Verwijzingen naar bezettingstijd van Zelensky vielen niet bij iedereen goed.
Donderdag 4 mei bracht de Oekraïense president Volodymyr Zelensky voor het eerst een bezoek aan Nederland. ’s Ochtends sprak hij de Staten-Generaal toe. Daarna bezocht hij het Internationaal Strafhof en hield hij een toespraak in het World Forum. Aan het begin van de middag overlegde hij met premier Mark Rutte en met de Belgische premier Alexander De Croo, waarna een gezamenlijke persconferentie volgde. Zelensky ging ook op bezoek bij koning Willem-Alexander.
4 en 5 mei
Die ochtend verscheen op Indignatie de volgende tekst: ‘In Nederland zijn 4 en 5 mei bijzondere dagen. Op 4 mei vindt de Nationale Dodenherdenking plaats. ’s Avonds om 20 uur houden we twee minuten stilte in acht. De volgende dag is het Bevrijdingsdag. Beide dagen werden ingesteld om de Tweede Wereldoorlog te herdenken.’ Waarom op een van die dagen een bezoek van een staatshoofd van een land in oorlog?
In het World Forum werd Zelensky ingeleid door de Nederlandse buitenlandminister Wopke Hoekstra (tevens vicepremier en partijleider van het christendemocratische CDA). Hij opende met de mededeling dat zoveel decennia later de herinnering aan de oorlog nog voorleeft. ’s Middags bij de persconferentie trok premier De Croo de vergelijking tussen de huidige bezetting van Oekraïne en de bezetting in de jaren ’40.
Vanwege de dodenherdenking besloten sommige oppositiepolitici, waaronder BBB-leider Caroline van der Plas en PVV-leider Geert Wilders, weg te blijven. Premier Rutte onthield zich van commentaar. Volgens hem schikte de regering zich in het reisschema van president Zelensky.
Twee vragen. Die laatste verwees het afgelopen jaar in zijn vele toespraken aan buitenlandse politici consequent naar de geschiedenis van het betreffende land. Kunnen zijn medewerkers bewust deze datum hebben gekozen? En als de Nederlandse regering zich enkel schikte, waarom werd door hen en De Croo verwezen naar de bezettingstijd?
Misbruik herinnering WO II
Twee jaar geleden probeerden critici (FvD) van het Nederlandse coronabeleid hun argumenten kracht bij te zetten met een verwijzing naar de bezetting. Dat riep verontwaardiging op. Zou het niet consequent zijn als andere partijen evenmin de Tweede Wereldoorlog benutten?
In Rusland heeft Vladimir Poetin de dag dat het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht, 9 mei, omgevormd tot een nationalistische feestdag. Al zijn propaganda ten spijt vragen sommige Russen zich af of het van respect voor de oorlogsslachtoffers getuigt om uitgerekend die dag militaire parades te organiseren.
Poetin schaamde zich niet om de invasie van Oekraïne te rechtvaardigen met een beroep op ‘de Grote Vaderlandse Oorlog’: de bewering dat het land bevrijd, ‘gedenazificeerd’ moest worden. Er zijn heel wat manieren om dit beroep op de geschiedenis onderuit te halen. Eentje volstaat: Zelensky stamt uit een Russischsprekende Joodse familie.
Het geeft geen zin om anderen te betichten van misbruik van de herinnering aan het verleden als je bij gelegenheid hetzelfde doet. Zelensky, Rutte en De Croo hadden beter een andere datum gekozen voor hun ontmoeting.
Wees consequent
Wie geschiedenis studeert, wordt door de docenten gewaarschuwd. ‘Waardeer en bestudeer het verleden om het verleden zelf, niet om het toe te passen in het heden.’ Een waarschuwing die de eerste keer wat bevreemdend werkt. Ben je het niet net gaan studeren omdat je het nog steeds belangrijk vindt?
In de loop van de studie ga je begrijpen wat de docenten bedoelen. Maatschappelijke groeperingen, opiniemakers en politici beroepen zich namelijk zelden zonder bijbedoelingen op de geschiedenis. Zij doen dit in de verwachting dat het hun eigen standpunten rechtvaardigt en versterkt. In werkelijkheid bestaat voor ieder aangehaald voorbeeld ook een tegenvoorbeeld. Op iedere regel blijkt een uitzondering te bestaan. Iedere bewonderde persoon had ook mindere trekjes. Waar we nu van gruwen werd in eerdere tijd en samenleving vanzelfsprekend gevonden.
Bij een beroep op de geschiedenis dragen anderen tegenvoorbeelden aan. Al gauw blijkt dat beide kanten een selectieve kijk op de geschiedenis hebben. Wat voor de één een inspirerend voorbeeld is, is voor een ander voorbeeld van ongelijkheid, enzovoort. In actuele discussies kunnen daarom beter hedendaagse voorbeelden gebruikt worden.
Blijf consequent
We kunnen blijven discussiëren of het Westen na het uiteenvallen van het Oostblok en de Sovjetunie anders had moeten omgaan met Rusland en of de invasie van Oekraïne dan niet had plaatsgevonden. Die discussie neemt niet weg dat grote landen in de 21ste eeuw ook andere manieren hebben om hun belangen te behartigen dan militair geweld. Poetin koos ervoor om Oekraïne binnen te vallen en koos daarmee ook voor vele doden en gewonden aan beide kanten.
De Verenigde Staten zouden dit nog kunnen afdoen als een regionaal conflict. Voor Europese landen is het moeilijker te negeren. Er zit geen oceaan tussen ons en Rusland. Geen Europees land zocht een conflict met Rusland, toch beschouwt Poetin het gehele Westen als dreiging.
Genoeg reden om Oekraïne te steunen. Hoekstra, Rutte en De Croo hoefden niet naar de Tweede Wereldoorlog te verwijzen.