Na het vrijgeven van de ministerraadnotulen uit 2019 blijf ik met vragen zitten. Vragen die misschien zullen worden beantwoord in het voor de formatie vertragende notulendebat van vandaag.
‘Sensibiliseren’ maakt nu al kans om het woord van het jaar te worden. Ik hoorde van een kennis dat hij ooit door de baas van zijn onderneming zelf ook werd ‘gesensibiliseerd’ op het feit dat hij niet in de pas liep met zijn directie. Hij bleef ongevoelig voor de sensibilisatie-actie van de baas, haalde zijn schouders op en repliceerde: “Bekijk het maar!”
Sensibiliseren is dus een softe en vrijblijvende manier om iemand gevoelig te maken voor een ander standpunt. Iets normaals in de omgang tussen mensen met verschillende belangen. Omtzigt hield kennelijk met gemak voet bij stuk, maakte van ‘het sensibiliseren’ geen melding en Hoekstra legde zich hier bij neer. Maar goed, voor degenen onder ons die in deze actie een bijna fascistoïde vorm van onderdrukking willen zien, is ‘sensibiliseren’ synoniem voor monddood maken, chanteren, op een zijspoor parkeren of censureren. Mijn vraag: waarom dan heeft Omtzigt in december de keus van Hoekstra als CDA-lijsttrekker bejubeld? Waarom noemde hij voor de NOS-camera die keus ‘verstandig’ en zelfs ‘heel dapper’ en waarom is hij als nummer 2 samen met zijn vermeende censor en onderdrukker energiek campagne gaan voeren? Wat klopt hier niet?
Verder. Commentatoren menen dat Sigrid Kaag als minst beschadigd komt uit de notulen omdat ze ‘laat weten minder moeite te hebben met het verschijnsel dat leden van de coalitiefracties in de Tweede Kamer zich openlijk tegen het kabinet afzetten’. Slim om je eerst in te dekken alvorens toe te slaan, want wat zegt Kaag daarop? ‘Wel dient dit debat binnen bepaalde kaders plaats te vinden. Spreekster stelt voor dat het kabinet dit in overleg met de voorzitters van de coalitiefracties bespreekt.’ Dus dient het kabinet niet rechtstreeks rebellerende Kamerleden te sensibiliseren maar dit te spelen via de voorzitters van de coalitiefracties. Wat is het verschil tussen Hoekstra en Kaag, behalve het wollige taalgebruik van de tweede?
Om bij Kaag te blijven. In NRC hekelde collega columnist Paul Scheffer het een-tweetje van Kaag met Wilders tijdens het ‘Omtzigt elders-debat’. Hij noemde het ‘het dieptepunt van het debat’ toen Wilders de motie van afkeuring van Kaag en Hoekstra uitlegde als de ‘politieke onthoofding’ van Rutte. Scheffer: ‘Kaag stemde er halfhartig mee in. Ze sprak letterlijk over ‘de motie van afkeuring, door de heer Wilders op bepaalde plekken veel beter verwoord dan ik nu doe’.
Eergisteren in het NOS-journaal noemde Wilders ongehinderd en zonder weerwoord de regering ‘de maffia uit de Trêveszaal’. Maffia: duizenden moorden, chantage, destabilisatie van overheid en staat. Waarom protesteert niemand tegen deze opruiende extreemrechtse taal? Niet de NOS (zoals WNL deed bij ‘NOS: fake nieuws’ van Baudet), niet de kranten en ook niet de linkse oppositie die volgens Scheffer ‘achter Wilders aanloopt’. Veel vragen dus.