Een nieuwe, nóg besmettelijkere virusvariant maakt in acht Britse regio’s aanscherping van de coronaregels noodzakelijk. In Nederland houdt het OMT er intussen serieus rekening mee dat we in het najaar nog thuiswerken. Wat is er aan de hand?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de dubbele mutant B.1.617-variant – voor het eerst ontdekt in India – bestempeld als een zorgwekkende variant vanwege de hoge transmissiesnelheid en het vermogen om immuunresponsen te ontwijken. Nieuw onderzoek op de preprint-server bioRxiv * vindt dat B.1.617 de neutraliserende antilichaamresponsen die worden gegenereerd door het Pfizer-BioNTech-vaccin bescheiden kan verminderen.
Huh, wat voor obstakel blokkeert dáár nou weer het einde van de coronamaatregelen? Het is ‘B.1.617.2’, de nieuwe schrik onder de virusvarianten. De afgelopen weken rukte de uit India overgewaaide variant zó snel op in het Verenigd Koninkrijk, dat Londen de coronaregels in acht regio’s weer wat aantrok – liever geen bezoek binnenshuis meer, en houd ruim afstand. En, meer dan de helft van de bevolking ingeënt of niet, nu al verder versoepelen zou ‘een heel slecht idee’ zijn, gaf hoogleraar en overheidsadviseur Christina Pagel te kennen.
31. If B.1.617.2 does not start looking less scary, we must wait until we have fully vaxxed more people.
IF cases keep going up next week – consistent with continued rapid growth of B.1.617.2 – we should consider rolling back step 3 of roadmap.
— Prof. Christina Pagel (@chrischirp) May 23, 2021
Niet eens zo heel anders dan in Nederland, waar het OMT alvast de boodschap afgaf dat ook komende winter weleens ‘basismaatregelen’ nodig kunnen zijn om het virus in toom te houden, nog bovenop de vaccinaties die tegen die tijd zijn gezet. Want hoewel de situatie nog niet zo erg is als in het Verenigd Koninkrijk, heeft variant B.1.617.2 ook in Nederland vaste voet aan de grond. Al zes keer dook de variant op in steekproeven bij de teststraten van de GGD’s, verspreid over verschillende provincies. Dit betekent dat het virus hier al op een laag pitje circuleert, de pas ingevoerde vliegbeperkingen vanuit India ten spijt.
De nieuwe Indiase variant lijkt een flinke slag besmettelijker dan de ‘Britse variant’ B.1.1.7. Hoewel virologen dat het liefste eerst rustig zouden uitdokteren bij proefdieren in het lab, blijkt de nieuwe variant in de praktijk 10 tot zelfs 70 procent sneller om zich heen te grijpen dan B.1.1.7, die op zijn beurt weer zo’n 30 procent besmettelijker is dan het ‘klassieke’ coronavirus van vorig jaar. Het zou betekenen dat nieuwkomer B.1.617.2 de huidige virussen zou kunnen verdrijven, als een snel groeiend onkruid dat binnen de kortste keren de tuin overwoekert.
Gevoeligheid voor vaccins
Aanwijzingen dat de mutant ernstiger ziek maakt of veel minder gevoelig is voor vaccins of natuurlijke antistoffen, zijn er vooralsnog niet. Volgens een net gepubliceerde Britse studie voorkomt het vaccin van Pfizer 88 procent, en dat van AstraZeneca 60 procent van de ziektegevallen door de nieuwe variant. Tegen de Britse variant is dat respectievelijk 93 en 66 procent.
Maar dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat één prik opvallend beroerd tegen de nieuwe variant beschermt, ontdekte men in het Verenigd Koninkrijk: slechts 33 procent, drie weken na de eerste dosis. Vandaar de waarschuwing van Pagel: wacht even met verdere versoepelingen totdat meer mensen ook hun tweede prik hebben gehad. Van elke drie mensen die één prik hebben gehad, zijn er immers twee nog bevattelijk voor B.1.617.2.
Al die varianten, al die rare namen. De WHO onderscheidt intussen vier echte probleemgevallen, en acht verdachte virusvarianten, met namen die verwijzen naar hun plek in de virusstamboom: ‘B.1.617.2’ betekent dat deze variant het tweede zijtakje is aan aftakking nummer 617 van de eerste vertakking van de B-groep van het virus (het allereerste ‘referentievirus’ uit Wuhan was A.1). Wat de varianten verbindt, is dat er kleine veranderingen zijn geslopen in het bouwplan van, onder meer, hun uitsteeksels. Daardoor kan het virus bijvoorbeeld gemakkelijker cellen binnenglijden, of hebben de antistoffen die een gevaccineerd mensenlichaam op hem afstuurt er minder vat op.
Veel antistoffen
Gelukkig valt dat laatste nog wel mee in praktijk, noteert de Ierse hoogleraar biochemie Luke O’Neill in een deze week verschenen overzichtsstuk: ‘Het is de taak van een vaccin om in elk geval ernstige ziekte te stoppen – en tot dusver is er redelijk vooruitzicht dat de belangrijkste vaccins die we gebruiken dat ook doen bij de probleemvarianten.’ Waarschijnlijk omdat een gevaccineerd lichaam dan wel niet de best passende, maar wel heel véél antistoffen aanmaakt. Alsof je een inbreker weliswaar niet vast tapet met stevig ducttape, maar met gewoon plakband – lukt ook, je hebt er alleen meer van nodig.
De grote vraag is hoe lang dit zo blijft. Braziliaanse artsen publiceerden woensdag een verontrustende vondst: in het bloed van donoren uit de Amazone die al eerder besmet waren met het coronavirus, vond men in één op de zes gevallen sporen van een tweede besmetting, met de ‘Braziliaanse variant’ P.1. Een teken dat die variant zich weinig aantrekt van al aanwezige afweer. Ook P.1 gaat op een laag pitje rond in ons land: de ‘Braziliaanse variant’ is momenteel verantwoordelijk voor zo’n 1 tot 2 procent van alle infecties.
Meer lijkt op komst. Behalve vier varianten ‘van zorg’ en acht ‘van belangstelling’, heeft de WHO ook nog een snel uitdijende lijst van varianten ‘onder toezicht’, waarvan alleen nog voorzichtige aanwijzingen zijn dat ze problemen kunnen geven. Daarop staan er nog eens twintig, uit landen als Egypte, Mexico, Rusland en Peru. In wetenschapsblad Science wezen virologen er intussen op dat er waarschijnlijk nog veel meer varianten pruttelen onder de radar, in landen waar men domweg de techniek niet heeft om ze genetisch te ontrafelen.
Felle uitbraak
Neem de variant genaamd B.1.620, met aan zijn uitsteeksels minstens vijf veranderingen die hem in theorie sneller en gevaarlijker maken. De variant duikt sinds februari af en toe op in de VS en Europa, waar hij onder meer een felle uitbraak in Litouwen gaf. Pas deze maand ontdekten Franse en Belgische onderzoekers de herkomst: B.1.620 moet al een poos geleden zijn ontstaan in Kameroen. Een land, dat in totaal nog maar 48 virusmonsters had geanalyseerd.
De WHO onderscheidt nóg een categorie virusvarianten: variants of high consequence, voor virussen waarop de huidige medische maatregelen zoals vaccins geen vat meer hebben. Gelukkig is die categorie nog leeg. Maar rommelen doet het wel, daar in de steeds verder vertakte virusstamboom.