Geen gekonkel, geen draaikonterij, geen achterkamertjes. Wel principes, een groot gevoel voor rechtvaardigheid en een nog groter hart voor volk en vaderland. Pieter Omtzigt is een politicus naar ons hart.
Als je wilt weten hoe de nieuwe fractievoorzitter van de Fractie Omtzigt, de negentiende fractie in onze Tweede Kamer, denkt over het werk van volksvertegenwoordiger, over zíjn werk als volksvertegenwoordiger, die leze Een nieuw sociaal contract, de bestseller (afgelopen week op 26 in de CPNB Bestseller Top 60, genoteerd voor de zestiende week, ongekend voor een politiek boek) waarin hij zijn visie op de rechtstaat uit de doeken doet.
Het is eigenlijk een beetje merkwaardig boek, omdat het begint met een 54 pagina’s lang interview met Omtzigt door filosoof Welmoed Vlieger, voor de politicus zelf aan zijn verhaal begint.
In de tweede zin van dat hoofdstuk ‘Over Pieter Omtzigt’ vallen twee cruciale woorden, die waarschijnlijk verklaren hoe hij het zo lang volhield in een politieke partij waarvan de top hem ronduit vijandig was gezind: ‘buitengewoon loyaal’. In het antwoord op de tweede vraag van datzelfde hoofdstuk vallen vier woorden, die waarschijnlijk verklaren waarom hij ook die buitengewone loyaliteit bezat: ‘een beetje een outsider’.
Omtzigt was niet tegen de desastreuze samenwerking met gedoogpartij PVV in het kabinet- Rutte I. Hij deed wat wijzigingsvoorstellen, maar stemde toen ook niet tegen de nieuwe, snoeiharde bijstandswet, die inmiddels zoveel leed heeft aangericht dat de gevolgen ervan geregeld doen denken aan die van de toeslagenaffaire. ‘Achteraf vind ik dat ik akkoord ben gegaan met een veel te strenge aanscherping,’ zegt Omtzigt in het interview in zijn boek.
In 2012, na de val van het kabinet-Rutte I staat Omtzigt op plek 39 van de lijst van het CDA, een partij die weliswaar bestaat uit gelovigen, maar ook weer niet gelovend in 39 zetels. Hij is ‘natuurlijk behoorlijk teleurgesteld’ en besluit campagne te voeren voor voorkeurstemmen. Maar aan dat besluit hangt nog een verdergaand besluit vast: ‘Dat betekent ook dat ik mijn mandaat bij de kiezer kom ophalen. Van de partij hoef ik het immers niet te hebben.’
Vanaf dat moment is Pieter Omtzigt eigenlijk al fractievoorzitter van de fractie Omtzigt, maar dan nog wel binnen de CDA-fractie. Hij heeft er ook een ideologische rugdekking voor: de Grondwet. ‘De Grondwet was voor mij glashelder: daarin staan helemaal geen politieke partijen, laat staan fracties. In de Grondwet staat ook nergens dat alleen Kamerleden van de oppositie de regering moeten controleren.’
Aankaarten van de kloof
Als Bruce Springsteen een vraag krijgt over de rode draad van zijn teksten, antwoordt hij vaak met een variant op de kloof tussen de Amerikaanse Droom en de Amerikaanse werkelijkheid. Eigenlijk is het fundament van Omtzigts politiek handelen een variant op de missie van The Boss: het aankaarten van de kloof tussen papier en werkelijkheid. Dat hij altijd met zijn CDA meestemde, komt niet alleen door die ‘buitengewone loyaliteit’, het komt vooral doordat hij inhoudelijk een CDA’er ís, al zien linkse mensen vanwege zijn intensieve samenwerking met Renske Leijten graag een soort verkapte SP’er in hem, en rechtse mensen juist een soort verkapte rechts-populist. Maar dat Omtzigt inmiddels is gaan gelden als het meest doortastende Kamerlid, versterkt door de pogingen tot in zijn eigen partij om hem de mond te snoeren met een Orwelliaans vocabulaire van ‘sensibiliseren’ en ‘functie elders’, dat komt niet omdat hij ideologisch nou op een heel andere plek staat dan het CDA de laatste jaren. Na de Bulgarenfraude in 2013, waarbij Oost-Euro-pese bendes fraude pleegden met uitkeringen en met toelagen door landgenoten in Nederland als spookburger in te schrijven, werd staatssecretaris Weekers het vuur na aan de schenen gelegd over de veel te slappe bestrijdingen van fraude. Bij de afdeling Toeslagen werd het aantal controleurs vergroot, daar waren vele miljoenen voor beschikbaar, want dit mocht nooit meer gebeuren; zelfs de schijn van fraude moest worden aangepakt. De sfeer die toen is ontstaan, die waarin het ergst denkbare is dat iemand ten onrechte een toelage of uitkering ontvangt, vele malen erger ook dan ten onrechte níét, een sfeer gegoten in voornemens en gestold in wetten, die heeft de toeslagenaffaire veroorzaakt.
Het is niet dat Omtzigt zich destijds verzette tegen die sfeer of die wetten. Hij verzette zich tussen het daaropvolgende verschil tussen theorie (fraude bestrijden) en praktijk (onschuldigen vermorzelen). Voor iemand die econometrie heeft gestudeerd, de wetenschap van het economisch modelleren, is het een fascinerende weerzin, die tegen modellen: ‘Er wordt in Den Haag te veel gestuurd op modeluitkomsten in plaats van op de werkelijkheid. Het hele Nederlandse politieke systeem is gebouwd op koopkrachtplaatjes, stikstofmodellen, kortom op “modeldenken”. Hoe zo’n model in het echt uitpakt en of het voldoende de werkelijkheid omvat, lijkt niet altijd even relevant.’
Misschien is het omdat de gesprekspartner voor zijn boek een filosoof is, maar hier wordt Omtzigt, die niet erg van de Grote Woorden is, filosofisch: ‘Ik moet in dat verband vaak denken aan de beroemde grotvergelijking van Plato: zijn we nu met de echte wereld of met de schaduwwereld bezig? Alles wat niet in de modellenwereld meegenomen wordt, bestaat gewoonweg niet. En vaak is dat een groot deel van de werkelijkheid. Ik heb daar fundamentele kritiek op.’
‘ALLES WAT NIET IN DE MODELLENWERELD MEEGENOMEN WORDT, BESTAAT GEWOONWEG NIET. EN VAAK IS DAT EEN GROOT DEEL VAN DE WERKELIJKHEID’
Controlfreak Rutte
Zie hier het mission statement van Pieter Omtzigt. En van zijn aanvaringen met controlfreak en dus modeldenker Mark Rutte. Met Wopke Hoekstra, ex-consultant bij het Amerikaanse organisatieadviesbureau Mckinsey & Company, dus modeldenker. Die Hoekstra deelde laatst medische details over de overspannen Omtzigt tijdens een Zoom-meeting met enkele honderden CDA’ers en enkele journalisten. Het was het zoveelste mes in rug van Omtzigt, die na ‘focking eikel met die nazi-posters’, ‘psychopaat’, ‘teringhond’, ‘eikel’, ‘gestoord’ en ‘labiel’ inmiddels een hele verbale besteklade uit eigen kring heeft moeten verduren. Veelzeggend was ook het spottende gemor dat het overspannen Kamerlid kennelijk wel tijd had voor het schrijven van een memo van 74 pagina’s over zijn kijk op de problemen van het CDA, dat vervolgens via De Limburger lekte. Lees: zo overspannen is hij kennelijk niet. Land van 17 miljoen virologen, bondscoaches én artsen.
Opvallend zijn de twee verwijten die altijd terugkomen, ook uitgesproken door anonieme bronnen tijdens zijn poging om lijsttrekker te worden (die mislukte omdat volgens zijn partij Omtzigts vrouw op Hugo de Jonge stemde), en dat zijn de verwijten dat Omtzigt emotioneel is, en een solist. Het 74 pagina’s lange memo van Omtzigt staat inderdaad bol van de emotie. Het is in meerdere opzichten het vervolg op Een Nieuw Sociaal Contract. Als je wilt weten hoe de nieuwe fractievoorzitter van de Fractie Omtzigt denkt als hij het meel uit zijn mond heeft gespuugd, en als je wilt weten hoe hij zich vóélt, is het memo een inzichtelijke kijk in zijn hoofd. Slechts enkele maanden later, vele illusies armer.
Het is sowieso het officieuze verkiezingsprogramma van die Fractie Omtzigt: er moeten plannen komen voor de toekomst van de landbouw en veeteelt, voor de volkshuisvestiging, voor de bestaanszekerheid van mensen met een minimumloon, in de AOW of met een uitkering, voor het milieu, voor de zorg. Komt de politiek niet met zulke plannen, dan nemen anderen de regie over. Dan bepalen lobbyisten en de rechter het stikstofbeleid, zoals belangenorganisaties dan vrijwel alle beleidsterreinen invullen. Omtzigts memo laat zich lezen als die van a man with a plan, die van zijn partij en van de overheid hetzelfde verlangt.
Het is ook een getergde man, die over zijn eigen positie binnen de partij strooit met zinnen als ‘feitelijk hing ik er dus maar bij voor de partijtop’, ‘dat doet best zeer’, ‘het stelt mij behoorlijk teleur. Soms heb ik het gevoel dat ik kennelijk niet goed genoeg ben en me nog meer bewijzen moet, waardoor ik nog harder ga werken’, ‘het maakte mij buitengewoon eenzaam binnen het CDA en zorgde ervoor dat het normale werk als parlementariër om het beleid in dezen te controleren tot een ware uitputtingsslag’ en ‘ik ervaar het als een dictaat’.
Is dat allemaal emotioneel? Zeer. Maar is dat bezwaarlijk? Ja, misschien in de ogen van een premier van wie alles altijd lijkt af te glijden. Of in de ogen van een ex-consultant, die leeft bij de gratie van de mythe dat elke verhouding in de wereld slechts een zakelijke is.
IN DE OGEN VAN HET CDA VAN OMTZIGTS EX-PARTIJGENOOT SYWERT VAN LIENDEN IS OMTZIGT ONGETWIJFELD EMOTIONEEL, EN STAAT DAT GELIJK AAN EEN VORM VAN INSTABILITEIT
Instabiliteit
In de ogen van het CDA van Omtzigts ex-partijge-noot Sywert van Lienden is Omtzigt ongetwijfeld emotioneel, en staat dat gelijk aan een vorm van instabiliteit. De Volkskrant schreef onlangs een artikel over de vele bedrijven en personen die belangeloos hielpen aan wat zij dachten dat het een non-profit-initiatief van Van Lienden was. Coolblue nam de orderverwerking van verzending van Van Liendens mondkapjes voor eigen rekening, uitzendbureau Randstad stelde gratis personeel beschikbaar. Vele mensen staken vrijwillig hun vrije tijd in de ondersteuning van Van Liendens initiatief, in de overtuiging dat hij het om dezelfde redenen deed als zij, zoals hij immers altijd beweerde. De man die er zelf niettemin 9 miljoen euro aan overhield, stuurde Randstad laatst een kort mailtje dat ‘ze de uren konden declareren’. Dat is inderdaad niet emotioneel, dat is zakelijk. Stuur maar een factuur, dan is het probleem opgelost. Strictly business. Geen moraal, maar een transactie.
Als dat het ene CDA vertegenwoordigt, en Omtzigt tot voor kort het andere, dan is de keuze helder: heb je liever iemand die nérgens wakker van ligt, of iemand die letterlijk wakker ligt en in huilen uitbarstte vanwege het leed dat al die ouders in de toeslagenaffaire kregen te verduren, iemand die pijn ervaart wanneer hij bemerkt dat loyaliteit niet per definitie wederkerig is? Het is de keuze tussen het model of de werkelijkheid, maar dan teruggebracht tot het persoonlijk niveau.
En ja, a man with a plan is een solist, per definitie. Anders lost zijn plan op in het collectief. Niet Plato, maar een andere filosoof heeft daar iets over geschreven dat hopelijk de leidraad wordt van de parlementaire lone wolf Pieter Omtzigt. En wel Ralph Waldo Emerson (1803-1882) in zijn klassieker Zelfvertrouwen: ‘Wie een man wil zijn, moet een non-conformist blijven. Wie onsterfelijke roem wil vergaren, moet niet gehinderd worden doordat iets de naam heeft goed te zijn, maar onderzoeken of het echt goed is. In laatste instantie is er niets heilig buiten de integriteit van je eigen geest. Geef jezelf absolutie en je zult de bijval van de wereld oogsten.’
01, 02 en 03 Pieter Omtzigt in de beginjaren van zijn politieke carrière. Op 3 juni 2003 maakt Omtzigt (geboren in Den Haag, maar opgegroeid in het Twentse Borne) namens het CDA zijn intrede in de Tweede Kamer, waar hij zich al snel ontwikkelt tot een expert op het gebied van pensioenen. Kamervragen van Omtzigt over de riante pensioenregeling van Nout Wellink, president van De Nederlandsche Bank én CDA-prominent, zetten in 2004 kwaad bloed bij zowel Wellink als de partijtop. Op de foto hieronder zien we Omtzigt in aanloop naar de verkiezingen van 2010 flyeren op de markt van Haaksbergen. Hij staat dat jaar op plek 29 op de kieslijst, maar omdat er fractiegenoten van het CDA doorschuiven naar het kabinet Rutte-I krijgt hij alsnog een Kamerzetel.
04 Voor de verkiezingen van 2012 zet de kiescommissie van het CDA Omtzigt aanvankelijk niet op de kieslijst, vanwege zijn kritiek op de gedoogsamenwerking van zijn partij met de PVV in het kabinet-Rutte I. Onder druk gezet door de Twentse partijafdelingen van het CDA haalt de kiescommissie bakzeil: Omtzigt krijgt op de kieslijst de (onverkiesbare) 39ste plek toebedeeld. Na een persoonlijke verkiezingscampagne krijgt Omtzigt echter zoveel voorkeurstemmen (bijna 37.000) dat hij toch een zetel in de Tweede Kamer weet te bemachtigen.
05 Omtzigt tijdens een van de vele debatten over de toeslagenaffaire. Samen met SP-Kamerlid Renske Leijten komt Omtzigt vanaf 2019 op voor 26.000 gedupeerde ouders die – door kleine foutjes in hun aanvragen voor een kinderopvangtoeslag – ten onrechte werden verdacht van fraude. De onbehoorlijke werkwijze van de Belastingdienst, die de volledige kinderopvangtoeslag terugvorderde, zorgde dat veel gedupeerde ouders diep in de schulden kwamen, hun baan en/of huis kwijtraakten en psychische problemen kregen. De toeslagenaffaire leidt in januari van dit jaar tot de val van het kabinet-Rutte III.
06 Het CDA organiseert in juni en juli 2020 omstreden lijsttrekkersverkiezingen. De strijd gaat uiteindelijk tussen Omtzigt en Hugo de Jonge, vicepremier en minister van Volksgezondheid. De Jonge wint, zij het nipt: met 50,7 procent van de stemmen, tegenover 49,3 procent voor Omtzigt. Staatssecretaris Mona Keijzer zet een maand later haar vraagtekens bij het verloop van de verkiezingen, maar na een extern onderzoek blijft de uitslag ongewijzigd.
07 De beruchte foto van verkenner Kajsa Ollongren (D66) die na een positieve coronatest overhaast het Binnenhof verlaat. Onder haar arm draagt ze notities over de kabinetsformatie, waarop te lezen valt: ‘Positie Omtzigt: functie elders.’ Later blijkt dat het Rutte was die de positie van het Kamerlid tijdens de verkenningsgesprekken te berde had gebracht, al had hij daar aanvankelijk ‘geen actieve herinnering aan’, zo deelt hij de Kamer mee tijdens een verhit debat.