Serieuze deskundigen storen zich mateloos aan leken die zich in de discussie mengen. Zelf ben ik één van die leken, ook al kan ik bogen op een bescheiden militaire achtergrond, wagonladingen literatuur over het onderwerp die ik door de jaren heb gelezen, en discussies met mensen die aanzienlijk langer onderdeel uitmaakten van de krijgsmacht dan ondergetekende. ‘Krijgskunde‘ is een wetenschap. Het behelst het volledige spectrum van de post-diplomatieke strijd tussen landen onderling, en vijandige groepen die het voorzien hebben op soevereine landen.
Alhoewel ik hier geen blad voor de mond neem als het gaat over dergelijke kwesties, en die zelfs de hoofdmoot zijn van dit blog, helaas, claim ik niet te beschikken over de kennis die nodig is om uit te maken wie een eventuele oorlog gaat winnen. Los nog van het evidente gegeven dat ‘winnen‘ voor een bepaalde groep landen die betrokken zijn bij nagenoeg alle oorlogen op aarde, niet het doel lijkt te zijn. Dat is wel een erg belangrijke constatering!
Het is niet onbelangrijk om hier nog eens te benadrukken dat Amerikanen het woord ‘War‘ gebruiken voor tal van initiatieven die worden gelegitimeerd door een streven het ‘kwaad‘ uit te roeien. De ‘War on Poverty’, de ‘War on Drugs‘, de ‘War on Terror’. En het wordt alleen maar erger. Mijn stelling hier is dat dat komt omdat dat oorlogvoeren de ‘business‘ is van een steeds groter wordend aantal bedrijven en instellingen, met inbegrip van het ‘commentaar‘, en dat het een regelrechte ramp zou zijn als die oorlog werd gewonnen, en de troepen bedankt konden worden, om terug te keren naar hun normale leven. Het zou een ramp zijn!
De nieuwste loot aan die boom, is het ‘Klimaat‘.
Oorlog is een diffuus begrip, en een militair treffen is daarin steeds meer een symptoom, en minder een eindbod. Je ziet het ook terug in de commentaren, doorgaans geschreven door mensen zonder militaire achtergrond. Politicologen, historici, filosofen, psychologen, sociologen en ‘politieke beesten‘, naast ‘carrière-columnisten‘ en literaire charlatans. En dat is gevaarlijk!
Waar ik in eerdere bijdragen mijn gal spuwde over de keuze van ons land voor de JSF, hangt dat samen met voorgaande observaties. Er wordt niet over nagedacht. Het is ‘business‘. En voor de meeste militairen is het een ‘speeltje‘, en brood op de plank. Totdat het écht oorlog wordt! En dan bedoel ik niet een laf schermutselingetje waarbij Nederland van veilige afstand bommen afgooit op ‘achterlijke boeren‘ in een Derde Wereldland, terwijl hun favoriete terroristen op de grond het vuile werk opknappen. Maar ‘leven en dood‘.
Recente doorbraken op militair terrein in Rusland en China worden door échte deskundigen gezien als ‘Game Changers‘. Pro-Russische websites, en websites van bloggers die kritiek hebben op de permanente oorlog, besteden ruime aandacht aan het boek ‘The (real) Revolution in Military Affairs‘ van Andrei Martyanov, een échte wetenschapper op dit gebied, die stelt dat die ‘Game Changers‘ ten onrechte weinig serieuze aandacht krijgen in de westerse pers. Ik heb het boek inmiddels zelf ook gelezen, en ik deel de analyse van Martyanov, maar houd een slag om de arm.
Om te beginnen is het geen geheim dat veel wapensystemen buiten de spiedende blijk van geïnteresseerden wordt ontwikkeld, en wat publiek wordt getoond, en operationeel wordt ingezet in militaire conflicten die nu woeden, geeft niet noodzakelijk het volledige beeld. De openheid van de Russen en de Chinezen over wapensystemen waar de NAVO-landen, met inbegrip van de Verenigde Staten, geen antwoord op hebben, maakt deel uit van de ‘informatieoorlog‘. De boodschap is dat we beter niet kunnen jongleren met plannen om Rusland en/of China militair op hun nummer te zetten.
Dat laatste lijkt mij hoe dan ook een gezond advies, maar het is overduidelijk tegen dovemansoren gericht als je westerse commentaren als representatief neemt voor het denken op het hoogste niveau. Daar mag je wel aan twijfelen, waar Trump consequent de stekker uit nieuwe militaire avonturen trekt, behoudens vuurwerk voor de ‘Bühne‘, zoals laatst in Syrië, na een in scene gezette ‘gifgasaanval‘. Anderzijds vertrouwt hij onverkort op het ‘militair-financieel‘-complex om zijn belofte ‘Make America Great Again‘ waar te maken. In zijn huidige vorm een verlieslatende propositie, omdat wapenproductie en de banken met elke nieuwe dag meer collectieve welvaart vernietigen. Het mag in de hedendaagse economie bijdragen aan het ‘Heilige GDP‘ als de overheid zich kleurenblind koopt aan nieuwe wapensystemen, en weer ergens een oorlog aftrapt, omdat het de vraag naar wapens en munitie door het dak jaagt, maar ik houd het er, net als Adam Smith, op dat het een kostenpost is, en het de ontwikkeling van de welvaart (op termijn) sterk negatief beïnvloedt.
Wat mij hoofdpijn bezorgt, is dat een implosie van de economie, gekoppeld aan ‘kleuterklas‘-commentaar in de media over de sterkte van ons militaire apparaat, catastrofale gevolgen kan hebben voor de wereldvrede, en onze eigen toekomst. Als de Amerikanen niet beschikken over één of ander geheim gehouden wonderwapen, zie ik niet hoe het westen Rusland en China ooit zou kunnen verslaan. Ik zie overigens ook niet hoe Rusland en China ons militair zouden kunnen veroveren. En dat maakt al het geleuter over militaire dreiging die van Rusland en China uitgaat tot reclame voor wapenfabrikanten, en verder niks. Ondertussen is het al wel oorlog, want ook de ‘handelsoorlog‘ is onderdeel van het concept. En waar staat Europa dan? Het drijft China en Rusland nader tot elkaar, en het bespoedigt het einde van de Dollar als wereldhandelsmunt. Zonder handel is er ook geen behoefte meer aan een munt die de handel ondersteunt, tenslotte.
Zelf zou ik graag zien dat we iets deden tegen de armoede, ongeletterdheid, drugs, terreur, en de verspilling van kostbare grondstoffen (het klimaat), maar voor mij is één ding volstrekt helder: Iedereen die dat ook wil, blijft weg van oorlog, beperkt de eigen militaire capaciteit tot defensie, en noemt dat streven ook geen ‘oorlog‘, want dan weet je zeker dat je exact het tegenovergestelde krijgt.