De pensioenfondsen hebben meer geld in kas dan ooit tevoren. Toch zijn eind januari wederom mogelijke pensioenkortingen aangekondigd en blijft indexatie achter. Tegelijkertijd hebben ouderen qua koopkracht en vermogen flink ingeleverd de laatste jaren. Wat is hier gaande?
Nederland is zo plat als een dubbeltje, zeggen mensen die het landschap van ons land voor het eerst zien. Ze vergissen zich. Nederland heeft een van de hoogste bergen ter wereld. Die berg heet ‘Pensioenfondsen’ en is 1400 miljard euro hoog. Vóór de crisis was de hoogte nog 700 miljard euro, maar hij groeit met duizelingwekkende snelheid.
De hoogte van die berg geld staat in schril contrast met het feit dat er sinds jaar en dag pensioenkortingen aangekondigd en doorgevoerd worden en dat aanpassing van de pensioenen aan de loonontwikkeling (indexatie) sterk achterblijft. Niet zo vreemd dat onderzoekers van de Nijmeegse Radboud Universiteit vorig jaar al concludeerden dat de koopkracht van gepensioneerden fors is achtergebleven (‘Koopkrachtontwikkeling postactieven’ – juni 2015).
Maar eerst die berg met geld. Hoe kon die zo hoog worden? SP-Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt heeft een eenvoudig antwoord: ‘Omdat de pensioenfondsen zeer hoge rendementen halen. Zes, zeven, zelfs acht procent is geen uitzondering. Naast dat rendement komt er jaarlijks zo’n 33 miljard euro aan premie binnen, terwijl er maar rond 28 miljard aan pensioenen uit gaat. Ter illustratie: met de cijfers van nu zouden de pensioenfondsen de komende vijftig jaar alle pensioenen kunnen uitbetalen, zonder dat er een cent aan premie binnenkomt.’ Het antwoord op de tweede vraag (waarom worden de pensioenen dan gekort en niet voldoende geïndexeerd) is bijna net zo simpel: ‘Omdat de pensioenfondsen zeer grote buffers moeten aanhouden.’
VERPRUTST
Wie wil weten hoe dat zit, moet terug in de tijd. Tien jaar geleden zegde het kabinet-Balkenende het systeem vaarwel waarin voor pensioenfondsen een vaste en veilige rente van 4 procent per jaar standaard was. Vanaf 2006 gold de destijds hogere marktrente en ging min of meer de dagkoers bepalen hoeveel geld pensioenfondsen minimaal in kas moesten hebben. Echter, de financiële crisis in 2008 deed de rente flink kelderen. Waardoor het leek of de pensioenfondsen ineens te weinig geld hadden. Léék, want in werkelijkheid was en is er geld zat. Momenteel bedraagt die flexibele rekenrente slechts circa 1,5 procent en op basis van dat schamele percentage wordt de verwachte groei van de vermogens van de pensioenfondsen vastgesteld. En niet op het behaalde rendement van zes, zeven, acht procent. Paul Ulenbelt: ‘Met andere woorden: de pensioenfondsen worden
gedwongen zich arm te rekenen op basis van de marktrente.’
Daardoor worden heel wat mensen, die hun hele leven gewerkt en betaald hebben, op hun pensioenen gekort. Gevolg van die kortingen is weer dat met name jongeren zich zorgen maken over de vraag of het geld straks op is als zij aan de beurt zijn. Plus dat er steeds meer stemmen opgaan om het eigen pensioen dan maar zelf te gaan beheren, bijvoorbeeld door middel van beleggingen. Veilig? U zegt het maar.
Maar ondertussen dreigt wel het draagvlak voor het wellicht beste pensioenstelsel ter wereld af te brokkelen. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Paul Ulenbelt vecht al jaren voor terugkeer van een vaste en vooral hogere rekenrente bij de pensioenfondsen. Maar zelfs nu er voor volgend jaar wederom pensioenkortingen dreigen, lijkt verantwoordelijk staatssecretaris Klijnsma onwrikbaar. Ulenbelt: ‘Ze verprutst het. Zij is feitelijk degene die de strenge regels oplegt. En zij is degene die kan zeggen dat het anders kan. Zodoende ondermijnt ze in mijn ogen het vertrouwen in ons pensioenstelsel.’ Ulenbelt pleit voor een verhoging van de rekenrente voor pensioenfondsen van zo’n twee procent. ‘Op die manier kunnen de pensioenfondsen beoordeeld worden op wat ze daadwerkelijk presteren en niet op wat ze opgelegd krijgen.’
Het blijft speculeren over de vraag wie er eigenlijk gebaat is bij een dalend vertrouwen in onze pensioenfondsen. Maar zouden banken en verzekeringsmaatschappijen heel hard protesteren als er gaandeweg een berg geld van 1400 miljard euro vrij zou komen op de financiële markten?