Drastische veranderingen sinds 17 maart 2021 schreeuwen om een nieuwe democratische legitimatie
Verkiezingen bieden het volk de gelegenheid uiting te geven aan de waardering voor of afkeuring van politieke keuzen en geleverde prestaties. In principe doen we dat eens per vier jaar om het landsbestuur niet te ontwrichten door veelvuldige koerswisselingen. Het kan ook eerder, als een regering de steun van de Kamer verliest en een kabinet valt. Dat gebeurt niet bij futiliteiten, maar altijd bij kwesties van groot maatschappelijk belang. Het laatste voorbeeld is de val van Rutte-III vanwege de toeslagenaffaire.
Zowel bij reguliere als bij tussentijdse verkiezingen is de ratio dat het volk kortstondig de macht terugpakt van de volksvertegenwoordigers en laat weten wat het van deze of gene kwestie vindt. Die kans moet het volk niet alleen na afloop van een normale zittingsperiode of een kabinetsval krijgen, maar ook als zich na een verkiezing grote veranderingen hebben voorgedaan die, als de klok kon worden teruggedraaid naar de laatste verkiezingsdatum, tot drastisch andere keuzen zouden hebben geleid.
Dit is de situatie van nu. Sinds 17 maart 2021 hebben we zodanige politieke en personele veranderingen gezien dat het volk het recht toekomt zich daarover uit te spreken. Ook, maar niet alleen, omdat er nog steeds geen nieuw kabinet is. Door de ontwikkelingen sinds 17 maart heeft de politieke voorhoede zijn mandaat verspeeld. Nu hoort het volk weer aan zet te zijn.
moties van afkeuring en wantrouwen
Op 1 april 2021, twee weken na de verkiezingen, ging het al helemaal fout. De toenmalige ‘verkenners’ Kajse Ollongren (D66) en Annemarie Jorritsma (VVD) maakten een grote rotzooi van hun informatiewerk, met als hoogtepunt de ‘Omtzigt functie elders’ kwestie. De minister-president werd ontmaskerd als een leugenaar, kreeg een motie van afkeuring aan zijn broek (aangenomen met steun van alle partijen minus zijn eigen VVD) en overleefde ternauwernood een motie van wantrouwen. Wankelend en beschadigd strompelde Mark Rutte voorwaarts.
Dat hij zich min of meer herpakt heeft toont zijn grote overlevingskunsten, maar is ook te danken aan het amateuristische geklungel van D66-leider Sigrid Kaag. Wie haar onnavolgbare en dikwijls achterbakse en vileine optreden gadeslaat krijgt op slag sympathie voor Mark Rutte.
politieke amateur
Sigrid Kaag werd ons gepresenteerd als een quasi-heilige waarbij moeder Teresa verbleekte. Nieuw leiderschap beloofde ze. D66 won er de verkiezingen mee. Inmiddels is ze ontmaskerd als een politieke amateur die uit groteske zelfoverschatting weigert zich ook maar enigszins aan te passen aan de mores van de Nederlandse politiek.. Dat zij, hoofdrolspeler in de formatie, toegestaan of misschien wel veroorzaakt heeft dat informateur Remkes neergezet werd als een incompetente dronkelap is een onvergeeflijke misstap die tot definitieve verbanning van het Binnenhof behoort te leiden. De excuses van Kaags woordvoerder maakten het alleen maar erger. Ze is niet alleen kwaadaardig, maar ook nog laf. Als je Remkes een incompetente dronkelap vindt, sta dan voor die opvatting.
kabouter CDA
Van het CDA, op 17 maart 2021 nog goed voor vijftien Kamerzetels, is intussen niet veel meer over. Formeel heeft het nog veertien zetels. Vijf daarvan heeft het CDA te danken aan Pieter Omtzigt. Omtzigt zelf krijgt van Maurice de Hond 25 zetels toebedeelt als er nieuwe verkiezingen komen. Die zouden van het CDA een kabouterpartij maken, kleiner dan Volt, JA21 en de BBB. Wellicht op gelijke hoogte met Groep van Haga (drie zetels) of Fractie Den Haan (een).
partij- en zetelrover
Die laatste is een irrelevante factor in de Nederlandse politiek, maar de partij- en zetelroof van Liane den Haan, op 17 maart nog de lijsttrekker van 50PLUS, rechtvaardigt een nieuwe kiezersuitspraak om deze schandvlek voor het parlement uit te wissen. 50PLUS kan dan nog één keer meedoen zodat duidelijk wordt of de 100.000 stemmen van 17 maart nog bestaan of dat het partijbestuur definitief het licht uit kan doen. Met dank aan erevoorzitter en politieke scharrelaar Jan Nagel.
extremisme
Sinds 17 maart heeft Forum voor Democratie zich een nieuwe gedaante aangemeten. Het extremistische gedrag van voorman Thierry Baudet en zijn kleine adjudant Gideon van Meijeren neemt dermate grote –of zo u wilt groteske- vormen aan dat het goed zou zijn de kiezers opnieuw te vragen of de partij afdoende democratisch gelegitimeerd is. Ik zeg niet dat Baudet c.s. hun opvattingen, hoe extreem ook, niet mogen uiten. Integendeel. Maar wie in korte tijd zo ver wegdrijft van eerdere programmatische lijnen vraagt om een hernieuwde kiezersuitspraak. Dan kan er ook een reset plaatsvinden voor JA21, Volt en BBB die, naar het zich laat aanzien, tot een fors gewijzigde uitkomst zal leiden.
pakket-Rutte
De VVD scoort in de peilingen onverminderd hoog. De leugens en het gedraai van leider Rutte, tevens minister-president van dit land, beroeren zijn achterban kennelijk niet. Wat daar ook van te vinden, als dat zo is, is het zo en hebben we het te accepteren. Aan Rutte kleeft de toeslagenaffaire en de motie van afkeuring inzake Afghanistan, die de ministers Kaag en Bijleveld de kop kostten, maar de hele regering betrof. Premier Rutte is de eerstverantwoordelijke voor de leegloop van het kabinet die inmiddels een internationale blamage is geworden. Hij is met Kaag hoofdverantwoordelijk voor de wanvertoning van de formatie, waar we na Ollongren, Jorritsma, Van Ark, Koolmees, Tjeenk Willink en Hamer al toe zijn aan de zevende (!) informateur. Begin april beloofde Mark Rutte ons ‘radicale ideeën’ voor een nieuwe bestuurscultuur. Niets kwam er van terecht. Louter holle frasen in een interview bij Nieuwsuur. Alles wat we sindsdien gezien hebben ademt oude bestuurscultuur.
Alleen al dit hele ‘pakket-Rutte’ schreeuwt om een oordeel van de kiezers. Wordt de VVD bij nieuwe verkiezingen wederom de grootste -en alles wijst daarop- dan heeft Mark Rutte het volste recht op te gaan voor zijn vierde kabinet en te verlangen dat de discussie over zijn leugenachtigheid gesloten wordt.
mandaat verspeeld
‘Nieuwe verkiezingen lossen niets op’ hoor ik politiek commentatoren en andere Haagse ‘insiders’ voortdurend roepen. Ik zie dat totaal anders. Alle politieke ontwikkelingen, gebeurtenissen en persoonlijke gedragingen sinds 17 maart hebben het politieke speelveld drastisch omgeploegd. Zo drastisch dat het niet minder dan een kwestie van democratisch fatsoen is om de kiezers opnieuw om een oordeel te vragen. Dat we dan nog vier of vijf maanden verder moeten met een zwaar gehavend kabinet kan geen argument zijn om niet opnieuw naar de stembus te gaan. Wie zoveel rotzooi en onheil aanricht heeft zijn mandaat verspeeld.
Spoedig zullen we weten wat informateur Remkes uit zijn hoge hoed tovert. Ik zet er een goede fles op dat de problemen alleen maar groter worden als er iets anders uitrolt dan nieuwe verkiezingen.
Geert Dales
29 september 2021