Nederland negeerde verzoeken van de Europese Commissie over sancties op het Russische internet
Nederland heeft de sleutel in handen voor internationale sancties tegen het Russische internet. Maar na de inval in Oekraïne liet het ministerie van Buitenlandse Zaken verzoeken daarover vanuit Europa links liggen.
De Europese Commissie stuurt echter een jaar lang herhaaldelijk mails over de uitvoering van sancties door een Nederlandse organisatie die het internet beheert voor 76 landen, waaronder Rusland en Oekraïne. Dat blijkt uit interne mails die Investico verkreeg na een beroep op de Wet open overheid (Woo) voor onderzoek in samenwerking met Bellingcat, Trouw en De Groene Amsterdammer.
De Europese Commissie stelt vragen over internetaanbieders in door Rusland bezette gebieden in Oekraïne. Hierover mailt de Commissie naar Den Haag in september 2022. De providers zouden lid zijn van een Nederlandse organisatie, RIPE NCC (hierna RIPE). Met een inschrijving in het register van RIPE kan een bedrijf internet verstrekken aan andere bedrijven, organisaties en burgers. De Commissie vraagt of RIPE dit mag doen aan partijen die opereren in bezet gebied.
In Brussel vermoeden ze van niet. Dit vanwege de sancties die sinds het begin van de oorlog gelden. En omdat RIPE in Nederland is gevestigd, moet de Nederlandse overheid hierover beslissen: het is uiteindelijk aan nationale autoriteiten hoe ze de Europese sanctiewetgeving invullen. Nederlandse ambtenaren weigeren echter duidelijkheid te geven, ze blijven een jaar lang mailen dat ze ‘geen update’ hebben en ‘op antwoorden wachten’. Onduidelijk blijft van wie die antwoorden moeten komen. RIPE laat weten dat een aantal van de providers in bezet gebied geen direct lid is, en het andere deel niet is gesanctioneerd.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken houdt het desgevraagd ook nu bij de mededeling dat de besluitvorming langer duurde ‘dan gewenst in dit soort gevallen, wat onder meer samenhing met het opvragen van bepaalde informatie en plannen van daaropvolgende besprekingen’.
De vraag of RIPE zich aan sancties moet houden, speelt dan al langer op de achtergrond. Door de invasie in Oekraïne wordt de vraag prangend. Zes dagen na de inval van Rusland mailt de Oekraïense minister Mykhailo Fedorov naar RIPE met de vraag of het wil helpen Rusland af wil sluiten van het internet – een veel bredere vraag dan die van de Europese Commissie.
De oorlogsmisdaden in Oekraïne worden volgens Fedorov mede veroorzaakt doordat Rusland online desinformatie en haat verspreidt en aanzet tot geweld.
De vraag van Fedorov is omstreden. Mensenrechtenorganisaties zoals Access Now vrezen dat het beperken van toegang tot internet voor Russen zoals Oekraïne wil, het land verder isoleert en burgers afsluit van informatie buiten de landsgrenzen.
Pas ruim een jaar na het uitbreken van de oorlog neemt Nederland een besluit: RIPE is uitgezonderd van de sancties. Het toewijzen van IP adressen- en netwerken is ‘strikt noodzakelijk’ voor het leveren van ‘elektronische communicatiediensten’. Dat besluit betekent dat gesanctioneerde partijen in Rusland gewoon lid kunnen blijven van het Nederlandse RIPE. Met zo’n lidmaatschap kunnen ze bijvoorbeeld IP-adressen aanschaffen.
Ook bij internetbedrijven leven vragen over hoe zij sancties moeten toepassen. ‘Russische partijen hacken over de hele wereld en gebruiken ook Nederlandse netwerken om DDOS aanvallen op Oekraïne uit te voeren. Effectief faciliteren wij dat’, schrijft een dochterbedrijf van KPN aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Zou de Nederlandse overheid niet moeten overwegen ook op dit gebied een boycot op te leggen?’ Een antwoord van het ministerie blijft wederom uit. Buitenlandse Zaken laat in een reactie weten dat het ‘primair aan bedrijven is om te bepalen of uitzonderingen van EU sanctiewetgeving op hen van toepassing zijn’.
Europarlementariër Bart Groothuis (VVD) vindt het verzoek vanuit Oekraïne nogal vergaand: het gaat hem veel te ver om een heel land af te sluiten. Dat neemt niet weg dat er volgens hem goed nagedacht moet worden over wat we online doen. ‘Stel je voor dat we zelf in oorlog komen met Rusland. De roep om internetsancties zal dan zó sterk zijn, dat we wel moeten weten hoe we dat willen inrichten. We hebben daar nooit over willen nadenken, maar dat kan nu niet meer wachten.’