De invoering van de avondklok leek van start af een manoeuvre van premier Rutte diens eigen blazoen van stoer bestuurder op te krikken.
Een manoeuvre die we eerder hebben gezien, en die in 2017 uitermate effectief bleek om een ware politieke tweestrijd met de PVV te voorkomen. Na de Turkenrellen in Rotterdam en het uitzetten van een Turkse minister was het hele land diep tevreden met onze daadkrachtige premier. De partijen die Rutte3 vormden schoven zo nèt over de magische grens van 75 zetels heen en vormden een kabinet dankzij de op het laatste moment weer gegroeide VVD. Drie maanden later moest het electoraat onverhoeds de zetpil van het Klimaatakkoord verwerken.
Met wie Rutte plannen had om na 17 maart te regeren als zijn push voor een grotere populariteit van zijn partij had gewerkt zullen we wellicht nooit weten, want ditmaal werkte het niet. Dat Rutte zelf met die avondklok een belangrijke aanstichter was van de rellen vorige week lijkt hem niet te worden aangerekend, maar de peilingen tonen evenmin krediet voor het neerslaan er van.
En dat is eigenlijk heel onverwacht! Wat de peilingen laten zien is een geheel versnipperd beeld, maar wat beslist ontbreekt is dat er grote waardering is voor het strenge optreden van de overheid.
Uitermate interessant ook was wat Maurice de Hond onderzocht ten aanzien van de steun voor deze overheid bij dit beleid. Met enig cynisme zou je kunnen zeggen dat binnen het GroenLinks electoraat het zeer hardhandige optreden van de Amsterdamse politie op het Museumplein als een plusje voor burgemeester Halsema werd gezien.
Deel van deze eensgezindheid lijkt dat GL-leider Klaver aanvankelijk de rellen leek te beschouwen als ‘rechtse onrust’ (Urk en zo), en daar dienovereenkomstig op reageerde. Nadat breder doordrong dat het vooral de allochtone jeugd was die in steden als Eindhoven, Den Haag en Utrecht aan rellen en plunderingen had gedaan, veranderde dat perspectief. Toen kwam van links plotseling kritiek op Geert Wilders die daar teveel over klaagde. En te weinig over ‘Urk’.
Die nuance wordt het meest duidelijk in de tweede vraag. De 60% (of meer) die De Hond constateert geldt voor alle partijen. De ambivalentie van de houding tegenover de avondklok is het sterkst bij de 3e vraag. Niet alleen de grote demonstratiezucht bij FvD-stemmers, maar vooral de totale afwezigheid van demonstratielust bij ‘links’. Èn VVD en CDA.
Het illustreert dat de avondklok wel degelijk als een bepalend politiek instrument wordt beschouwd, maar de premier profiteert er in de peilingen niet van. Dat is opvallend, zeker na alle stoere taal en goedmakertjes van afgelopen week.
Dat bleek vorige week ook uit het EenVandaag-onderzoek naar aanleiding van de chirurgisch uitgevoerde val van Rutte3. In hun peiling was vrijwel geen Toeslagenaffaire effect zichtbaar, maar een onderzoek naar wie we als premier willen liet een al even blanco reactie zien. Kort door de bocht gezegd was het bij de ‘mensen’ nog niet goed doorgedrongen – als je dagelijks de premier op TV ziet is ook niet eenvoudig te begrijpen hoe dat constitutioneel zit als je je daar niet in hebt verdiept. Wat dat premier-onderzoek noemenswaardig maakt is dat men ook keek naar de perceptie van lijsttrekkers als premier
Zouden de lijsttrekkers geschikt zijn als premier? Een meerderheid (57 procent) vindt Mark Rutte hiervoor geschikt. Alleen Wopke Hoekstra blijft enigszins in het spoor van hem: 38 procent denkt dat hij deze functie goed zou vervullen. Kaag bezet met 24 procent de derde plaats; het gat met de andere lijsttrekkers is groot.
Om na te gaan hoe gedacht wordt over de lijsttrekkers legden we jullie nog een aantal eigenschappen voor. Bekijk hier alle uitslagen. Wie vinden mensen bijvoorbeeld sympathiek? En wie weet wat er speelt in Nederland?
Het lijstje reacties laat zien dat men zich nauwelijks kan voorstellen dat Rutte verdwijnt. Van groot enthousiasme voor Rutte is evenmin sprake – de VVD leidt in de peilingen, maar geenszins in de omvang die de partij eerder had. En dat ondanks de voortdurende exposure van Rutte als leider van het land in crisis?