Wat doet monetair beleid
In mijn columns benoem ik vaak de analyses van monetaire specialisten. Ik ben zeer geïnteresseerd in de opinie van de gestudeerde ingewijde experts. Ik vind het van belang om te weten hoe ons geldstelsel in elkaar zit. Hoe de verschillende valutasoorten ten opzichte van elkaar bewegen, zoals bijvoorbeeld de koers van de dollar tegenover de euro. Hoe de inflatie of deflatieverwachtingen zijn van ons geld. Wat de centrale bankiers voor ons in petto hebben met hun rentebeleid en stimuleringsmaatregelen. Kortom, wat zijn de gevolgen van monetair beleid voor ons burgers; wat kunnen we kopen voor ons geld en hoeveel kunnen we lenen voor onze woonhut. En wat zouden we het beste kunnen doen met het geld dat we over houden.
‘Maar armoede kennen we niet’
Voor veel mensen trouwens een hele toer om maandelijks iets weg te leggen van een inkomen dat niet altijd toereikend is voor de eerste levensbehoeften. Er wordt in ons ‘welvarende’ Nederland makkelijk voorbij gegaan aan het feit dat veel huishoudens leven op of onder de armoedegrens. Nog vaak wordt gezegd dat we hier in onze verzorgingsstaat geen armoede kennen. We zijn een westerse welvaartsstaat in een vrije democratie, maken deel uit van een Europese Unie, zijn verenigd in een NAVO, staan in de top van de landen waar het welzijn goed is, enzovoort, enzovoort. “We mogen niet klagen.” Mensen die zich financieel in de nesten hebben gewerkt hebben dat aan zichzelf te danken, zo is meestal de simpele conclusie.
De grote verleiding
Wat vaak vergeten wordt is dat we leven in een land van weelde, met winkels vol luxe artikelen, volle terrassen, autodealers met glimmende bolides, makelaars die kapitale villa’s aanprijzen, TV-shows gevuld met glitter en glamour. In een land waar zoveel moois te koop is en zo agressief wordt aangeprezen speelt de grote verleiding een belangrijke rol. Veel mensen bezwijken onder de aantrekkingskracht en doen impulsieve aankopen als ze in de stad lopen met hun uitdagende etalages. Veelal komen mensen met meer spullen thuis dan de bedoeling was. Zie de inbreng van overtollige spullen in de kringloopwinkels. Ze puilen uit. Het wordt ons namelijk heel makkelijk gemaakt om bijvoorbeeld de aankoop van duurzame goederen niet uit te stellen maar de aankoop te financieren met een kredietje. Kost toch geen drol. Je moet er nu bij zijn met een rente op het laagste niveau ooit. Spaargeld op de bank levert toch niets op. We teren in als we er de inflatie aftrekken. Hetzelfde verhaal steken de vermogensbeheerders af die u graag een pakketje aandelen willen aansmeren. Waag een gokje op de beurs, meneer of mevrouw. De rente daalt nog verder, straks betaalt u negatieve rente aan de bank in plaats van te ontvangen. Het geld wordt ons uit de portemonnee gepraat.
Monetaire extremen
In onze ‘welvaartsstaat’ is alles gericht op consumeren. Consuminderen is slecht voor de economie dus moeten we blijven uitgeven. Hier zien we de imperfectie in onze moderne maatschappij als we kijken naar de effecten voor het milieu en misschien ook het klimaat. Enerzijds worden we aangemoedigd om ons geld uit te geven en anderzijds ontmoedigd omdat onze overconsumptie, zie onze uitpuilende kringloopwinkels, schade toebrengt aan ons milieu. Vreemde tijden. Sparen wordt ontsparen en schulden stapelen op vanwege de lage rente. We blijven consumeren tegen elke prijs en we betalen de hoofdprijs voor een dak boven ons hoofd. We gaan ‘rood staan’ voor de aankoop van luxe goederen. Goed beschouwd zien we hier een “race to the bottom.” Wat we hier zien zijn monetaire extremen.
Extremen op velerlei gebied
Zonder dat de massa het in de gaten heeft voltrekt zich onaangekondigd een ramp in ons monetaire fiat geldsysteem. Er bestaat een definitie over ons fiduciair geld: “Geld dat zijn waarde niet ontleent aan de materie waaruit het gemaakt is (intrinsieke waarde zoals bij gouden en zilveren munten), maar aan het vertrouwen dat er goederen en diensten mee gekocht kunnen worden(wikipedia).” Aanvullend wil ik opmerken dat president Nixon in 1971 de onderliggende goudstandaard heeft afgeschaft. “We” hebben toch de dollar die als wereldreservemunt een leidende factor heeft toegekend aan de valutasoort van de VS? Nog altijd wordt in de wereldhandel voor 60 à 70 procent afgerekend in dollars. Nu zien we een (tijdelijke?) stijging van de euro t.o.v. de dollar waaruit blijkt dat er spanningen zijn op de valutamarkt. Er is nogal wat loos in de VS waar verkiezingen in aantocht zijn en waar de polarisatie tussen democraten en republikeinen hoogtepunten bereikt. Extremen waarbij schermutselingen ontstaan in de grote steden door de samenloop van iets teveel narigheden. Valutaoorlog, handelsoorlog, pandemie, racisme, verkiezingsstrijd enzovoort. Het schept onzekerheden voor burgers en beleggers. Maar er zijn meer factoren die een negatieve rol spelen.
Ook kredietberg is extreem
Door Corona moeten we lijdzaam toezien dat de mondiale kredietberg door het dak gaat. Precies op het moment dat economische groei via de regenpijp door het putje gaat. We hebben dit ‘fenomeen’ eerder gezien bij de kredietcrisis van 2009 toen door torenhoge schulden banken wankelden. Toen zijn diverse (systeem)banken gered met behulp van veel belastinggeld, terwijl de wereldwijde schuldenberg nog niet eens de helft was van de snel groeiende kredietberg van nu. Hoe gaan de FED en de ECB dit aanpakken? De rente nog verder omlaag en de opkoop van schuldpapier van bankbalansen nog verder uitbreiden? Ergens houdt dat op en verliezen ook beleggers het vertrouwen in hun vriendjes, de centrale bankiers. Niemand durft aan te geven waar dat punt ligt. Is het 2021 of later? Toch zie ik een ijkpunt. Ik schreef eerder dat veel mensen ontsparen omdat sparen niet meer rendeert. Tegelijk zijn er mensen, vooral de senioren, die wel sparen uit angst voor een naderende crisis. Deels op de bank, deels thuis in de kluis, deels in goud en zilver, en voornamelijk de jongere generatie ‘ouderen’ in cryptovaluta.
Niet alleen de beurs is graadmeter
Het ijkpunt is het punt waar zowel de spaarquote bij de spaarbanken stijgt alsmede de prijs van fysiek goed en zilver, alsmede de opverende crypto en dan nog de vlucht van beleggers in staatsleningen. Daartegenover plaats ik de cijfers van faillissementen, werkloosheid, consumentenvertrouwen, en aanhoudende economische krimp. Als economische groei niet meer terug veert tot het niveau van voor de coronapandemie, dan slaat vertrouwen om in wantrouwen en verlaten beleggers de beurs. De eerst genoemde factoren van mijn ijkpunt zijn al duidelijk zichtbaar. De laatste factor, die van een beurscrash, is het moment dat aandelen gaan dalen en blijven dalen tot onder het niveau van 18 maart 2020, toen de AEX een stand bereikte van 404 punten. Als die fase van daling doorzet dan gaan we door het putje. Niet zo moeilijk voorspelbaar. Signalen genoeg zou ik denken; kwestie van analyseren. Gelukkig ben ik geen econoom, geen beursexpert, geen helderziende en heb ik mij wel eens vaker ‘vergist.’ Maar ben ik een simpele columnist die hier weer het maximum aantal woorden overschrijdt en bent u uit verveling misschien halverwege al afgehaakt. Dat was wel zo wijs, dan slaapt u beter.
Dat dit financiele systeem en vooral dankzij een zichzelf behoorlijk overschattende EU ten dode is opgeschreven was mij al langer duidelijk: LANG LEVE HET VK en die waren zo slim om op tijd te vertrekken.