Vandaag zijn we 8 maanden na de start van de eerste lockdown. Niemand is hier persoonlijk verantwoordelijk voor, en met dit bericht wil ik u, of iemand anders, absoluut niet beschuldigen. Het is alleen een manier om u te laten weten hoe het met ons, de jeugd in 2020, op dit moment gaat.
Waar iedereen ons tijdens de eerste lockdown perspectief probeerde te geven, namelijk dat alles dicht ging gedurende een periode van 2 tot 4 weken en we daarna terug konden gaan en staan waar we zouden willen, lijkt alle hoop op vooruitzichten ondertussen verdwenen te zijn. Uiteraard geldt dit voor iedereen, en niet alleen voor de jongeren. Uiteraard is deze situatie voor iedereen verschrikkelijk, en wordt iedereen benadeeld door de maatregelen. En toch …
Wij zijn jong. In de fleur van ons leven, zoals ze dat dan ook wel eens zeggen. We moeten ons ontwikkelen om later in het werkveld te kunnen staan, met beide voeten stevig in de grond. Een persoon zijn met kwaliteiten, en iemand waar een bedrijf, wijzelf of wie dan ook op kan rekenen. Maar we moeten ons ook kunnen amuseren. Jong zijn. Vrij zijn. Genieten van de kans om fouten te maken en daaruit te leren. En dat allemaal nu het nog kan …
Uiteraard kan u hier niets aan doen. Uiteraard is deze hele situatie iets waar u, en geen enkel ander individu iets aan kan veranderen. We moeten dit samen doen als maatschappij, als mensen. Nog nooit waren we zo hard één met de hele wereld. Nog nooit hadden we elkaar zo hard nodig als nu. En toch …
Het binnen zitten, het sociale isolement, de druk op ieders schouders, … het weegt door. Ook bij ons, ook bij de jeugd. We hebben er genoeg van, ook al weten we allemaal dat we niet anders kunnen dan doorgaan. En het is vermoeiend. Ik ben op. Wij zijn op.
Ze noemen dit het ‘nieuwe normaal’. Maar dit is niet normaal, dat kan ik niet vatten en wil en kan ik niet aanvaarden. Ik sta op om 10u en ben om 15u al terug doodop. En nee, niet omdat ik corona heb. Want het virus treft veel meer mensen dan alleen de zieken. Het treft ons allemaal, stuk voor stuk. En het maakt ons mentaal kapot.
Het klinkt misschien hard, maar dat is het ook. Jongeren worden gezien als ‘verwend’, maar waarom zou het voor ons ‘minder erg’ zijn? Alle vooruitzichten vallen één voor één weg. Zelfs je vrienden zien of die ene broodnodige knuffel is niet mogelijk nu. De steun die we allemaal nodig hebben, zeker in een situatie zoals deze.
Al 6 jaar studeer ik aan de Kunstacademie. Al 6 jaar doe ik elke dag opnieuw mijn best om een droom waar te kunnen maken. Muziek maken, en voor meer dan alleen mezelf. Op een podium staan en anderen tonen waar ik door gepassioneerd ben. Wat ik oprecht graag doe. Muziek studeren is niet zo makkelijk als iedereen denkt. Als je er niet elke dag enorm hard voor werkt, dan kan je het vergeten.
De toekomst als muziekstudent/muzikant is onzeker. Dat is het altijd al geweest en dat zal het ook blijven. Maar waar de toekomst altijd al onzeker leek, lijkt er plots geen toekomst meer te bestaan. Alleen maar onzekerheid, geen enkel teken van een mogelijke job. Hoe lang blijven we als maatschappij de gevolgen dragen van dit virus? Hoe effectief is het vaccin? Met andere woorden, hoe lang blijft deze situatie nog duren?
Het is ontzettend moeilijk om met zoveel onzeker- en moeilijkheden elke dag opnieuw energie te vinden om te werken voor de toekomst. Aan een toekomst die misschien onbestaande is, of momenteel toch zeker onbestaande lijkt. Het is een sleur. Eentje waar we elke dag door moeten. Een sleur die we allemaal zo ontzettend beu zijn. Eentje die ons kapot maakt. Helemaal.
Het doet me pijn dat ik dit als 17-jarige moet schrijven. Dat ik al mijn moed bijeen moet rapen om dit met u te delen. Want nogmaals, ik ben me er volledig van bewust dat u hier niets aan kan doen. Maar het is broodnodig dat onze stem gehoord wordt. Want wij, de jeugd van 2020, wij zijn op.
Ik heb lang getwijfeld om dit met de buitenwereld te delen, want ik weet niet goed wat ik hiermee wil bereiken. Het enige wat ik wil duidelijk maken is dat het moeilijk is voor ons om het normale ritme aan te houden terwijl het ritme van de rest van de wereld stil ligt.
Met vriendelijke groeten,
Noa Calluy