Als je gaat graven in het verleden van Prins Bernhard kom je wat ‘belhamel’ gedrag tegen maar ook ernstigere zaken. Met name van wat zich tijdens de bezettingsjaren heeft afgespeeld krijg ik een gemengd gevoel. Tot niet al te lang geleden was ik ervan overuigd dat de Prins van ‘de Prins geen kwaad’ wist en dat hij hooguit wat ongelukkige momenten had gekend, maar ik moet mijn mening nuanceren nu dat mij wat meer feiten en veronderstellingen hebben bereikt over het doen en laten van de Prins.
Soms zijn toevalligheden iets ’te’ toevallig.
PVV eist excuses van de regering
Nadat begin 2011 twee ex-ministers (Borst en Zalm) in een artikel afwijkend gedrag vertoonden over de schuldvraag van de Jodenvervolging in Nederland tijdens WO2 pikte de PVV van Geert Wilders dit op om excuses te vragen van toenmalig premier Rutte voor de vermeende laffe houding van zowel de regering als Koningin Wilhelmina tijdens hun verblijf in Engeland.
Wellicht onbedoeld, maar in de berichtgeving van januari 2012 werd gesuggereerd dat men in Londen, tijdens de ballingschap, niet veel op had met de Joden in Nederland. Indirect werd de toenmalige leiding collaboratie met de Duitsers verweten. Dat gaat ver, erg ver.
Prins Bernhard en de Stadhoudersbrief van 24 april 1942
Waarschijnlijk een van de vervelendste kwesties voor Prins Bernhard zal de al dan niet door hem geschreven ‘Stadhoudersbrief’ zijn geweest. Hoewel de Prins wel meer akkefietjes heeft gehad waaronder meerdere buitenechtelijke kinderen, is het vermeende schrijven van een brief aan Adolf Hitler tijdens de oorlog iets wat hem tot zijn dood is nagedragen, maar nooit heeft kunnen ontkrachten.
En hoe zou dat ook gemoeten hebben? Bewijzen dat iets NIET bestaat is erg lastig als er geen bewijs is dat het WEL bestaat en er louter geruchten zijn.
De kwestie op zich
Het is oorlog, er worden razzia’s gehouden in Amsterdam. De Duitsers verplichten alle Nederlandse Joden om in Amsterdam te gaan wonen zodat de nazi’s beter zicht op ze hebben. Dat hun ultieme doel de uitroeiïng van een heel volk was kon niemand bevroeden. De eerste winkel, een slagerij, wordt gesloten door de Duitsers. De Nederlandse burgers lijden zwaar onder het nazi-bewind. Natuurlijk verneemt Bernhard dit en zou besloten hebben er een brief over te schrijven aan Hitler.
Maar was dit de aanleiding wel? Later maak ik dit duidelijker.
In de vermeende Stadhoudersbrief biedt Bernhard aan namens Hitler het bewind te voeren over Nederland. Daarmee zet hij de regering alsmede Koningin Wilhelmina, zijn schoonmoeder, buitenspel. De brief zou vanuit de Verenigde Staten zijn geschreven. Op zich klinkt ‘Amerika’ ook niet onlogisch omdat volgens sommigen de Amerikaanse President Roosevelt wel wat zag in het plan van Bernhard.
De VS wilden zich aanvankelijk niet mengen in het Europese conflict maar wel een (te) sterk Engeland voorkomen.
Doel van de brief
Ik gaf het al even aan. Bernhard was ontstelt over de razzia’s in met name Amsterdam, maar zondermeer zal hij ook gehoord hebben van de nazi-praktijken in Warschau. Hij wilde voorkomen dat geheel Nederland ‘ontjood’ zou worden. Ook ging het Bernhard aan het hart dat Nederlanders enorm leden onder het Duitse juk.
Bernhard zou in de brief gevraagd hebben om terugtrekking van de Duitse troepen.
De brief, waar is die?
Stel, die brief van 24 april 1942 is er daadwerkelijk geweest, waarom heeft Hitler de Prins dan niet voor zijn karretje gespannen? Op zijn minst had Adolf kunnen reageren of Bernhard zwart kunnen maken. Er is geen enkele reactie geweest. Omdat de brief via Amerika met wat tussenstops naar Berlijn ging zou daar een kopie van de brief moeten liggen. Maar wellicht ook ergens in Amerika zelf.
Er duikt een kopie op, althans, dat wordt beweerd. Een spion zou in 1981 in Frankrijk een kopie hebben gezien, maar wat is een kopie waard als zelfs die kopie niet getoond kan worden?
Een andere spion zegt eveneens de brief te hebben gezien, maar ze kan er verder weinig over zeggen omdat ze dat niet mag van de Engelse inlichtingendienst. Duister verhaal waar ik in ieder geval niets mee kan.
Een adjunct-hoofdredacteur van De Telegraaf beweerde ook ooit een kopie te hebben gezien, niemand gelooft dat.
Ook wordt er geen kopie gevonden in de Verenigde Staten. Waar het eventuele origineel is gebleven blijft ook een raadsel. Als de brief er geweest is en bezorgd bij Hitler kan ik mij niet voorstellen dat de brief bewaard is gebleven. Als er ergens in een archief bij een inlichtingendienst het orgineel ligt zal Hitler hem dus niet hebben gehad.
Maar er is wel één opmerkelijk detail. De CIA zou bewijzen hebben dat de brief wel degelijk heeft bestaan, alleen die bewijzen komen op zijn vroegst vrij in 2008, zo verklaart men in 2006, maar 2008 is het al lang geweest, er kwam inderdaad een dossier vrij, maar daarin zat niets belastends voor de Prins.
Pieter Menten (link) zou de brief ook in zijn bezit gehad kunnen hebben en de Prins ermee hebben gechanteerd, ook geen bewezen veronderstelling, maar wel pikant, want Menten wist met de hulp van een hoogeplaatste onbekende jarenlang uit handen van justitie te blijven. Wie is nooit naar buiten gekomen.
Journalist Ton Biesemaat bracht in 2007 het boek “Bernhard Gate” uit, een aaneenschakeling van tot feiten opgewaardeerde veronderstellingen wat dan ook nauwelijks serieus genomen wordt. Totdat de Engelse pers het boek oppikt en er ook in Nederland opnieuw aandacht voor ontstaat. Dat er de eerste keer niets over gezegd werd heeft met twee omstandigheden te maken.
Er kwam een ander boek uit dat handelde over het Koningshuis toen er nog Willems regeerden, Beatrix maakte zich daar extreem boos over, men vond dat ietwat doorgeschoten. Achteraf zou je kunnen concluderen dat het een zeer tactische zet van Beatrix was. Zij negeerde een boek dat veel stof zou kunnen doen opwaaien en blies een klein detail in een ander boek op tot enorme proporties.
Het tweede is niet minder vreemd. De Nederlandse pers negeerde het boek van Biesemaat volkomen, er werd niets, maar dan ook niets over geschreven, laat staan gezegd op televisie.
De latere herdrukken vinden na de Engelse aandacht gretiger aftrek.
Stadhoudersbrief zou wel in het plaatje passen
Het is 10 april 1940, de oorlog is in sommige delen van Europa reeds in volle gang, maar Nederland denkt te worden gespaard omdat het tijdens de Eerste Wereldoorlog ook neutraal was. Daar denken de nazi’s duidelijk anders over, die willen dat Nederland zonder slag of stoot capituleert, maar daar peinst de regering niet over.
Maar op ‘hun post’ blijven doen ze ook niet. De regering en het Koningshuis vluchten het land uit richting Londen. Rotterdam wordt gebombardeerd en onder de dreiging dat ook andere steden plat worden gewalst geeft de Nederlandse staat zich over. Het vestigen van de zetel van de regering in Londen is op dat moment ongrondwettig maar goed, de omstandigheden zijn dan ook van een buitencategorie.
Wilhelmina heeft niet veel op met de regering, dat blijkt tijdens haar bewind in Londen ook meerdere malen. Prins Bernhard wordt haar vertrouweling, grote steun en toeverlaat. Van Bernhard wordt gezegd dat hij nou niet bepaald een democraat is. Ik laat in het midden of dat zo is zodat je je eigen conclusies kunt trekken.
Het feit dat Wilhelmina zijn benoeming tegen de wil van de regering in doordrukte zegt iets over haar, maar ook over hem, wie wil er op deze wijze worden benoemd? Maar het is oorlogstijd, dat vraagt om adequaat optreden en dat ontbreekt volledig bij de regering in ballingschap.
Medio april 1943 sijpelt het besef in Nederland door dat er een coup aan de gang is in Londen, een staatsgreep die op handen is, maar, een die in de toekomst gepleegd moet worden als de Duitsers zijn vertrokken. De enorme commotie die in Nederland ontstaat is naar aanleiding van een toespraak die Koningin Wilhelmina houdt op 2 september 1943. Ondermeer zegt zij:
Door op dit plaatje te klikken zie je de gehele door Wilhelmina uitgesproken tekst >>>
Het betreft een document dat op het Internet circuleert maar dat afkomstig is van het NIOD >>>
“Ik wil u thans enkele mededelingen doen omtrent hetgeen er hier wordt voorbereid voor het tijdstip uwer bevrijding. Een aanzienlijk aantal landgenoten is opgeleid voor de uitvoering van de reeds eerder door mij genoemde staat van beleg. Zij zullen onder leiding van een militair belast worden met de uitoefening van het militair gezag. Dit militair gezag zal op het uur der bevrijding aanwezig zijn”.
Met name het linkse verzet in Nederland, dat voornamelijk uit Communisten bestaat, roert zich en spreekt van een nieuw fascisme. In werkelijkheid is het militaire gezag er toch gekomen. Direct na de oorlog keert de regering en het Koninklijk huis terug naar Nederland, maar het bestuur komt in handen van het Bureau Militair Gezag.
Generaal-majoor H.J. Kruls is in tegenstelling tot de wens van Prins Bernhard opperbevelhebber geworden. In april 1945 houdt zijn staf hoofdkwartier in Breda, een maand later na de bevrijding van heel Nederland verplaatst deze zich naar Den Haag. Het militaire bestuur had tot taak het land te zuiveren van collaborateurs en de orde en rust te herstellen. De Binnenlandse Strijdkrachten (BNS, het rechtse verzet) stond echter onder leiding van Bernhard en het linkse verzet stond lijnrecht tegenover de twee andere partijen.
Staat van beleg
Na de oorlog was er dus geen regering maar een Militair Gezag dat kon functioneren omdat de grondwet buiten werking was gesteld, deze staat van beleg duurde voort tot maart 1946 en stond dus onder leiding van Mr. H.J. Kruls.
Mr. H.J. Kruls chef staf van het Militair Gezag
Deze officier werd chef staf van het Militair Gezag, een positie die Prins Bernhard eigenlijk voor zichzelf had bedacht. Kruls was in 1940 met de regering en de Koningin naar Londen gevlucht, hij zat dus dicht bij het vuur toen het tot een benoeming kwam. Hoewel Wilhelmina de Prins op die post wilde hebben stemde ze uiteindelijk in met de benoeming van Kruls.
Kruls stond te boek als eigenzinnig die als een olifant door de kast kon gaan. Dat leidde niet zelden tot heftige meningsverschillen met enerzijds de Koningin en de Prins, maar anderzijds ook de regering.
Na de oorlog hield dit aan, in 1951 kreeg Kruls alsnog zijn congé.
Autoritair pastte op zich wel bij de Koningin
Deze manier van regeren pastte ook precies in de lijn die de vermeende Stadhoudersbrief van Bernhard uit april 1942 bedoelde. Bernhard zou aan Hitler hebben voorgesteld dat hij (Bernhard dus) leiding zou geven aan een militaire staf en in het gereel zou lopen met de wensen van Hitler. Voorwaarde was echter wel dat de bezetter zijn troepen terug zou trekken. In feite strookt dit exact met wat Koningin Wilhelmina in haar rede van 2 september in het volgende jaar uitsprak.
Saillant detail is dat begin 1943 (precies tussen de vermeende brief van Bernhard en de omstreden toespraak van Wilhelmina in) de Nederlandse regering in ballingschap en het Koningshuis ervan overuigd waren dat de bevrijding van Europa aanstaande was. In januari 1943 stelde de regering Gerbrandy het Londense Bureau voor Gezag over Nederland in. Negen maanden eerder zou Bernhard dus de Stadhoudersbrief hebben geschreven en negen maanden na de installering sprak Wilhelmina haar opmerkelijke rede uit.
In een tijdsbestek van anderhalf jaar werd Nederland dus voorbereid dat er direct na de bezetting een militair gezag zou worden ingesteld. Dat het er kwam, maar dat dat niet van een leien dakje ging, kwam voornamelijk doordat het linkse verzet en de pers zich bleven afzetten tegen een bestuur dat onder leiding stond van een militair.
In 1948 is er een ‘spoor’ van een staatsgreep waarbij oud-premier Gerbrandy betrokken zou zijn geweest. Loe de Jong van het toenmalige RIOD heeft hier onderzoek naar gedaan maar zwakte de bedreiging af tot een storm in een heel klein glas water.
Wilhelmina was betrokken bij wat discutabele executies van vermeende collaborateurs terwijl anderen juist op hun post konden blijven. Na het aantreden van een verse ministersploeg onder leiding van de socialist Drees in augustus 1948 en de troonswissel (Juliana nam het stokje over in september 1948) waaide er een andere wind. Er werd niemand meer ter dood veroordeeld en ‘foute’ benoemingen kwamen niet meer voor.
1948 en de conclusie
In feite kun je stellen dat de oorlog pas echt over was toen in de zomer van 1948 het Militair Gezag, de Koningin, de Prins met zijn Binnenlandse Strijdkrachten en premier Gerbrandy definitief plaats maakten voor nieuwe leiders.
Mocht het plan van Bernhard ooit hebben bestaan om Nederland aan een militair gezag te onderwerpen dan was dat met de troonsbestijging door zijn vrouw van de baan. Wat dat betreft kon hij dus beter overweg met zijn schoonmoeder. De in de oorlog nagenoeg onzichtbare Gerbrandy had zelf het Militair Gezag al begin 1943 ingesteld, maar ook die was dus weggestemd door de Nederlandse kiezer.
Wat Bernhard voor ogen kan hebben gehad als hij daadwerkelijk de Stadhoudersbrief heeft geschreven was dat het Nederlandse volk minder zou hoeven te leiden onder het Duitse juk. In de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal, maar leed wel onder de oorlog, fysiek viel dat erg mee. Het is niet ondenkbaar dat als Hitler zijn troepen zou hebben teruggetrokken om plaats te maken voor een vassal in de persoon van Bernhard veel Joden niet om het leven zouden zijn gekomen.
Reden om dit te veronderstellen is dat er dan een scheiding zou zijn geweest tussen het civiele en het militaire bestuur, doordat die er niet kwam konden de Duitsers vergaande beslissingen nemen die ze ook zelf direct uitvoerden.
Maar juist omdat Hitler voor ogen had alle Joden in Europa uit te roeien is het haast ondenkbaar dat Hitler ooit in zou zijn gegaan op een eventueel verzoek van Bernhard om de leiding van het land over te nemen.
Maar er was al eerder een brief
De focus ligt al jaren op de brief uit 1942 van Bernhard, misschien wel omdat die brief nooit is teruggevonden, ook al beweren velen dat de brief er wel degelijk is geweest. Zolang er geen origineel exemplaar opduikt zal het altijd gissen blijven of er inderdaad een tweede brief is geweest. ‘Tweede’, omdat er in 1940 een briefwisseling is geweest tussen Wilhelmina en haar dochter Juliana waarin gesuggereerd werd om samen te werken met Hitler. Deze brief is ook daadwerkelijk teruggevonden maar de inhoud moest zo geïnterpreteerd worden dat Wilhelmina de mening van de regering verkondigde die onder leiding stond van De Geer.
Niet veel later zou hij vervangen worden door Gerbrandy.
Bernhard had voor de oorlog al eens ontmoetingen met Hitler gehad, toen die meende zich geschoffeerd te voelen schreef Bernhard hem een brief, die ging Hitler niet ver genoeg dus schreef Bernhard nogmaals een brief waarin hij zich dieper verexcuseerde. Omdat deze brieven niets te maken hebben met de Stadhoudersbrief en het verhaal onnodig complex maken laat ik de bespreking ervan hier achterwege, maar het toont wel aan op welke voet Bernhard met Hitler stond en dat het voor de Prins niet ongewoon was om in de pen te klimmen om Hitler te schrijven.
In een interview ontkende Bernhard voor de zoveelste maal het bestaan van de Stadhoudersbrief. Wel voegde hij er iets opmerkelijks aan toe. Hij wees op de omstandigheid dat de Duitsers wellicht de oorlog aan het verliezen waren en dat er dus helemaal geen noodzaak zou zijn om een militair bestuur onder zijn leiding op te richten.
De werkelijkheid is natuurlijk dat Wilhelmina juist zinspeelde op een militair bestuur na het vertrek van de Duitsers en dat er al maanden een Bureau Militair Gezag bestond in Londen dat de touwtjes in handen zou nemen. Het enige dat in alle plannen veranderd was zou de leiding zijn, die moest in handen komen van de Prins maar dat werd uiteindelijk dus iemand anders (Kruls.)
Er lijkt dus wel degelijk een lijn te zitten in de gedachtengang van de Prins en die van Koningin Wilhelmina. In Nederland moest men daar absoluut niets van hebben en de socialist en inmens populaire Drees werd premier. Twee weken na zjn aantreden trad Wilhelmina af en zou Bernhard definitief naar de achtergrond verdwijnen.
Van een opzetje lijkt hier sprake.
Over Bernhard valt nog iets navrants op te merken. Hij heeft altijd ontkend lid te zijn geweest van de SS, maar van 1933 tot aan zijn trouwen in januari 1937 was hij lid van de NSDAP en de SA. De bewijzen zijn er. Een lidmaatschapskaart van de Studentenschaft waar prins Bernhard lid van was stond door hem ingevuld dat hij lid was. Dit bewijs ligt in Berlijn.
Later zou ook vast komen te staan dat hij lid is geweest van de SS.
Een dag na zijn trouwen met Juliana werd door hem het lidmaatschap beëindigd, de Prins heeft tot aan zijn dood het lidmaatschap ontkent.
Ik heb ‘ns gelezen dat je de troon verliest als je naar een ander land vlucht. Wilhelmina in deze.
Enne … kijk maar ‘ns naar verbanden tussen de diverse families. Bijv ook engelse royals en duitse.