Europol, de politiedienst van de EU, zou toestemming moeten krijgen om grensoverschrijdende misdrijven te onderzoeken en op te sporen. Een voorstel in die richting wordt in december van de Commissie verwacht en het Duitse voorzitterschap van de Raad wil het initiatief steunen met een conferentie in Berlijn. Burgerrechtengroepen waarschuwen tegen een “data-wasmachine”.
Officieel mag de Europese Unie geen structuren creëren die concurreren met die van de lidstaten. Dit geldt ook voor Europol: de politiedienst in Den Haag moet het onderzoek naar grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme coördineren, maar heeft geen politionele bevoegdheden. Onderzoek en opsporing is uitsluitend voorbehouden aan de autoriteiten van de lidstaten en zij zijn ook verantwoordelijk voor maatregelen om af te luisteren, doorzoekingen van huizen en arrestaties.
Sinds enkele jaren dringen politici van de CDU, CSU, SPD en FDP erop aan dat Europol wordt uitgebreid tot een “Europese FBI”. Het gaat dan om de Amerikaanse autoriteit, die als federale politie verantwoordelijk is voor zowel de strafrechtelijke vervolging als de observatie door inlichtingendiensten. De conservatieve Duitse partijen hebben het voorstel zelfs opgenomen in hun Europees verkiezingsprogramma, en ook de “Politie-Unie” is voorstander.
Uitgebreidere bevoegdheid
Een aantal van deze eisen zal worden weerspiegeld in de herschikking van de vier jaar oude Europol-verordening die op 6 december door de Europese Commissie zal worden gepubliceerd. Het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken is van plan om op 21 en 22 oktober in Berlijn een conferentie over de “toekomst van Europol” te organiseren en de jaarlijkse bijeenkomst van Europese politiechefs op 1 en 2 oktober in Den Haag zal ook de nieuwe verordening bespreken.
De belangrijkste pijlers van het voorstel zijn al bekend. In een publicatie voor een voorlopige effectbeoordeling schrijft de Commissie dat Europol moet worden versterkt om “nieuwe bedreigingen aan te pakken”. Het toepassingsgebied van de strafbare feiten waarvoor Europol bevoegd is, wordt aldus uitgebreid. Het agentschap zou dan zijn eigen opsporingen kunnen doen in het Schengeninformatiesysteem (SIS II) en gebruik kunnen maken van het Prüm-kader voor het opzoeken van biometrische gegevens in heel Europa.
Mag Europol verzoeken doen tot onderzoek in de lidstaten?
Europol zou ook meer informatie van particuliere bedrijven moeten verwerken. Dit zijn onder meer internetproviders, reisbureaus, luchtvaartmaatschappijen en banken. Tot nu toe heeft Europol dergelijke gegevens in uitzonderlijke gevallen en op verzoek ontvangen; in de toekomst zou dit in een geautomatiseerde procedure kunnen gebeuren. Het Finse voorzitterschap van de Raad had eind vorig jaar al de weg bereid in conclusies over de samenwerking van Europol met particuliere instanties.
Het meest omstreden voorstel is waarschijnlijk dat Europol kan verzoeken om het instellen van een onderzoek in een lidstaat. De regeringen zullen hierdoor waarschijnlijk hun soevereiniteit aangetast zien, dus het is de vraag of de verordening daadwerkelijk zal worden aangenomen. De nieuwe bevoegdheid zou echter kunnen worden gecoördineerd met het Europees openbaar ministerie (EuStA), waarmee Europol hoe dan ook nauwer zal samenwerken. Het gaat erom dat het nieuwe orgaan niet alleen misdaden tegen de financiële belangen van de Unie zou mogen vervolgen, maar ook onderzoek zou mogen doen naar terrorisme. De EuStA zou dan samen met “speciale adviseurs” die bij Europol worden gedetacheerd voor de uitgebreide taken van de lidstaten, onderzoeken kunnen uitvoeren.
Nieuw personeel voor acties in de lidstaten
Zoals het een “Europese FBI” betaamt, zou Europol ook meer personeel moeten hebben voor grensoverschrijdende onderzoeken. Daartoe wil het agentschap een pool van “gastdeskundigen” opzetten die, naar het voorbeeld van het “Permanente Korps” van Frontex, op verzoek van een lidstaat als “groep van rechtshandhavingsdeskundigen” daarheen kunnen worden gestuurd. Europol heeft dit voorstel twee weken geleden in een document gepubliceerd en het is ook opgenomen in een planningsdocument voor de komende twee jaar. Daar wordt gesproken over ambtenaren op het gebied van “speciale tactieken”. Dit zijn undercoveronderzoeken, geheime bewaking, hulp bij ontvoering en afpersing, gijzelingsonderhandelingen, de “tussenkomst van specialisten”, getuigenbescherming of de “actieve opsporing van voortvluchtigen”.
Het voorstel van de Commissie voorziet ook in een nauwere samenwerking van Europol met derde landen. Deze landen worden niet genoemd, maar het zijn waarschijnlijk landen in de westelijke Balkan en Noord-Afrika. Dit zou ook gelden voor de geheime diensten: In een proefproject ontwikkelt de Commissie een nieuwe procedure waarbij Europol lijsten met persoonsgegevens van derde landen ontvangt en deze vervolgens in SIS II invoert. De buitenlandse geheime diensten die een dergelijke signalering hebben afgegeven, zullen later op de hoogte worden gebracht van de resultaten van de zoekopdrachten. In dit verband waarschuwen de burgerrechtenorganisaties EDRi en Statewatch voor een “gegevenswasmachine” als de informatie die naar Europese systemen wordt doorgestuurd, afkomstig is uit landen met een laag niveau van gegevensbescherming.
Van ‘controleorgaan’ tot stimulans voor meer bespionering
De nieuwe initiatieven bouwen voort op maatregelen die Europol de afgelopen jaren hebben versterkt om grensoverschrijdende onderzoeken te coördineren. Wanneer er twee of meer lidstaten bij betrokken zijn, biedt Europol “mobiele kantoren” aan en ondersteunt het met digitale forensische middelen of capaciteit voor het ontsleutelen van gegevensdragers.
In een “innovatielab” zoekt Europol naar antwoorden op de uitdagingen die de nieuwe technologieën met zich meebrengen, zoals de toegang tot afluistervrije 5G-communicatie, het gebruik en de bestrijding van kleine drones of het traceren van crypto-currencies. Het agentschap moet ook een “EU-innovatiecentrum” worden en het relevante onderzoek van bedrijven, instituten en universiteiten coördineren.
Een van de appologeten van een machtige recherchepolitiemacht van de EU is Boris Pistorius, minister van Binnenlandse Zaken van Nedersaksen, die samen met Susanne Mittag, lid van de Duitse Bondsdag, gedurende zes maanden als onderdeel van het Duitse Raadsvoorzitterschap het voorzitterschap van de Gemengde Parlementaire Controlecommissie (JPSG) over Europol zal bekleden. Eigenlijk wordt Europol verondersteld beter te worden gecontroleerd en ingeperkt door het tamelijk tandeloze orgaan van de leden van het Europees Parlement en de parlementen van de lidstaten van Europol. De twee SPD-politici gebruiken het nu juist als een versneller voor meer bespionering en controle door de Europese Unie.
(*) Matthias Monroy is uitgever van het Duitse mensenrechtentijdschrift Bürgerrechte & Polizei/CILIP.
Netzpolitik.de is een “platform voor digitale rechten”