Hypocrisie, discriminatie en uitbuiting. Onderschat de hypocrisie van de Amerikaanse ondernemende klasse niet. Dat is één van de conclusies die we uit de heftige reacties op George Floyds moord kunnen trekken. Toen de straten vol liepen met demonstranten, waren de ‘public relations’ afdelingen er als de kippen bij. Ze produceerden een brei van gekwelde, verontschuldigende beloften om meer te doen tegen racisme en ongelijkheid.
(Door Toni Gilpin (*), vertaling solidariteit, foto: Hoewel ze razendsnel de terminologie van het protest overnamen, kwamen de managers met ‘oplossingen’ voor structureel racisme die niets veranderden aan hun machtspositie of aan de herverdeling van de macht op de werkvloer. Foto: Fight for $15, detail uit origineel.)
Zulke verklaringen kunnen op een persoonlijk niveau welgemeend zijn. De diepte van de gerechtvaardigde pijn en woede van de Afro-Amerikanen heeft veel mensen ontroerd en aan het denken gezet, zelfs in de leidinggevende burelen. Toch is dit handenwringen op een hoog niveau een methode om de woede over het gebeurde los te koppelen van kapitalistische praktijken die belangrijke veroorzakers zijn van racisme en economische onrechtvaardigheid.
Tactische woorden
Hoewel ze razendsnel de terminologie van het protest overnamen, kwamen de managers met ‘oplossingen’ voor structureel racisme die niets veranderden aan hun machtspositie of aan de herverdeling van de macht op de werkvloer. Met een paar in de pers breed uitgemeten, financiële bijdragen en rondes diversiteitstrainingen hopen de bedrijfselites uit de huidige crisis te komen zonder iets aan hun privileges en winsten te doen.
Tragisch, pijnlijk on onacceptabel, zo beschrijft Walmart directeur de dood van George Floyd.
De ongelijke en brute behandeling van zwarte mensen in ons land moet ophouden, verklaarde Amazon in een tweet.
We tolereren ongelijkheid, onrechtvaardigheid en racisme niet, verkondigde McDonald’s, en directeur Joe Erlinger benadrukt: als een lid van onze McFamily pijn heeft, hebben we allemaal pijn.
Een schijntje
Om deze ‘pijn’ aan te pakken, heeft McDonald’s aangekondigd een miljoen dollar te geven aan de National Association for the Advancement of Colored People en Nationale Urban League en bovendien tastbare doelen gerelateerd aan diversiteit na te streven. Veel bedrijven hebben soortgelijke beloften gedaan. Amazon liet weten tien miljoen dollar te schenken aan organisaties die gerechtigheid en gelijkheid bevorderen. Walmart belooft in het totaal honderd miljoen gedurende vijf jaar om een nieuw centrum voor raciale gelijkheid op te zetten dat economische kansen en een gezondere levensstijl moet promoten.
(De beweging Movement for Black Lives roept vakbondsleden op Labor for Black Lives acties te houden op 19 juni. LaborNotes, foto Amaury Laporte, CC 2.0, detail uit origineel)
Maar zulke bijdragen die met veel fanfare worden aangekondigd, zijn een schijntje voor deze immens machtige bedrijven. De honderd miljoen van Walmart gedurende vijf jaar bijvoorbeeld, is minder dan 0,004 percent van de drieduizend miljard dollar aan inkomsten die het bedrijf in die periode verwacht. Of om het anders uit te drukken: het is slechts dertien dollar per jaar voor elke Walmart medewerker in de Verenigde Staten gedurende vijf jaar. En Amerikaanse directeuren zijn onvoorstelbaar rijk. Jeff Bezos, de rijkste man ter wereld, is goed voor 150 miljard dollar. Als je die 150.000.000.000 dollar in een grafiek wilt vergelijken met het mediane inkomen van 63.000 dollar moet je daar speciale technieken voor ontwikkelen, anders zie je alleen het bedrag van Bezos.
Oplossing onder handbereik
Als die bedrijven werkelijk iets aan de ongelijkheid willen doen en de kansen voor Afrikaanse Amerikanen willen verbeteren, hebben ze de oplossing onder handbereik. Ze kunnen hun personeel, waarvan een substantieel deel zwart is en tot de lage inkomensgroepen behoort, gewoon beter betalen. In het algemeen worden Afro-Amerikanen slechter betaald, hebben onzekerder banen met minder kans op sociale uitkeringen. Dat zijn allemaal factoren die bijdragen aan de raciale inkomensongelijkheid.
Walmart is met 1,5 miljoen arbeid(st)ers de grootste werkgever in de Verenigde Staten. Het is ook de grootste werkgevers voor Afro-Amerikanen: bijna de helft van het personeel bestaat uit mensen van kleur. Toch betalen Walmart, Amazone en McDonald’s lonen waarvan je niet kan rondkomen. Sociale uitkeringen, als die al worden aangeboden, zijn erbarmelijk. Dat werd schrijnend duidelijk door Covid: geen doorbetaling tijdens ziekte. De arbeidstijden zijn onvoorspelbaar en de werkzekerheid is minimaal. De arbeidsomstandigheden zijn zwaar.
Hoe belangrijk is Black Lifes voor de belangrijkste Amerikaanse bedrijven? Niet belangrijk genoeg om echt geld op tafel te leggen.
Geen vakbond, wel dialoog
Wat ook niet serieus genomen moet worden, is de wens tot ‘dialoog’ waar de bedrijfsreuzen het over hebben. En al dat luisteren dat ze zeggen te zullen doen. Er is een zinvolle en efficiënte methode, waarmee arbeid(st)ers werkelijk kunnen worden gehoord: namelijk door de vakbond. Vak-bonden democratiseren de werkplek en geven de medewerk(st)ers een collectieve stem waarmee ze meer op gelijke voet kunnen zorgen dat het management aandacht heeft voor hun problemen.
Voor mensen van kleur zijn de vakbonden bijzonder waardevol – ook letterlijk. Vakbonden bieden financiële voordelen voor alle arbeid(st)ers. Een recente studie laat zien dat de voordelen van vakbondslidmaatschap in termen van inkomen, sociale verzekeringen en stabiliteit voor niet-witte families nog duidelijker zijn dan voor witte families. Afro-Amerikanen die georganiseerd zijn in bonden hebben een beter inkomen, sociale zekerheid zoals gezondheidszorg, en werkgevers-ondersteuning van het pensioen. Dat leidt tot opbouw van spaargeld en een eigen huis. Vakbonds-lidmaatschap is met andere woorden essentieel om de raciale inkomensongelijkheid te verminderen.
(Havenarbeiders aan de westkust van de V.S. houden een werkonderbreking die even lang duurde als Derek Chauvin zijn knie op George Floyd’s nek zette. Op 19 juni gaan ze acht uur in staking. LaborNotes, foto Longshore and Warehouse Union.)
Ondanks dat Afro-Amerikanen door de vakbond beter voor zichzelf kunnen opkomen, zijn Walmart, Amazon en McDonald’s notoire Union Busters. Om pogingen van zelforganisatie – vaak geleid door mensen van kleur – de kop in te drukken, geven deze bedrijven meer uit aan advocaten, adviesbureaus en controle van personeel, dan dat ze ooit zullen doen om diversiteit te bevorderen. Voor Bezos, Erlinger, McMillon en de andere directeuren die hun voorbeeld volgen, kost werkelijke gelijkheid en rechtvaardigheid een te hoog prijskaartje: vakbonden toestaan in het bedrijf betekent dat ze de totale controle moeten loslaten die ze nu hebben.
Vertoon door de media
De grote media besteden niet bepaald veel aandacht aan bovenstaande vormen van hypocrisie, maar ze zijn zelf natuurlijk ook grote bedrijven. Veel artikelen die de initiatieven van het bedrijfsleven tegen de ongelijkheid beschrijven, laten problemen zoals eerlijk loon en vakbonds-vertegenwoordiging weg. Een lang artikel in de New York Times – Corporate America Has Failed Black America – noemt de vakbonden niet eens en besteedt maar een paar woorden aan lage inkomens. Alle aandacht is voor het gebrek aan Afro-Amerikanen in het topmanagement.
In een opmerkelijke poging het onderwerp te claimen, hield de effectenbeurs van New York een moment stilte om George Floyd te eren. Dat was juist toen de aandelen stegen en volledig herstelden. Daarmee werden de echte zorgen van de rijke 1 percent weggenomen, een ironie die weinig aandacht kreeg.
Afleidingsmanoeuvre
Komen de leiders van de bedrijven weg met deze halfzachte initiatieven, zonder zich druk te maken over het structurele racisme en de economische ongelijkheid die ze in stand houden en waarvan ze profiteren? De klassieke vakbondshistoricus Selig Perlman merkte al op dat door dit soort afleidingsmanoeuvres en vernauwing in het debat door de gebruikte terminologie, de kapitalisten slechts hun effectieve wil om macht uit te oefenen en hun superioriteit boven andere klassen ten toon spreiden. Op die manier overtuigen ze dan anderen dat zij, de kapitalisten, de enigen zijn die het complexe economische apparaat van de moderne samenleving kunnen besturen.
Na de dood van George Floyd hebben Black Lives Matter activisten en hun bondgenoten geweigerd terug te keren naar de normale dagelijkse gang van zaken. Door hun massale protesten en directe acties hebben ze de gewelddadige en racistische cultuur in de Amerikaanse politie blootgelegd. Op dit moment lijkt het er echter op dat de directeuren hun macht over het complexe economische apparaat van de moderne samenleving stevig in handen houden.
Vakbondsactivisten moeten opkomen voor hun eigen effectieve wil om macht uit te oefenen en niet alleen de economische uitbuiters om rekenschap vragen, maar ook concessies afdwingen.
————
Noot: (*) Eerder, 12 juni 2020, verschenen bij LaborNotes, met de titel Corporations Now Love ‘Black Lives’ – But What About Their Own Black Workers?. Toni Gilpin is de auteur van het pas verschenen boek The Long Deep Grudge: A Story of Big Capital, Radical Labor, and Class War in the American Heartland, Haymarket Books. Vertaling Jan Taat. Het oorspronkelijke artikel bevat een groot aantal links naar (Engelstalige) bronnen. (terug)