Ach, het is natuurlijk een ritueel. Een toneelstuk, getiteld Prinsjesdag, met een bedoeling. Het volk moet zien dat we een monarchie zijn en tegelijkertijd een democratie. Dat die twee niet samen kunnen gaan, wordt in zo’n toneelspel verdoezeld. We doen net alsof de koning iets te zeggen heeft, maar we leggen hem woorden in de mond. De koning is zodoende de bestbetaalde acteur van Nederland, en de minister-president een goed betaalde toneelschrijver.
Onze koning is geen groot acteur. Hij kan de tekst van Rutte niet koninklijk declameren. Althans, gisteren niet. Hij gelooft er niet in. Een echte acteur, eentje van naam, zou hebben gevraagd: “Mark, waar gaat deze tekst eigenlijk over?”
“Spreek hem nou maar uit, majesteit.”
“Is het een modern stuk? Al die half afgemaakte, abstracte plannen. Nergens iets concreets.”
“Majesteit… U bent nu een vorst van een demissionair kabinet. Dus u kunt niet veel zeggen!”
“Nou, ik heb anders verdomd veel tekst voor een vorst die niet veel mag zeggen.”
Het ritueel ging daarom gisteren mis. Een onzekere vorst spreekt een onzekere tekst uit van een onzekere minister-president.
Ziedaar de staat van het land: onzeker. Wantrouwend. Zoals de vorst de minister-president niet vertrouwt, zo vertrouwt het volk het kabinet niet, en zoals het kabinet onderling verdeeld is, is ook het volk onderling verdeeld.
Met het toneelbeeld was het ook misgegaan. Het leek een kerkelijke begrafenis met alleen maar boze familieleden die niets met elkaar te maken wilden hebben. Ook in de derde akte – Kamerleden en ministers mogen voor de camera hun opinie geven – waren het sacherijn en de rancune zo groot dat eenieder bij een werkelijk toneelstuk de zaal zou zijn uitgelopen. Was de kritiek maar werkelijk gescript geweest. Het was nu spugen en nog eens spugen op Rutte (en terecht hoor), maar een ware scenarist weet dat je de man die je onsympathiek wil maken ook af en toe iets aardigs moet meegeven. Hij is lief voor herdershonden, bijvoorbeeld. Of hij knijpt kinderen graag in de wang. Nu kreeg je medelijden met die Rutte die van alles (volkomen terecht overigens) de schuld kreeg.
De laatste tijd wordt beweerd dat de verhouding tussen Kaag en Rutte slecht is. Mij lijkt dat de verhouding vorst en minister-president nog koeler is dan koel.
“Hoe heb je mijn land zo in de soep laten lopen,” zag je de vorst (volkomen terecht) denken.