Nederland is als land in veel dingen uitstekend: kaas maken, voetballen, gefrituurde snacks maken, containerschepen bevrijden uit de Egyptische kanalen. Als het echter om politieke schandalen gaat, zijn we vreselijk.
In landen als de VS kan een groot schandaal betrekking hebben op gestolen nucleaire geheimen, illegale wapenhandel of scheve campagnebijdragen. In Frankrijk zijn de afgelopen tien jaar twee voormalige presidenten schuldig bevonden aan corruptie. En alleen al in Groot-Brittannië is de afgelopen week de huidige premier beschuldigd van het doorsluizen van overheidsgeld naar een vrouw met wie hij een affaire had, en een van zijn voorgangers die ervan werd beschuldigd een rijke werkgever te helpen de toegang tot overheidsgeld veilig te stellen. Hier in Nederland is het echter saaier. Het schandaal van deze week houdt in dat premier Mark Rutte naar verluidt voorstelt een (volkomen legale) overheidsbaan aan te bieden aan een parlementslid die Rutte in het verleden problemen had bezorgd, en vervolgens zei dat hij dat niet had gesuggereerd terwijl hij dat wel had gedaan. Watergate is het niet.
Complex
De exacte details van het schandaal zijn te complex om hier in detail te vertellen, maar het belangrijkste element is waarschijnlijk de context. De overwinning van Rutte bij de recente Nederlandse verkiezingen gebeurde ondanks een hobbelige ambtsperiode vorig jaar, waaronder niet alleen de pandemie, maar ook een episch schandaal rond wanbeheer van het uitkeringsstelsel, rellen in grote steden en de ontstellend trage levering van coronavirusvaccins. Voor zijn fans is Rutte de kapitein die erin geslaagd is het schip stabiel te houden door uitzonderlijk stormachtige zeeën.
Maar voor critici is hij iemand die niet alleen herhaaldelijk blundert, maar een vreselijke gewoonte heeft ontwikkeld om net zo gemakkelijk te liegen als sommige mensen ademen – of in ieder geval, wanneer moeilijke vragen worden gesteld, die beweert de herinnering te hebben aan een man die drie keer zo oud is als hij. In die context is een ogenschijnlijk onbeduidend geruzie over enkele gelekte vergadernotities over een ‘functie oudsten’ (baan elders) voor het opstandige Kamerlid Pieter Omtzigt ontploft in een groot incident, waarbij Rutte wordt beschuldigd van het opnieuw misleiden van het parlement om het zijne te redden. huid. De verknoeide dekmantel ziet er erger uit dan de oorspronkelijke misdaad.
Het parlement is in rep en roer, de media ruikt bloed, en de vijanden van de premier genieten van de gelegenheid om de recente verkiezingen te hervatten. Op het moment van schrijven blijft de toekomst van Rutte erg onzeker. Het parlement keurde een formele afkeuring van zijn gedrag goed, en een van zijn huidige partners in de regering, de conservatieve ChristienUnie (CU), heeft behendig de gelegenheid aangegrepen om op te treden als koningmakers (of beter gezegd, koning-moordenaars) door sensationeel te zeggen dat ze dat niet zullen doen steun hem terwijl hij in functie blijft. Rutte zelf speelt voor de tijd en hoopt dat de woede met Pasen wegebt, maar als een andere bondgenoot zoals Sigrid Kaag’s D66 zich ook tegen hem keert, zou de premier wel eens zijn bureau kunnen opruimen en zijn cv binnenkort kunnen herschrijven.
Als dat gebeurt, zal het een vreemd en abrupt einde zijn voor iemand die slechts twee weken geleden een klinkende verkiezingsoverwinning heeft behaald. Na meer dan een decennium in functie kan Rutte ten val worden gebracht door een onhandige ongedwongen fout, als een seriemoordenaar die na het negeren van een stoplicht in de gevangenis belandt. Functie oudsten? Adverteerders profiteren van het schandaal. Foto: Paul Peeters Voor doorgewinterde kijkers van de Nederlandse politiek komt dit alles neer op het Grootste Politieke Schandaal Van Een Generatie, en wie het niet serieus neemt, moet óf een oogkleppenfan van Rutte zijn óf iemand die het gewoon niet begrijpt.
Maar voor veel mensen – ook voor mij – blijft het geheel nogal vreemd en geheimzinnig, en nogal Nederlands. In een land waar je problemen kunt krijgen omdat je raamkozijnen in de verkeerde kleur schilderen of kerstversieringen ophangen die te groot zijn, voelt het volkomen passend dat de populairste politicus en de op een na langstzittende leider van het land misschien niet door onthullingen ten val wordt gebracht. over prostituees of geweren, maar vanwege een lange lensopname van iemands vergadernotities. In sommige opzichten kan het bestaan van een schandaal als dit natuurlijk iets positiefs zijn. Immers, als het grootste probleem van een land is dat politici fokken over hun geheime coalitieonderhandelingen, dan moet het wel goed gaan, toch? Ja, behalve dat dit niet eens het grootste probleem is waar het land momenteel mee te maken heeft, op welke manier je er ook naar kijkt. Coronabesmettingen zijn de afgelopen weken sterk gestegen, ondanks de aanhoudende lockdown.
De economie verkeert in een crisis en bij miljoenen kinderen is hun onderwijs verstoord. Ziekenhuizen lopen weer vol, en afstandsregels lijken routinematig te worden genegeerd. En volgens de laatste gegevens gaan coronavaccinaties nog steeds zo snel als een koe die probeert te fietsen, waarbij Nederlanders minder snel worden gevaccineerd dan bijna alle anderen in Europa.
Tijdsverspilling
Tegen die achtergrond voelt het als een bizarre tijdverspilling als de politieke elite in rep en roer staat over iemand die naar verluidt overweegt iemand mogelijk een baan te geven; zoals iemand die klaagt dat er een scheur in een raam van hun huis is als iedereen kan zien dat het hele gebouw in brand staat. Meer in het algemeen wijst het schandaal misschien ook op enkele zwakke punten in het politieke systeem van het land. Een van de bepalende kenmerken van de Nederlandse politiek is altijd de nadruk geweest op vriendschappelijke onderhandelingen in plaats van bittere concurrentie. Regeringen hier zijn altijd coalities, belangrijke beleidsmaatregelen zijn zorgvuldig uitgewerkte compromissen, en premiers zijn eerder saaie technocraten dan iconoclastische visionairs. In veel opzichten zijn deze gewoonten van verstandige verschil-splitsing een grote nationale kracht (geen Trump of Brexit hier) – maar het creëert ook enkele zwakke punten, waaronder het feit dat belangrijke beslissingen vaak achter gesloten deuren lijken te worden genomen. In meer tweeledige systemen voelt de link tussen de regering en de geregeerden vrij duidelijk: als partij X de belastingen wil verlagen en partij X de meeste stemmen wint, dan zullen de belastingen waarschijnlijk worden verlaagd. Hun weddenschappen afdekken.
In het Nederlandse meerpartijen coalitiesysteem wordt het echter ingewikkelder: zelfs als partij X de meeste stemmen wint, zullen ze het beleid moeten onderhandelen met hun coalitiepartners van de partijen Y en Z, en uiteindelijk de belastingen kunnen verhogen.
Geheimzinnig
Deze aanpak heeft veel voordelen en levert vaak goede resultaten op. Maar het kan ook betekenen dat de Nederlandse politiek vreemd geheimzinnig en insulair aanvoelt, met een jongens-banencultuur en een handvol machtige mensen (meestal blanke mannen) die privé beslissen wat volgens hen het beste is voor het land. Voor mij voelt de huidige crisis als een perfect voorbeeld hiervan: er wordt aangenomen dat het proces van regeringsvorming volkomen geheim moet zijn en dat niemand mag toegeven dat hij wordt gedreven door fundamentele politieke motieven, en dat wat er echt toe doet is een geheimzinnig protocol en de pretentie van fatsoen in plaats van de echte uitdagingen waarmee het land wordt geconfronteerd. Door het Nederlandse parlement aan het werk te zien, is het gemakkelijk om onder de indruk te zijn van de passie en integriteit van sommige leden – maar ook moeilijk om de conclusie te vermijden dat sommigen in een wereld leven waar het goed is om een masker of quarantaine te dragen, maar het gordijn op te tillen over hoe politiek echt werkt, is een onvergeeflijke zonde. De prioriteiten van het parlement en de media voelen op zijn minst heel anders aan dan die van de gemiddelde kiezer. Als Nederlandse kroegen en cafés nog open waren, zouden die dan nu gevuld zijn met gewone mensen die boos discussiëren over hoe Rutte definitief zou moeten aftreden? Of zouden de meeste mensen een beetje verbijsterd zijn door de hele zaak, en zouden ze liever hebben dat onze leiders zich concentreren op het repareren van het land?
Belangrijkere dingen
Ik weet het niet, en het is vermeldenswaard dat sommige enquêtes de mening van de kiezers lijken te laten zien dat Rutte sneller valt dan een kaas die uit een kerktoren wordt gegooid. Maar het lijkt me ook aannemelijk dat veel mensen belangrijkere dingen hebben om zich zorgen over te maken, en liever zouden hebben dat hun politici zich zorgen maken over dingen. Toen ik de gebeurtenissen van deze week zag gebeuren, had ik vaak het gevoel dat ik in een parallel universum was terechtgekomen waarin geen coronavirus was en geen vijftienduizend Nederlandse doden, en waarin het enige wat er toe deed was wat Wilders vond van wat Hoekstra tegen Kaag zei. over Ollongeren.
Als het coronavirus een zetel had in het parlement en een Twitter-account, zouden de media er misschien meer om geven. Een kabinetsadviesorgaan en een koopje voor de prijs. Voor alle duidelijkheid: het vermelden van deze punten is niet bedoeld als verdediging van het optreden van Mark Rutte. Verantwoording aan het parlement. Transparantie in de overheid is belangrijk.
De machtigen moeten hun fouten toegeven en ervoor verantwoordelijk worden gehouden. Liegen is belangrijk en mag niet ongestraft blijven. En in het Nederlandse coalitiesysteem, waar premier zijn in wezen betekent dat je een fulltime relatieadviseur bent tussen concurrerende partijen, is een reputatie van onbetrouwbaarheid aantoonbaar diskwalificerend. Ik heb geen hekel aan Rutte zoals sommige mensen lijken te doen, maar ik denk wel dat hij vreselijke fouten heeft gemaakt, en in de huidige situatie zou het goed zijn als hij een stap opzij deed. Je hoeft echter ook geen diehard Rutte-fanboy te zijn om het vreemd te vinden dat het dit relatief kleine schandaal is dat hem ten val zou kunnen brengen, en deze kwesties die het land nu verkiest te obsederen.
Coronavirus
Deze week, toen het schandaal escaleerde, bracht ik een groot deel van een ochtend door aan de telefoon met verschillende ziekenhuizen en artsen om erachter te komen hoe ik een coronavirusvaccin kon krijgen. Ik voel me redelijk gezond, maar ik heb een reeds bestaande aandoening waardoor ik het risico loop op ernstige complicaties als ik het virus oploop. Mijn dokter zegt dat ik op de prioriteitenlijst zou moeten staan voor een injectie en als ik ergens anders woonde, had ik er al een gehad. Toch was het moeilijker om er in Nederland een te bemachtigen dan een natuurlijk skigebied in Zeeland te vinden.
Mijn huisarts vertelt me dat ik een vaccin nodig heb, maar dat ik het ziekenhuis om details moet vragen. Het ziekenhuis zegt dat ze niet kunnen helpen en ik moet het aan de huisarts vragen. Een andere huisarts zegt dat ze geen idee hebben wat de procedure is om vaccins toe te wijzen, en ik zou maandenlang niet moeten vaccineren ‘omdat je nog vrij jong bent’. De gezondheidsautoriteit van het RIVM kan niet veel meer zeggen dan ‘Misschien juli, als het goed gaat?’
En ondertussen is de minister van Volksgezondheid in het nieuws en zegt dat het grootste probleem met het systeem is dat vaccins ongebruikt blijven omdat niet genoeg Nederlanders ze willen. Onder zulke omstandigheden, kijkend naar de parlementaire debatten over Rutte, kan men niet anders dan denken: ‘Als je boos bent dat hij zijn coalitieplannen verdoezelt, wacht dan maar tot je hoort van al het andere dat er gaande is’.