Hardnekkige (corona) activisten willen u graag laten geloven dat de wereld er straks heel anders uit zal komen te zien. Omdat de mensen ‘wakker’ zijn geworden en de gevestigde instituties op omvallen staan door een breed gedragen, hevig oplevend wantrouwen. Wensdenken zouden we het kunnen noemen. Laat ik u eens vertellen wat minister-president Mark Rutte onlangs in vertrouwen aan onder meer mij vertelde.
Ik geef toe dat het een beetje link is om het vertrouwen van Rutte te beschamen, maar ik denk dat ik een hoger doel dien door zijn woorden toch te publiceren. Zo is het gegaan:
Ik was onlangs op persoonlijke uitnodiging met een besloten groep van zeer belangrijke mensen op bezoek bij de leider van ons land. Bij aankomst mochten we zoals te doen gebruikelijk is in deze coronacrisis geen handen schudden. Mark (ik mag Mark zeggen) nam ons mee naar een goed beveiligde kamer en begon behoorlijk statig en zeer geconcentreerd aan zijn verhaal. We waren als groep akkoord gegaan met geheimhouding en de dwingende regel dat we Mark niet zouden interrumperen. Als tegenprestatie werden we getrakteerd op een zeer beleefde Mark die – in onze ogen – sprak alsof hij het volk toesprak.
Dit is wat Mark zei:
Ik heb mijn positie als leider van Nederland geaccepteerd en ik beloofde u een politicus die niet geïsoleerd staat van de bevolking, die uw pijn voelt en uw dromen deelt. Een man die zijn kracht en wijsheid haalt uit het volk. Ik heb mij de afgelopen jaren uitgesproken over zaken van nationaal belang, maar heb ook gemerkt dat de focus steeds meer en nauwer is gaan liggen op hoe Den Haag denkt. U hoorde steeds vaker hoe Den Haag denkt over zaken en over hoe wij menen dat het moet. Steeds minder hoorde u over de hoop, dromen en de visie van ons land.
Ik stelde mij de vraag, waarvan ik weet dat velen er mee worstelen, hoe het toch kan dat we als land niet in staat zijn om samen onze problemen op te lossen. Het is duidelijk dat de echte problemen van ons land veel dieper liggen en ik realiseer mij meer dan ooit dat ik uw hulp nodig heb. Dus heb ik besloten om mijn hand uit te steken en te luisteren naar de stem van Nederland.
Ik heb mensen uit alle lagen van onze samenleving uitgenodigd en met ze gesproken. En ik heb veel persoonlijk advies gekregen en commentaar gekregen. Bijvoorbeeld dat ik niet meer omkijk en luister naar de gewone mensen. Ik hoorde mensen zeggen dat ze het gevoel hebben dat politiek Den Haag zo ver af staat van ze. Of dat ze al hun hele leven lijden onder recessies. Sommige mensen vertelden mij dat het niet alleen maar gaat om de hoge heren in Den Haag of dat we in een morele en spirituele crisis leven. Dat we niet meer door kunnen gaan met het verspillen van energie. En dat het echte onderwerp in de discussie moet draaien om vrijheid.
De gesprekken gaven mij inzicht in de kracht en de wijsheid van het volk, maar het bracht mij ook zorgen over de onderliggende problematiek in ons land. Als leider van dit land weet ik dat wet – en regelgeving zeer belangrijk kunnen zijn, maar nadat ik naar het volk geluisterd heb, ben ik er opnieuw aan herinnerd dat alle wetgeving in de wereld geen oplossing is voor wat er echt mis is met ons land.
Dus wil ik nu met u praten over een groot gevaar voor de democratie.
We zitten in een vertrouwenscrisis. Een crisis die het hart en de ziel van dit land raakt. We zien het terug in de groeiende twijfel over de betekenis van ons bestaan en onze levens en in het verlies van een gemeenschappelijk doel voor ons land.
Onze burgers verliezen hun geloof, niet alleen in de overheid, maar ook in de vaardigheid van de burgers zelf om onze democratie vorm te geven. Als we ons geloof verliezen in de toekomst, dan beginnen we de deur ook te sluiten voor het verleden.
Teveel burgers neigen er naar om zichzelf te verliezen in hedonisme en consumptiedrift. Onze identiteit is niet langer gedefinieerd door wie we zijn, maar door wat we in bezit hebben.
De symptomen van deze crisis zijn overal om ons heen. Voor de eerste keer in de geschiedenis van ons land denkt de meerderheid dat de komende vijf jaren slechter uit zullen pakken dan de afgelopen vijf jaren. Een derde van al onze burgers stemt niet eens meer.
Zoals u weet is er een groeiend disrespect voor de overheid, voor kerken en scholen, nieuwsmedia en andere instituties. Ik weet dat dit niet een boodschap van geluk of geruststelling is, maar het is wel de waarheid en het is een waarschuwing.
We moeten de waarheid onder ogen zien en dan kunnen we onze koers wijzigen. We moeten simpelweg vertrouwen hebben in elkaar, vertrouwen in onze vaardigheid en ons vermogen om onszelf te besturen en we moeten vertrouwen hebben in de toekomst van ons land. Het herstellen van dat vertrouwen en dat zelfvertrouwen is nu de belangrijkste taak waar we voor staan. Het is een echte uitdaging voor deze generatie Nederlanders.
Toen Mark even zweeg na zijn indrukwekkende woorden, zwegen wij ook. Wat een wijsheid, dachten velen. En wat enorm actueel. De breed gedragen consensus binnen de groep was wel dat Mark de tijdgeest enorm goed begreep en dat wij zeer gezegend waren om deze woorden aan te horen.
Een enkeling sprak wel over termen als revolutie en staatsgreep. Ze begrepen dat het volk in deze bijzondere en actuele tijden riep om wraak en vergelding, om acties tegen de overheid en de pers. Omdat de tijdsgeest er nu wel rijp voor was. Omdat we in de geschiedenis nooit eerder zo in crisis zijn geweest.
Een enkeling begreep ook dat activisten zich heel erg bijzonder en wijs voelen. Dat ze eindelijk de wind mee hebben en blijvend voor grote veranderingen zullen zorgen. Dat ze door de bijzondere en zeer actuele omstandigheden boos zijn en daarin een rechtvaardiging vinden om actie te eisen en zelfs om over te gaan tot vernielingen of oproepen tot revolutie en een staatsgreep. Dat Nederland eigenlijk geen vrije pers meer dient te hebben en geen overheid die, eenmaal democratisch gekozen, beslissingen kan nemen zonder voor iedere regel of wet het volk te moeten raadplegen.
De groep ging na de indrukwekkende gebeurtenis uit elkaar en besloot om met geen woord te reppen over de bijzondere speech van Mark.
Waarheid
Goed. Hier zou mijn verhaal kunnen eindigen. Doe er mee wat u wenst.
Maar dat hoeft niet. Want ik voel toch de neiging om op dit punt duidelijk te maken dat ik niet helemaal de waarheid heb gesproken. Ik geef het toe, ik was niet op bezoek bij Mark Rutte. Ik kreeg geen persoonlijke uitnodiging en ik ben ook al niet belangrijk.
Om dan maar meteen helemaal eerlijk te zijn. De hierboven uitgetikte woorden van Mark Rutte zijn niet van Mark Rutte.
Het is een vertaling (van mij) van een deel van een speech die de Amerikaanse president Jimmy Carter op 15 juli 1979 op de televisie uitsprak. Hij adresseerde de energiecrisis en de vertrouwenscrisis in de Verenigde Staten.
1979 mensen. 1979. Ruim veertig jaar geleden.