Terwijl het Kabinet zich al boog over de vraag hoe de eigen politieke posities het beste beschermd konden worden, was de kamer nog compleet zoekende; er was wat aan de hand met de kinderopvangtoeslagen, maar van het Kabinet werden ze vooralsnog weinig wijzer ondanks al hun vragen. Het Kabinet gedroeg zich zoals criminele organisaties dat plegen te doen en ze lijken er trots op.
Uit de maandag gepubliceerde notulen van de Ministerraad, blijkt klip en klaar dat het Kabinet ook bepaald niet voornemens was de kamer veel wijzer te maken. Er werd openlijk overlegd hoe men toenmalig Staatssecretaris Menno Snel (D66) een handje toe kon steken om ‘geloofwaardig’ een groot aantal antwoorden niet te laten geven. Sterker: er werd zonder gêne overlegd hoe men lastige Kamerleden het beste kon ‘sensibiliseren’. Met andere woorden: “als ze zelf hun grote muil niet willen dichthouden, hoe kunnen wij die dan het best keurig dicht timmeren?” Het laat zich nog vragen hoe dit alles zich verhoudt met de opdracht die in artikel 68 Gw. is vervat, namelijk dat bewindslieden alle verplicht zijn de Kamer tijdig en volledig te informeren mits dat niet in strijd is met het belang van de Staat.[1]
Maar de ambitie van de Ministers om de kamer te informeren was niet bijster groot, zelden hebben wij in dit land meer stroperigheid en onverschilligheid rond die informatieplicht gezien. Vast staat dat de Ministerraad naarstig doende was de kamer zo onvolledig mogelijk te informeren, teneinde de eigen (partij-) politieke schade zoveel als mogelijk te beperken. Hierbij kunnen de slachtoffers dan nog even buiten beeld blijven; de kamer heeft destijds immers zelf ook ingestemd met verscherpte controle op misbruik van uitkeringen en sociale voorzieningen. Meer in het bijzonder werd de opgediepte fraude voor het grootste gedeelte gepleegd door mensen die over een tweede paspoort beschikken en zich veelal beperkt verwant voelen met de Nederlandse cultuur. In de misdaad en bemanning van gevangenissen vormen deze personen helaas ook al de grootste groep. De jacht op fraude zodoende, kon binnen de uitvoerende – ambtelijke – diensten al snel uitdraaien op een soort van ‘statistische profilering’. Dat de diensten echter zó ver gingen, dat de wet terzijde werd gelegd en dat de rechtsprekende macht – tot op het niveau van de Raad van State – zich beleefd voegde naar de wensen van de uitvoerende macht, is natuurlijk een schandaal wat onverwijld en zonder terughoudendheid aan de kamer – als controlerende macht – had moeten worden meegedeeld.
“Het Kabinet had
meer aandacht
voor de eigen positie”
Maar ook had het Kabinet zich eerst en vooral bezig moeten houden met het compenseren van de slachtoffers, want niet iederéén met een tweede paspoort is automatisch een fraudeur; integendeel zelfs. Verreweg het grootste gedeelte van dit segment peinst er zelfs niet over om de al of niet toevallige aanwezigheid in dit land op te fleuren met list en bedrog. Het is onbegrijpelijk dat het Kabinet meer aandacht had voor de eigen positie, dan de erbarmelijke omstandigheden waarin de slachtoffers verzeild zijn geraakt.
Meer notulen graag
Wat we vervolgens ook niet moeten vergeten, is dat dit Kabinet vrijwel direct na haar aantreden ineens bevangen leek door een ‘Groene Koorts’ met de ambitie om de gehele planeet te redden voor last en rekening van de Nederlandse burger. Evenmin moeten we uit het oog verliezen dat dezelfde raddraaiers aan de knoppen van de coronacrisis hebben zitten draaien en nog steeds draaien. Stuk voor stuk thema’s waarvan op grote afstand al is te zien dat het in de verste verte niet deugt. De kwesties rond Wilders, die met groot fanatisme tot op het hoogste niveau achterna werd gezeten vanwege een uitspraak die alle andere (ex-) parlementariërs wèl mochten doen, maar hij niet. Stuk voor stuk zaken waar men nu toch even anders tegenaan kijkt.
De Kamer doet er goed aan om de Ministerraad-notulen die betrekking hebben op die thema’s eveneens te vorderen. En dat kan, want als de kamer alleen al het vermoeden heeft dat het Kabinet of een groep ministers doelbewust andere dan de landsbelangen heeft laten prevaleren, dan moet de controlerende macht ingrijpen.
Dan is er namelijk gewoon sprake van verraad.
[1] https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vkjaj9cxlezj/artikel_68_inlichtingenplicht_ministers