Als je 36 jaar geleden zei ‘Nederland is vol’, had je een grote kans dat je een grote bloeddorstige meute op je afkreeg die er niet voor terugdeinsde een moordaanslag op je te plegen. Dit overkwam toenmalig politicus Hans Janmaat in 1986 bij een bijeenkomst in Kedichem.
Het is misschien wat ironisch dat 36 jaar voor de gebeurtenissen in Kedichem het toenmalige kabinet ook al vond dat Nederland vol was. In de troonrede van 1950 liet het kabinet koningin Juliana het volgende zeggen: ‘De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen.’ De regering stimuleerde Nederlanders zelfs met financiële middelen om Nederland voorgoed te verlaten.
‘Nederland is vol’ mag weer gezegd worden
En nu, 36 jaar na de moordaanslag van 1986, is het alweer salonfähig om te roepen ‘Nederland is vol’. Er is nu zelfs een televisieserie met die naam die in zes afleveringen gaat uitleggen dat Nederland vol is met van alles en nog wat, waaronder ook mensen. Sander Heijne, onderzoeksjournalist en medewerker aan het programma ‘Nederland is vol’ schreef een inleidend stuk hierover voor De Volkskrant. Heijne’s stuk begint met bovenstaande quote uit de troonrede van 1950.
De zorg van de Nederlandse regering in 1950 was begrijpelijk. De totale bevolking was vanaf 1945 tot 1950 met gemiddeld 1,8 procent per jaar gestegen, terwijl dat percentage in de vijf vooroorlogse jaren 1934-1939 gelijk was aan 1,1. Met het groeitempo van 1,8 procent per jaar zou na vijf jaar een miljoen extra monden gevoed moeten worden. Wie of wat moest hen voeden in een land dat nog aan het herstellen was van de verwoestingen van de oorlog? In een land ook waar woningnood heerste en het niet ongewoon was dat jonge getrouwde stellen noodgedwongen bij hun (schoon)ouders introkken.
Een miljoen extra monden konden er niet meer bij. Nederland was met tien miljoen inwoners vol. Emigratie naar landen als Canada en Australië was voor veel Nederlanders en voor de Nederlandse regering daarom een uitweg. Mede dankzij de emigratie van zo’n half miljoen Nederlanders, vooral in de jaren vijftig en vroege jaren zestig, duurde het geen vijf jaar, maar acht jaar voor er weer een miljoen inwoners bij was gekomen.
Inmiddels telt Nederland 17 miljoen inwoners. Daarmee is, op Malta na, Nederland het dichtstbevolkte land van de EU. Net als 72 jaar geleden met 10 miljoen mensen, vinden velen Nederland nu met 17 miljoen mensen vol. Net als in 1950 heerst er nu woningnood, niet omdat er zoals toen nog te veel verwoeste huizen zijn, maar omdat rechters geregeld nieuwbouwprojecten verbieden vanwege de stikstofproblemen. Die woningnood straalt af op de koopwoningmarkt waar voor een gewoon rijtjeshuis nog steeds drie ton betaald moet worden.
Nu geen geboorten, maar immigranten
Er is nu geen geboortegolf, zoals na de tweede Wereldoorlog. Integendeel, het geboortecijfer van Nederlanders is zo laag dat zonder immigratie de bevolking over enige tijd zou gaan dalen. Maar de bevolking groeit toch, omdat er tegenover het lage geboortecijfer een hoog immigratiesaldo staat. Vooral de laatste acht jaar groeit de bevolking vrijwel alleen door een positief migratiesaldo.
De bevolking is de laatste vijf jaar met 0,6 procent per jaar gegroeid. Dat is duidelijk lager dan vlak na de oorlog. Groei heeft echter de neiging op een gegeven moment exponentieel te worden. Zeker als de migratie niet aan banden wordt gelegd, zal de bevolking in niet al te lange tijd tot 25 miljoen kunnen groeien. Dan is Nederland overvol.
Hoeveel kan wel?
De vraag is dus, hoeveel migranten kunnen we jaarlijks toelaten zonder dat Nederland ‘voller’ wordt. Dat valt moeilijk precies te zeggen, omdat het van veel zaken afhangt. Van belang is bijvoorbeeld de levensverwachting van Nederlanders. Ook het geboortecijfer van zowel autochtone Nederlanders als van immigranten speelt een rol. Ik heb eerder zelf uitgerekend voor een paar min of meer realistische aannames wanneer de bevolking constant blijft.
Uit mijn berekeningen kwam dat als we de bevolkingsomvang constant willen houden, het migratiesaldo maximaal 35.000 tot 70.000 personen kan zijn. Als het geboortecijfer van de migranten veel hoger zou zijn dan het geboortecijfer van Nederlanders, zijn er minder immigranten nodig. Is het geboortecijfer van migranten echter even hoog (dus eigenlijk: even laag) als dat van de autochtone Nederlanders, dan komen we uit op het maximaal gewenst immigratiesaldo van 70.000 personen.
Vol, maar niet voller?
Bij een hoger migratiesaldo dan 70.000 personen is het dus vrijwel zeker dat de bevolking blijft groeien. Het migratiesaldo van de afgelopen vijf jaar was echter gemiddeld 90.000. Migranten bestaan vooral uit arbeidsmigranten en asielzoekers. Arbeidsmigranten worden streng geselecteerd en kunnen dus niet eenvoudig het land binnenkomen. Iedereen kan echter in een land van de EU, en dus ook Nederland, asiel aanvragen.
Het aantal asielzoekers bedroeg de afgelopen vijf jaar gemiddeld ruim 23.000 personen. Als we het coronajaar 2020 eruit halen is het gemiddeld 28.000 per jaar. Het zou mij niet verbazen als het aantal dit jaar op 40.000 uitkomt.
Jaarlijks minstens 20.000 teveel
Hoe dan ook, er komen dus per jaar minstens 20.000 mensen te veel het land binnen. Als we de Nederlandse bevolking op 17 miljoen willen houden, zal het aantal migranten dus moeten afnemen. Er zijn, wat dat betreft, maar twee mogelijkheden.
De eerste mogelijkheid is om minder arbeidsmigranten toe te laten. Dat kan eenvoudig, want arbeidsmigranten van buiten de EU hebben toestemming van de overheid nodig om het land in te komen. Minder arbeidsmigranten is echter problematisch omdat er op veel terreinen juist extra werkenden nodig zijn. De tweede mogelijkheid is dan om asielmigranten tegen te houden. Dat lijkt een voor de hand liggende ‘oplossing’.
Reden om aan de asielknop te draaien
Asielzoekers lijken Nederland ontdekt te hebben, er is dus wel enige reden hun instroom af te remmen. Zo blijft er weinig ruimte over om de nodige hoogwaardige expats te verwelkomen als een asielinstroom van 40.000 personen structureel zou worden.
Bovendien zijn asielzoekers vaker werkloos en hebben ze meer zorg nodig dan arbeidsmigranten. Hun bijdrage aan het Nederlandse productiepotentieel is daarom laag. Hun beroep op de overheidskas is echter hoog. Dat is natuurlijk niet verwonderlijk, want het motief van asielzoekers om naar hier te verhuizen is niet arbeid, maar veiligheid.
Asielzoekers leggen dus een last op de Nederlandse maatschappij, terwijl er al veel problemen spelen (stikstof, woningbouw, energiecrisis, etcetera). Zij zijn bovendien medeverantwoordelijk voor een groeiende bevolking, terwijl Nederland vol is. Het beperken van de asielinstroom lijkt een verantwoorde oplossing. In ieder geval is meer dan twee derde van de Nederlandse het daarmee eens, aldus de NOS.
Het lijkt er echter op dat de Nederlandse regering geen duidelijk idee heeft hoe de stroom van asielzoekers in te dammen. We hebben al eerder geschreven dat EU-landen zelf kunnen bepalen hoe selectief zij zijn bij het toekennen van verblijfsvergunningen aan asielzoekers. Tussen de EU-staten bestaan grote verschillen in het percentage asielzoekers dat een verblijfsvergunning krijgt.
Selectiever is beter
Nederland zou best wat meer in de richting van de selectieve landen kunnen opschuiven. De VVD is de partij in het kabinet met de meest kritische houding tegenover de asielinstroom. Opvallend is echter dat ook de VVD niet precies lijkt te weten hoe de instroom ingedamd moet worden. De voorgestelde maatregelen zijn lapmiddelen.
We moeten afwachten of de lapmiddelen gaan helpen. Voorlopig zal Ter Apel wel vol blijven stromen en de bevolking zal blijven groeien. Nederland wordt voller en voller.