitzondering hun afschuw uit over het dreigement dat FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen een dag eerder uitte tegen D66-collega Sjoerd Sjoerdsma. “Een ultiem dieptepunt”, vindt Sigrid Kaag het. “Ik zie het als aantasting, ondermijning van de rechtsorde.” Segers: “Echt huiveringwekkend”.
Die bedreiging vond een dag eerder plaats in de Tweede Kamer, toen Van Houwelingen Sjoerdsma bij een debat aanviel op het steunen van het coronabeleid. De FvD’er zei met stemverheffing: “Uw tijd komt nog wel. Er komen tribunalen!” De D66’er reageerde geschokt, het debat werd korte tijd geschorst.
Wat is ‘een grens trekken’?
Een dag later is de rust nog allesbehalve teruggekeerd. Kamervoorzitter Vera Bergkamp stelt in een verklaring dat ze zich zorgen maakt ‘over ons parlement’. “Bedreigingen en intimidaties zijn, in welke vorm dan ook, uit den boze. In de plenaire zaal vind ik het ontoelaatbaar. Hier moeten we een grens trekken.”
De vraag is nu wat dat betekent, een grens trekken. Bergkamp zegt dat ze met alle fracties in gesprek wil over omgangsvormen. Of de Kamerleden van Forum voor Democratie, een partij die ophef en provocatie als doel op zich ziet, zich in de toekomst aan de fatsoensnormen zullen houden, is zeer de vraag. Zo deinst Thierry Baudet er niet voor terug om bij herhaling een parallel te trekken tussen deze coronapandemie en de Tweede Wereldoorlog.
Oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas zei donderdagochtend tegen Radio 1 dat hij ‘letterlijk hartkloppingen’ kreeg van de bedreiging van Sjoerdsma. “Ongehoord. Dit heb ik in de 24 jaar dat ik in de Kamer zat niet meegemaakt. Het mag ook nooit meer voorkomen.”
Het woord ontnemen
Kamerleden genieten volgens de Grondwet ‘parlementaire onschendbaarheid’ (artikel 71), wat betekent dat ze niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd voor uitlatingen in de Kamer. Er zijn wel andere mogelijkheden om Kamerleden die over de schreef gaan tot de orde te roepen. In het reglement van orde is vastgelegd dat de voorzitter een Kamerlid kan waarschuwen en verzoeken bepaalde beledigingen terug te nemen. Als het Kamerlid dat weigert, kan de voorzitter hem of haar het woord ontnemen. Dat betekent einde debat voor het Kamerlid. De voorzitter mag die persoon ook een hele dag schorsen.
Het is eerder gebeurd, weet parlementair historicus Bert van den Braak. Communistenleider Lou de Visser werd in in 1934 met twee fractiegenoten hardhandig uit de zaal verwijderd na het roepen van leuzen tegen het kabinet. Gerben Wagenaar, een andere communist, mocht in 1950 een hele dag niet deelnemen aan vergaderingen vanwege ordeverstoringen. Bekend voorbeeld is NSB’er Meinoud Rost van Tonningen, die in 1939 na een vechtpartij de zaal werd uitgezet.
Rotte vis
Het reglement van orde biedt de Kamervoorzitter de ruimte om FvD’er Van Houwelingen in ieder geval het woord te ontnemen. In een interview met de Volkskrant krant zei Bergkamp onlangs dat ze dat ‘hopelijk nooit zal hoeven doen’. Historicus Van den Braak wijst er wel op dat het de taak van de voorzitter is om dat reglement te handhaven. “Er staat in dat er moet worden opgetreden bij een belediging. Wat deze week in de Kamer gebeurde, ging nog iets verder. Ze zal een grens moeten trekken.”
D66 en Volt willen een gesprek met Bergkamp. ‘Wie bedreigingen uit in de plenaire zaal kan niet wegkomen met louter een vermanend woord van de voorzitter’, stellen zij in een verklaring. Volt-Kamerlid Nilüfer Gündogan beklaagde zich deze week in een debat over de hoeveelheid ‘shit’ die zij in haar mailbox krijgt. “Vanuit de achterban van Denk en uit de achterban van FvD.” Waarop Fvd’er Gideon van Meijeren antwoordde: “Ik ben enorm trots op onze achterban dat zij alles op alles zetten om mevrouw Gündogan ervan te overtuigen dat ze met haar absurde beleid moet stoppen.”
Het lastige voor Bergkamp is dat politici elkaar al langere tijd voor van alles en nog wat uitmaken. Een minister is knettergek of een leugenaar. “Er is sprake van een glijdende schaal”, zegt Van den Braak. Als de voorzitter stevig wil ingrijpen, zal ze rugdekking moeten hebben van het presidium, het dagelijks bestuur van de Kamer. Daarin is ook de PVV vertegenwoordigd, die geen enkele moeite heeft met de tribunaaluitspraak van FvD.
Bovendien, zegt Van den Braak: “Het is de vraag hoe erg Forum het zal vinden als een Kamerlid het woord wordt ontnomen. De reactie raadt zich raden. ‘Zie je wel, het kartel sluit ons buiten’.” Toch zal de voorzitter moeten optreden, vindt de historicus. “Er zijn gewoon gedragsregels. Als burgers zien dat politici elkaar voor rotte vis uitmaken, kunnen ze denken: waarom mogen wij dat dan niet?”