Het is 19.00 uur. De televisie staat aan. Onze minister-president maakt zich klaar voor een nieuwe persconferentie omtrent het coronavirus.
We worden ingelicht over hoe het verder moet met ons land. We mopperen. Anderhalve meter vinden we veel. Familieleden hebben we al weken niet in levende lijve kunnen begroeten. We willen naar buiten, op vakantie, het liefst naar Ibiza of Hawaii en vooral vergeten dat er een pandemie gaande is. Ik mopper ook. Dat elke dag hetzelfde is. Dat ik terug wil naar mijn oude leven. Na het verhaal van Mark Rutte is er ruimte voor vragen. Journalisten van verschillende nieuwszenders leveren commentaar. De een is kritischer dan de ander. Er worden vragen gesteld over het Nederlandse beleid. Niet iedereen is er even enthousiast over, maar elke vraag wordt beantwoord. Ongeacht hoeveel ontevredenheid er misschien in verstopt zit.
“We hechten veel waarde aan onze vrijheid van meningsuiting. Maar dat lijken we in deze tijden soms te vergeten.”
Veel vragen vormen een weerspiegeling van de onrust, onzekerheid en onvrede die ook heerst onder de burgers. Hoewel ik het niet eens ben met elk standpunt dat tijdens de vragenronde naar voren wordt gebracht, bedenk ik me wel dat de journalisten vrij zijn in het bepalen van hun kritische opmerkingen. Het mag. We kennen persvrijheid. We hechten veel waarde aan onze vrijheid van meningsuiting. Maar dat lijken we in deze tijden soms te vergeten.
Ik denk terug aan een recent bericht over een Russische onderzoeksjournalist, Elena Milashina. Nadat zij haar kritiek uitte op de Russische staat en de manier waarop zij omgaat met het coronavirus, werd zij met de dood bedreigd. Haar artikel moest verwijderd worden. Milashina werd al verscheidene malen eerder aangevallen en in gevaar gebracht. Momenteel zet zij het werk voort van een andere vermoorde Russische journaliste. Ondanks de vele dreigementen, de continue angst en de ontevredenheid van de staat blijft Milashina zich inzetten voor persvrijheid in Rusland. Iets wat wij naar mijn mening te veel voor lief nemen in Nederland.
“We leren om zelf na te denken en meerdere invalshoeken in acht te nemen. De mens is geen robot.”
Vrijheid van meningsuiting omvat meer dan wat men op het eerste gezicht zou denken. Het wordt vaak als joker gebruikt voor racistische, seksistische en andere discriminerende uitlatingen. Maar ook op het gebied van beleid en onderzoek is deze vrijheid van uiterst belang. Zeker in tijden als deze moeten we kunnen rekenen op journalisten die ons kritisch de waarheid voorleggen. We leren om zelf na te denken en meerdere invalshoeken in acht te nemen. De mens is geen robot. Hij hoeft de berichten die de buurman, de leraar of de televisie voorkauwt niet klakkeloos over te nemen. Hij is geen reproductiemachine. Mede dankzij de vrijheden is hij in staat om zelf na te denken en een mening te vormen die hij mag delen. Althans, in Nederland.
Het is 19.45 uur. De laatste journalist is aan bod geweest. Hij zal vannacht niet wakker liggen over zijn uitspraken tijdens het vragenrondje. Dat zal heel anders zijn voor Milashina. De televisie gaat uit.
Met deze column won GeenKwats-redacteur Lieve Smeets de columnwedstrijd van de Vrijheidscolleges en Roosevelt Foundation.