‘Nederland is zo’n eenvoudig land, dat kun je vóór de borrel regeren.’ De boutade is van Hans Gruijters (1931-2005), minister in het kabinet-Den Uyl, politicus en bareigenaar, een gekend enfant terrible. Hij bleef in 1966 als VVD-raadslid in Amsterdam weg bij de huwelijksreceptie van kroonprinses Beatrix en Claus von Amsberg met het argument ‘Ik heb wel iets beters te doen’, waarna de VVD hem royeerde en hij met Hans van Mierlo D’66 oprichtte.
Niet alleen de apostrof is uit de naam van de partij verdwenen, ook de schelmachtige opstandigheid van haar oprichters. De politieke kleinkinderen van Gruijters beklaagden zich deze week achter de schermen over informateur Remkes. Zijn liefde voor de borrel zou tot warrigheid leiden. Het kwam naar buiten en verleidde de RVD tot een verklaring: de informateur had het maandag beperkt gehouden tot twee borrels, eentje vóór en eentje tijdens het diner. Den Haag op z’n smalst.
De Britse oorlogspremier Winston Churchill spoelde ’s ochtends na het wakker worden zijn mond met een glas whisky. Hij zondigde daarmee tegen zijn eigen stelregel ‘Vóór het ontbijt geen sterke drank’. De tijden zijn voorbij, ook hier, dat politiek en drank hand in hand gingen en een minister ‘klapwiekend van de alcohol’ een vliegtuigtrap kon afstommelen. Niet dat de wijsheid nu altijd buiten de kan blijft. Donald Trump dronk als president uitsluitend cola-light.
D66 is altijd een dankbare schietschijf geweest
Wel gebleven zijn de wetten van de politieke zwaartekracht, die het wezen van de politiek bepalen als strijd om de macht. De oude bestuurspartijen VVD, CDA en PvdA zijn voor die strijd nog altijd beter toegerust dan ideëel gedreven nieuwkomers, die benauwd zijn vuile handen te maken. Van Mierlo’s opvolger Jan Terlouw gold als de ideale schoonzoon, wat na zijn grote winst van negen zetels in 1981 al meteen zijn grote verlies van elf zetels in 1982 inluidde. D66 is altijd een dankbare schietschijf geweest, omdat het slecht bestand is tegen de listen en lagen van de machtspolitiek.
Politiek redacteur Wilma Kieskamp beschreef gisteren in deze krant met fijne pen hoe D66-aanvoerster Sigrid Kaag zich de afgelopen maanden met haar missie voor ‘medemenselijkheid, betrouwbaarheid en open bestuur’ stukliep op het machiavellisme van VVD-leider Rutte. Dat als cynisch ervaren streven naar machtsbehoud kan zowel weerzin als bewondering oproepen.
Ruttes verre voorganger Hans Wiegel vatte deze tegenstrijdige gevoelens in 1973 trefzeker samen in zijn oordeel over de formatie van het kabinet-Den Uyl: een kunststukje ‘van een macabere schoonheid’. Hij doelde daarmee vooral op de hardhandige methodes van de socialistische formateur Jaap Burger om de drie christelijke partijen uit elkaar te spelen en uit dat kamp, buiten de fractieleiding om, twee ministers te schaken.
PvdA en GroenLinks moeten de komende tijd met een dergelijke ‘inbraak’ in hun kringen rekening houden, want de oude vos Remkes preekte deze week openlijk de passie.
Met reden. Rutte kan na het sneuvelen van veel getrouwen op het politieke slagveld wel wat nieuwe gezichten gebruiken, ook van buiten. Mensen zoals de arts Marcel Levi, die als ziekenhuisdirecteur in Londen tijdens de coronacrisis voortvarend te werk ging, en Kim Putters, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Twee sociaaldemocraten van naam en faam, het zou een mooie buit zijn. Rutte flikte het eerder met het binnenhalen van de PvdA’er Martin van Rijn als vervanger van zijn partijgenoot Bruno Bruins.
Het moet ook echt meer zijn dan schmink
Alles wat Rutte IV kan onderscheiden van het deplorabele Rutte III is meegenomen. Remkes werd niet moe te beklemtonen hoezeer het volgende kabinet ‘nieuw’ zal zijn, zowel in stijl, program als personen. Het moet ook echt meer zijn dan schmink, want hoe je de strijd om de macht ook waardeert, de politiek en het landsbestuur hebben het afgelopen jaar een lelijk gezicht gekregen. De inzet van Kaag getuigt om die reden dan ook van realiteitszin.
Wat politiek als machtsstreven onderscheidt van de moraliteit zit in de reactie van een Franse politicus, toen Napoleon een eens bevriende edelman liet executeren: “Het is erger dan een misdaad, het is een fout”. Volgens Machiavelli kan een leider zich niet veroorloven alle deugden te betrachten, omdat het belang van machtsbehoud hem meer dan eens zal verplichten die deugden te schenden. Rutte beschikt met zijn buigzaamheid, veerkracht en geduld over vrijwel alle eigenschappen om in wisselende omstandigheden staande te blijven. Daarbij heeft hij zich de les van de Florentijnse meester eigen gemaakt dat beeldvorming belangrijker is dan feiten.
Op de fiets met een appeltje, net als uw buurman, maar pas op, Rutte is een geslepen machtspoliticus, die nu met de waarden van de democratie hoog spel speelt. Hij heeft deze week een slag gewonnen, maar nog niet de formatie.