Het Piet-seizoen is weer begonnen. Zaterdag komt de stoet van de Sint aan in Apeldoorn. En deze week begint ook het Sinterklaas-journaal weer. Maar de echte aftrap vond eind vorige week plaats in Den Haag. Daar bestormden de Pro-Zwarte Pieten (PZP-ers) een bijeenkomst van de Anti-Zwarte Pieten (AZP-ers). De vandalen richtten vernielingen aan, er vielen rake klappen en de politie pakte een aantal PZP-ers op.
De stemming rond het kinderfeest zit er dus meteen goed in. En dat zal de komende weken vermoedelijk wel zo blijven. De polder wordt zoals elk najaar weer het strijdtoneel tussen de PZP-ers en de AZP-ers. Het hoort net als strooigoed inmiddels bij de folklore. Sinterklaas zonder heibel is geen Sinterklaas.
De strijd gaat wel op zijn Nederlands. De Haagse vandalen hadden ongetwijfeld gerekend op bijval uit het eigen kamp, maar dat bleef uit. Ook de meest fanatieke PZP-ers keurden het geweld eenstemmig af. Matten doet de zaak geen goed. De acties van de blokkeerfriezen twee jaar geleden zijn kennelijk de grens. Wie Zwarte Piet wil redden uit de klauwen van de pc-gemeente houdt zijn handen thuis. Het blijft namelijk wel een kinderfeest.
Het zou mooi zijn als de AZP-ers er ook zo over dachten. Hun recht op demonstratie moet uiteraard overeind blijven maar enig Fingerspitzengefühl bij de plaatselijke intochten zou hen bij dat deel van de bevolking dat welwillend neutraal staat tegenover een modernere uitdossing van Piet zeker helpen. Zoals alles in de polder gaat het ook hier om draagvlak.
Intussen gaat de verschuiving richting eigentijdse verschijning van Piet gewoon door. De PZP-ers hebben het misschien niet door maar ze voeren een achterhoedegevecht dat ze bezig zijn te verliezen. Dat is niet alleen het werk van de commercie voor wie het uiteindelijk niet uitmaakt hoe Piet er uitziet. Zolang de kassa maar rinkelt. De marketeers steken een vinger in de lucht en stellen vast dat Zwarte Piet zijn toekomst achter zich heeft.
Die verandering hoort namelijk ook bij het karakter van het kinderfeest. Het verandert permanent en bijna ongemerkt. Vijftig jaar geleden was Piet de boeman. Hij dreigde met de roe en de zak was er om ‘stoute kinderen’ in te stoppen. Menig ‘kwajongen’, – die bestond toen nog en was nog geen overenergiek ADHD-ertje – , kroop weg achter de rokken van zijn moeder. Dat is allang voorbij. Nu is Piet meestal goed zichtbaar een zij, en is de rolverdeling aangepast. De Goedheiligman is niet langer de ietwat strenge kindervrind die de streken van zijn klantjes bijhoudt in zijn Grote Boek. Hij is een beetje een sul geworden, een oude baas, die moet toezien dat zijn knechten steeds vaker de show stelen.
Dat is ook de enige manier voor een traditie om te kunnen overleven. Ze moet zich aanpassen, anders is ze ten dode opgeschreven. Die aanpassing gaat meestal geleidelijk en sluipend, zonder direct opvallende veranderingen. Pas na verloop van geruime tijd en dan nog alleen bij terugblik blijken die veranderingen te hebben plaatsgevonden. Vaak tot verrassing van degenen die in de achteruitspiegel kijken: verrek, ging dat toen zo?
Soms gaat die transformatie in een hogere versnelling. Dat gebeurt vooral als actiegroepen zich ervan meester maken omdat het voor hen te traag gaat. Zij zien onrecht dat zo snel mogelijk moet verdwijnen. Kick out Zwarte Piet ziet racisme waar de meeste medebewoners vooral een zwart geschminkte figuur zien die een twee-eenheid vormt met een man met een nepbaard. Waar maak je je druk om? Maar dan gaat iedereen zich ermee bemoeien, er komen twee kampen, het vuur wordt opgepookt via de sociale media, en hup, voor je het weet, zit je midden in een verbeten Kulturkampf.
Dan gaat ook de tegenstelling tussen stad en platteland (provincie)meespelen. Je moet die in de polder niet teveel opblazen, Dokkum ligt nog geen 200 km van Amsterdam, maar mentaal zijn er zeker verschillen. Het is ongetwijfeld te kort door de bocht en te grofmazig, maar in de Randstad zal men die veranderingen eerder accepteren en op den duur begroeten dan in Friesland of de Achterhoek. In de provincie hebben tradities minder last van de grootstedelijke diversiteit.
Hetzelfde kun je zeggen over de kloof tussen lager- en hogeropgeleiden. De PZP-ers komen vooral uit de eerste groep, terwijl de AZP-ers vaak op begrip kunnen rekenen van de laatsten, als die zelf al geen AZP-er zijn.
Meestal zijn die verschillen niet te overbruggen. Beide kampen investeren veel energie in hun overtuiging en zetten dan ook nog de oogkleppen op. De andere kant hoeft niet op veel consideratie te rekenen. De AZP-ers zijn arrogant en geen ‘echte Nederlanders’ en de PZP-ers kortzichtig en op zijn ergst ‘racisten’. En de steeds groter wordende groep tussen beide kampen denkt steeds vaker: laten we er eindelijk eens over ophouden.
En dat is het mooie van dit land, de oplossing krijgt langzaam maar zeker steeds duidelijker contouren. Eén ding staat vast, de Regenboog-Piet gaat ‘m niet worden, te gekunsteld en teveel pc. Maar de Roetveegpiet is het vlees geworden poldercompromis: niet te zwart en niet te wit. Het zal even duren voor iedereen hem in de armen sluit, en in Dokkum zullen ze er nu vast van gruwen, maar is hij de Piet van de toekomst.
Grote kans dat geweld van overheidskant komt, georganiseerd om boel op te stoken.