Pieter Omtzigt gaat aan de komende verkiezingen voor de Tweede kamer meedoen met zijn eigen partij. Gisteravond maakte hij bekend dat hij de knoop definitief heeft doorgehakt en zijn partij, Nieuw Sociaal Contract, bij de notaris heeft laten registreren.
Omtzigt verliet twee jaar geleden het CDA en ging na een burn-out als eenmansfractie verder, nadat was uitgelekt dat er bij de formatiebesprekingen was gesproken over een ‘functie elders’ voor hem. Hij kon niet anders dan vertrekken, zegt hij, want zijn partij stond niet achter hem.
De 49-jarige Omtzigt bouwde in de jaren daarvoor een reputatie op van een vasthoudend Kamerlid. Samen met Renske Leijten van de SP speelde Omtzigt een hoofdrol in het blootleggen van het toeslagenschandaal.
Programma rond, kandidatenlijst nog niet
Omtzigt maakte zijn besluit bekend in een interview met De Twentsche Courant Tubantia. “We zijn al een tijdje bezig met de voorbereiding”, zegt hij in de krant. Het programma is al wel rond, de kandidatenlijst nog niet.
Frits Wester: ‘Andere partijen schrikken’
“Ik denk dat andere partijen hiervan wel schrikken”, reageert politiek commentator Frits Wester op de aankondiging. “Uit verschillende peilingen en onderzoeken is gebleken dat hij wel 30 of 40 zetels kan halen.”
“Zijn programma is al klaar, maar zijn kandidatenlijst nog niet. Dat is wel een risico. Pieter Omtzigt kennende zal hij echt goed willen weten met wie hij in zee gaat.”
Enkele minuten na publicatie van het interview plaatste hij zelf dit filmpje:
We starten een nieuwe politieke partij: Nieuw Sociaal Contract @NwSocContract pic.twitter.com/HnMFu3awDs
— Pieter Omtzigt (@PieterOmtzigt) August 20, 2023
De vraag of de oud-CDA’er een eigen partij ging oprichten hing al lang boven de markt. In een peiling werden Omtzigt 46 zetels toegedicht als hij mee zou doen.
‘Geleerd van LPF en Forum’
Dat noemt hij in de krant ‘niet realistisch en niet verantwoord’. “Dit land heeft geleerd van wat er met LPF en Forum voor Democratie is gebeurd. Dus nee, we willen niet in een keer naar 46 zetels”, zegt hij in het interview. En mocht het onverhoopt toch gebeuren: Omtzigt wil geen premier worden, zegt hij.
Pieter Omtzigt doet met eigen partij mee aan de verkiezingen: ‘De grootste worden is niet het doel, we willen onze idealen verwezenlijken’
Het is officieel: Pieter Omtzigt doet met een eigen partij mee aan de Tweede Kamerverkiezingen in november. Zaterdagochtend richtte hij bij de notaris Nieuw Sociaal Contract op. In dit interview met de Twentse krant Tubantia licht hij die stap toe en vertelt hij over zijn inhoudelijke idealen, hoe hij die wil verwezenlijken en met wie – en met wie niet.
De afgelopen weken was dit de grootste vraag rond het Binnenhof: wat gaat Pieter Omtzigt doen? Voordat hij die knoop überhaupt had doorgehakt, voorspelden peilingen al dat hij in één klap met 46 zetels in de Tweede Kamer zou kunnen komen. Hij kondigde zelf een radiostilte af en ging op vakantie, maar het bleef allerminst stil rondom de Enschedese politicus. Talkshows, kranten en nieuwssites speculeerden volop, maar Omtzigt zweeg – tot nu.
U hebt zaterdag uw eigen partij opgericht. Op naar de 46 zetels?
“Ik heb ook peilingen gezien die de helft daarvan voorspellen, maar dat zijn nog steeds veel zetels. Ik moet zeggen dat dit verwachtingspatroon het niet makkelijker heeft gemaakt de knoop door te hakken en te besluiten een eigen partij op te richten. Ik denk namelijk dat het niet verantwoord is om als nieuwe partij hiermee te beginnen. Dit land heeft geleerd van wat er met LPF en Forum voor Democratie is gebeurd. Dus nee, we willen niet in één keer naar 46 zetels, maar een partij beginnen met verantwoorde groei.”
Verantwoorde groei? Wordt u de eerste lijsttrekker in Nederland die niet de grootste partij wil worden?
“De grootste worden is niet het doel. We willen onze idealen verwezenlijken, niet de macht om de macht. Ik heb uitgewerkte plannen. Ik zou het heel fijn vinden als andere partijen zich kunnen aansluiten bij onze plannen, zodat we kunnen samenwerken.”
Hoe gaat u ervoor zorgen dat u niet zo groot wordt als die peilingen voorspellen?
“Dat moeten we de komende weken bepalen. We streven naar een forse nieuwe partij. Ik verwacht ook niet dat de peiling die u aanhaalt, realistisch is. Hoe lang de lijst is die we kunnen indienen, hebben we nog niet besloten. We hebben ons nog niet eens in een van de twintig kieskringen geregistreerd met ondersteuningsverklaringen. Een van onze speerpunten is een nieuwe bestuurscultuur. Daarvan is de afgelopen jaren nog niets terechtgekomen.
Als je dat nastreeft, moet je daar zelf ook voor staan. En dat waarmaken. Vergeet niet: het is nu een eenpersoonsgroep met 1,5 fte ondersteuning. Daarvandaan kun je een forse stap maken, maar niet alles in één keer.”
Wanneer heeft u het besluit genomen een eigen partij op te richten?
“Dat is geleidelijk gekomen in de afgelopen zeven weken. Een paar dagen voor de val van het kabinet waren we met een team bij elkaar en had ik voor mezelf bepaald dat ik deze zomer de knoop zou doorhakken. Toen lag er geen uitgewerkt draaiboek.
Het idee was al wel gerijpt, maar wat wil je dan precies? En kan ik dat goede bestuur leveren? Dat was een van de meest prangende vragen in mijn achterhoofd. We hebben het inhoudelijk verder uitgewerkt, er staat een professioneel team klaar om gesprekken met kandidaten te gaan voeren. En nu was de tijd rijp om naar de notaris te gaan en met dit verhaal naar buiten te treden.”
Zijn er al kandidaat-Kamerleden?
“We zijn met mensen in gesprek, maar kunnen nog geen namen delen. Al een paar honderd mensen hebben zich gemeld, te veel om met iedereen in gesprek te gaan. En vanaf komende week komt er een oproep op onze website. We hebben nog tot 9 oktober om met een kieslijst te komen.”
Hebt u overwogen te stoppen in de politiek?
“Ja, als de verkiezingen een jaar geleden waren geweest, dan zou ik helemaal zijn gestopt. Dat was te vroeg. Ik heb het besluit best een tijdje voor me uitgeschoven. Na mijn burn-out heb ik het nog lastig gehad. Dat ik emotioneel was, of een dag niet goed kon werken. Op zo’n moment denk je niet: ik ga nu een partij oprichten. We zijn nu twee jaar verder en het gaat goed. Ik voel me prettig. En ik kies heel bewust voor het fractievoorzitterschap.”
U wilt geen premier worden?
“Mijn plek is in de Kamer, om daar als fractievoorzitter van een nieuwe partij leiding te geven aan een nieuw team.”
Hebt u al wel een premierskandidaat in gedachten?
“Daar hebben we bewust nog niet over nagedacht. Je praat met iemand die vanmorgen net een eigen partij heeft opgericht. Het zou heel pretentieus zijn om dat het eerste besluit te laten zijn van een nieuwe partij.”
U hebt het liever over de inhoud. Wat zijn twee belangrijke speerpunten van uw nieuwe partij?
“De bestuurscultuur, waar ik al zolang op hamer. De noodzaak om goed bestuur terug te brengen in Nederland. Dat hebben we met concrete plannen uitgewerkt, zoals de oprichting van een Grondwettelijk Hof. Bestaanszekerheid is een ander speerpunt. Volgens het Rode Kruis leven 400.000 mensen in Nederland in voedselarmoede. Dat was tien jaar geleden echt nog niet zo. En we hebben een huizentekort van 390.000. Dat hebben we sinds de jaren zeventig niet gehad.
We moeten zorgen voor voldoende basisvoorzieningen: voedsel, huisvesting. Maar ga er niet van uit dat alleen Den Haag dat kan veranderen. Ik wil dat onze partij een vereniging is, een beweging, die ook in de samenleving actief is. Er moet iets gebeuren in dorpen en steden. Met voedselbanken, nieuwe wooninitiatieven, voor mensen zorgen. De samenleving moet zelf ook bedenken dat de noden zo hoog zijn dat we daaraan moeten werken.”
U gaat eerst naar Den Haag. Ziet u een plek voor uw partij in de coalitie?
“Ik ben zeker bereid om verantwoordelijkheid te nemen als die vraag komt. Mijn coalitie ziet er wel iets anders uit dan we nu gewend zijn. Zo zouden er wat mij betreft ook experts als minister kunnen worden benoemd, bijvoorbeeld een hoogleraar. Ook wil ik graag een regeerakkoord op hoofdlijnen. In zo’n constructie wil ik graag mijn bijdrage leveren. Met de nieuwe generatie politici die nu opstaat, heb ik ook vertrouwen dat er een nieuwe bestuurscultuur kan komen.
Maar eerst hebben we verkiezingen en moeten we het over ideeën hebben. Bij de campagne in 2021 ging het niet over keuzes die daarna gemaakt zijn. Er zijn keuzes gemaakt in de formatie die niet terug te leiden zijn naar de verkiezingscampagne, zoals het klimaat- en stikstoffonds. Ik hoop dat komende periode politici eerst zeggen wat zij een belangrijk probleem vinden. Ik heb er nu twee op tafel gelegd: bestuurscultuur en bestaanszekerheid. Andere partijen vinden klimaat belangrijk. Als je nu die discussie hebt, is er straks ook draagvlak voor maatregelen van de regering.”
Sluit u partijen uit voor een coalitiesamenwerking?
“Voor mij moeten partijen voldoen aan de basisvoorwaarden van rechtsstatelijkheid. Als dat er niet is, dan kunnen we niet samen in een coalitie. Daarom zie ik coalitiesamenwerking met PVV en FvD niet gebeuren. Wat ik wel belangrijk vind, is dat als die partijen een valide onderwerp ter sprake brengen, het ook serieus wordt genomen. Het migratieprobleem dat door de PVV op tafel is gelegd, is door veel partijen vermeden. Net als FvD, dat een punt maakte van de baantjescarrousel. Daar hebben ze een goed punt en dan moet je kijken of je daar wat mee kunt doen.”
Wat vinden ze er thuis van dat u deze stap zet?
“Ze vinden het spannend, maar ze staan erachter.”
Twee jaar geleden, na uw burn-out, zei u niet meer terug te gaan naar de situatie van daarvoor, met 70 uur in de week werken, vaak van huis zijn, weinig tijd met uw dochters. Wat is er nog over van dat voornemen?
“Ik heb niks tegen hard werken. Als ik van dinsdag tot en met donderdag in Den Haag ben, heb ik echt geen werkdagen van acht uur, dat maakt ook niet uit. Afgelopen tijd heb ik wel echt rustiger aan gedaan op maandag en vrijdag, met minder werkbezoeken. Ik heb veel stukken voorbereid en ben scheidsrechter geworden bij de voetbalclub van mijn dochter, maar het blijft een constante uitdaging.”
Henk Kamp en Alexander Pechtold vielen u de afgelopen weken aan: u zou niet geschikt zijn als partijleider. Hoe ervaart u dat?
Met een lach: “Het is fijn dat we vrijheid van meningsuiting hebben, iedereen mag zijn mening hebben. Het was wel een goede aanmoediging om toch snel een partij op te zetten.”
Kamp viel u aan op uw mentale gesteldheid. Raakt u dat?
“Nee. Dingen raken je als je zelf vindt dat er een grote kern van waarheid in zit. Ik maak ook fouten, daar mag je me altijd op aanspreken.”
Nu het hoge woord over de eigen partij eruit is, komt er een storm op u af. Ziet u daar tegenop?
“Voor een deel wel, maar ik hoop vooral dat er nu een discussie losbarst over wat we met Nederland moeten doen. Dus over de inhoud en niet het spel. Als dat gebeurt en ik ben daar onderdeel van, zou ik heel gelukkig worden. En ik ben blij dat ik niet meer alleen ben, de beweging is groter dan ik. Met een vast kernteam, met onder anderen woordvoerder Nicolien van Vroonhoven en partijvoorzitter Hein Pieper.
Eddy van Hijum, oud-gedeputeerde van Overijssel, schrijft het verkiezingsprogramma. We hebben een groep van tien mensen, die als vrijwilliger of stagiair op het bureau werken. Maar het is wel pittig. Ik kondig nu al aan dat we af en toe een week onvindbaar zijn, omdat we dan druk zijn met het schrijven van ons programma, praten met kandidaten, het smeden van bondgenootschappen. En af en toe wil ik ook wel even vrij zijn.”