Als Hugo de Jonge eerder had toegegeven dat hij ambtenaren heeft aangespoord met Sywert van Lienden te gaan praten over het leveren van mondkapjes, had hij nu onbekommerd kunnen toekijken hoe Sywert door het OM als mogelijke oplichter op de grill wordt gelegd.
Wie dacht dat de coronacrisis voorbij was, nu de zon weer is gaan schijnen en de Oekraïne-oorlog alle aandacht opeist, kwam deze week bedrogen uit. In de politiek zal de crisis in ieder geval nog lang nadreunen.
Dat bleek deze week weer, toen de Volkskrant uitgerekend op de dag dat de laatste coronamaatregelen werden opgeheven – eindelijk geen mondkapjes meer in het OV – na een maandenlange Wob-procedure onthulde dat Hugo de Jonge als coronaminister persoonlijk ambtenaren van VWS via WhatsApp heeft aangemoedigd vooral met Sywert van Lienden te gaan praten over een leverantie van mondkapjes, nadat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen eerdere plannen van Van Lienden had afgewezen omdat hij weigerde zich te schikken in de werkwijze van LCH.
Prompt hagelde het weer kritiek op De Jonge. De oppositie verkeerde meteen in rep en roer, en eiste een debat waar ook Hugo de Jonge zou moeten verschijnen om verantwoording af te leggen, want in juni 2021 had hij nog verklaard dat hij niet betrokken was geweest bij de deal die Sywert van Lienden en zijn zakenpartners uiteindelijk tientallen miljoenen opleverde. En nu bleek hij dus hoogstpersoonlijk ambtenaren te hebben aangespoord vooral nog een keer met Van Lienden te gaan praten, want ‘Je kunt die Sywert beter inside pissing out hebben dan outside pissing in.’ – waarmee hij vrij naar Lyndon B. Johnson verwees naar de aanhoudende klaagzang van Van Lienden op de sociale media en in de talkshows dat het ministerie van VWS hem tegen zou werken.
De discussie over de vraag of De Jonge wel eerlijk is geweest zou best eens uit kunnen draaien op een potje semantiek.
Jesse Klaver van GroenLinks was er van de week als de kippen bij om te verklaren dat De Jonge ‘niet eerlijk’ is geweest over zijn betrokkenheid bij de deal. Achter de schermen wordt zelfs gedreigd met een motie van wantrouwen tijdens het debat, dat aanstaande dinsdag moet plaatsvinden.
De discussie over de vraag of De Jonge wel eerlijk is geweest zou best eens uit kunnen draaien op een potje semantiek, zoals het wel vaker gaat in de Tweede Kamer, want bij het sluiten van de lucratieve deal zelf was niet De Jonge betrokken, maar zijn toenmalige collega Martin van Rijn en diens topambtenaren.
Bovendien kreeg Van Lienden pas ná de appjes van Hugo de Jonge van topambtenaar Bas van den Dungen te horen dat hij ‘ondernemersrisico’ in de prijs moest ‘verdisconteren’ – waarna hij de deal onderbracht in een speciaal opgerichte BV, en niet in zijn Stichting Hulptroepen Alliantie. Dat Van Lienden vervolgens maandenlang in de buitenwereld de indruk liet bestaan dat hij geheel ‘om niet’ mondkapjes leverde aan de overheid, was niet de verantwoordelijkheid van Hugo de Jonge.
De suggestie dat de CDA-minister zijn partijgenoot – Van Lienden was op dat moment lid van de programmacommissie – moedwillig zou hebben bevoordeeld, snijdt dan ook weinig hout. Het is eerder andersom: De Jonge wilde zo snel mogelijk af van de publieke klaagzang van Van Lienden, die in de top van VWS én in de top van het CDA als een lastpak werd beschouwd.
KOPEN, KOPEN, KOPEN
Bij het vellen van een oordeel over De Jonges vermeende betrokkenheid bij de deal is het ook verstandig te bedenken dat bij het LCH in de eerste maanden van de crisis een speciaal ‘vipteam’ van vijf communicatiemedewerkers moest worden ingesteld – zoals Peter Kee en ik beschreven in ons boek Code Rood – om goedbedoelende Bekende Nederlanders als Ali B. en Nina Brink die met goeddeels onbruikbare tips en contacten aan kwamen zetten, aandachtig te woord te staan, omdat ze anders hun beklag zouden doen in de media.
Bovendien was vanwege de schaarste aan mondkapjes het devies: kopen, kopen, kopen. Tegen die achtergrond is het helemaal niet zo ‘opmerkelijk’, zoals de Volkskrant schrijft, dat De Jonge zich eventjes bemoeide met de portefeuille van Martin van Rijn: in de eerste weken van de crisis had hij zijn toenmalige collega Bruno Bruins ook al geholpen met de jacht op beademingsapparatuur, en daar keek toen niemand van op. Zo gaat dat tijdens een crisis. Welbeschouwd is het eigenaardiger dat de Tweede Kamer nu moord en brand schreeuwt omdat De Jonge buiten de lijntjes zou hebben gekleurd.
De vraag is alleen waarom Hugo de Jonge niet veel eerder heeft toegegeven dat hij persoonlijk de ambtenaren van VWS een zetje heeft gegeven om met Sywert te gaan praten, zeker omdat al algemeen bekend was dat zijn politiek assistent Bart van den Brink zich op de achtergrond met de kwestie had bemoeid en voor Van Lienden contact had gelegd met een verantwoordelijke topambtenaar. Zo moeilijk was het niet geweest om uit te leggen dat een gesprek met Sywert geen kwaad kon. Dan had hij nu onbekommerd en zonder lastige vragen van de media en de Tweede Kamer kunnen toekijken hoe Sywert van Lienden door het Openbaar Ministerie als mogelijke oplichter op de grill wordt gelegd.