De Open Society Foundations van George Soros en zijn puppet prinses Mabel en met hulp van VN-liefje Koningin Maxima beschouwt hij Nederland als sleutelland in de strijd tegen „negatieve trends”. Met miljoenen euro’s aan tientallen organisaties, beïnvloedt Soros ook gevoelige maatschappelijke thema’s, o ja wij als belastingbetaler geven Maxima daar nog een riante onkosten vergoeding van 150.000 euro voor.
- De invloed van filantroop George Soros in Nederland was lange tijd onduidelijk.
- Uit NRC-onderzoek blijkt dat zijn donaties aan Nederlandse organisaties jaarlijks zo’n zeven miljoen euro bedragen.
- Soros’ OSF is het enige grote buitenlandse fonds dat het geld ook inzet op gevoelige maatschappelijke thema’s als etnisch profileren door de politie en de discussie rond Zwarte Piet.
Begin 2014 maakt Jordi Vaquer van de Open Society Foundations (OSF) zich grote zorgen om Nederland. Als Europees directeur van de filantropische instelling van miljardair George Soros wordt hem gevraagd de Nederlandse activiteiten te evalueren voor het OSF-bestuur. Vaquer bespeurt toenemende vreemdelingenhaat, die hij in zijn evaluatie van 12 maart als „bijzonder gevaarlijk” omschrijft. Deze ontwikkeling in het voormalige voorbeeldland zou „negatieve trends” in Europa kunnen „normaliseren”, schrijft Vaquer.
Enkele dagen later is er een videoconferentie met het OSF-bestuur waarin besloten wordt of de investeringen in Nederlandse organisaties, die sinds 2009 plaatsvinden, worden voortgezet. OSF-directeur Chris Stone neemt deel vanuit het hoofdkantoor in New York. Een ander bestuurslid, de Nederlandse prinses Mabel, vanuit Londen. Collega’s uit Brussel, Barcelona en Boedapest doen ook mee, net als Eefje de Kroon, OSF-adviseur voor Nederland. Het OSF-bestuur onderschrijft de conclusies van Vaquer en besluit meer geld vrij te maken om het tij in Nederland te keren, hopelijk met „bredere weerklank” in de rest van Europa.
Over de invloed van George Soros in Nederland bestaat veel onduidelijkheid. Bekend was al dat de OSF vóór 2014 subsidies gaf aan Nederlandse organisaties als ProDemos en KiesKompas, van de stemwijzers, het Meldpunt Discriminatie, de Anne Frank Stichting en enkele moslimorganisaties. Maar de volledige betrokkenheid bij het Nederlandse debat is nooit goed onderzocht. In een interview met Thierry Baudet van Forum voor Democratie zei radio-presentator Max van Weezel onlangs nog dat Soros in Nederland „helemaal geen invloed” heeft. Terwijl Baudet de filantroop Soros net in een rijtje met zeer invloedrijke mensen als Angela Merkel, Mark Rutte en Unilever-baas Paul Polman had geplaatst. Hoe zit het nu precies?
SOROS: MIKPUNT VAN HAAT
George Soros werd in 1930 in Boedapest geboren. In de VS richtte hij diverse beleggingsfondsen op. In 1992 maakte Soros een klapper door 1 miljard dollar te verdienen met speculatie tegen het Britse pond. Daarna richtte hij de OSF op. Door zijn inzet voor vluchtelingen en een open samenleving is hij het mikpunt van haatcampagnes door extreem-rechts, soms antisemitisch van aard.
De OSF beschouwt Nederland als een sleutelland om de opmars van radicaal-rechts in Europa te stuiten. Het mengt zich – als enig groot buitenlands fonds – in gevoelige maatschappelijke discussies, zoals de kwesties rond het koloniale verleden en Zwarte Piet, etnisch profileren door de politie en de vraag of moslima’s tijdens hun werk een hoofddoek mogen dragen. Dit blijkt uit gesprekken door NRC met OSF-medewerkers, de bestedingen over 2016 waar de krant inzicht in kreeg en interne documenten die bij hacks openbaar zijn geworden.
Europees directeur Jordi Vaquer bevestigt de stoutmoedige aanpak van de OSF. „Je ziet dat overheids- en familiefondsen huiverig zijn om zich in controversiële onderwerpen te mengen. Wat dat betreft zijn wij niet bang. Wij zeggen tegen lokale organisaties die wij steunen niet dat het non-controversieel moet blijven. Wij bepalen niet hoe deze mensen actie voeren, maar beperken ze daar ook niet in”, zegt hij .
Vooral het succes van Geert Wilders’ PVV baart de OSF aanvankelijk zorgen. De „innovatie” van Wilders om de islam te presenteren als bedreiging voor liberale Nederlandse waarden zet vrouwen en seksuele minderheden op tegen andere minderheden, zo meent de OSF. In een evaluatie uit 2014 wordt de PVV tot de „aanjagers van het anti-Europese en anti-migratie discours” in de EU gerekend. In het document complimenteert de OSF zichzelf met het steunen van „vergaande activiteiten” zoals „processen voeren” en „beleidsbeïnvloeding”, die door „veel andere financiers niet gesteund zullen worden”. De OSF denkt met deze strategie, die in het Engels ‘hard hitting’ wordt genoemd, optimaal effect te sorteren. Op het thema discriminatie noemt Vaquer ‘naming and shaming’ in zijn persoonlijke evaluatie uit 2014 een effectief middel om in Nederland verandering teweeg te brengen, omdat veel Nederlanders zichzelf nog altijd als tolerant beschouwen.
Therapeutische werking van harddrugs
Een van de eerste spraakmakende OSF-activiteiten in Nederland is dan ook een filmpje in 2013, gemaakt door de ‘Stichting Doetank’, waarin groepjes zwarte en witte jongens de straat op worden gestuurd om etnisch profileren door de politie aan de kaak te stellen. Destijds was niet bekend dat dit initiatief door de OSF werd gefinancierd.
NA GATES DE GROOTSTE
De Open Society Foundations heeft bijna 16 miljard euro in kas en is daarmee, na de Bill & Melinda Gates Foundation (44,3 miljard euro), de grootste filantropische instelling in de VS. Waar het geld van Gates vooral naar goede doelen in de Derde Wereld gaat, steunt of steunde de OSF internationale organisaties die ook invloed in Nederland hebben, zoals Amnesty International, Human Rights Watch, Helsinki Comité, Carnegie, Bellingcat, Airwars, International Crisis Group, Corporate European Observatory.
Tegenwoordig kunnen ruim veertig organisaties in Nederland jaarlijks op zo’n zeven miljoen euro aan OSF-geld rekenen. Het grootste deel daarvan gaat naar organisaties die daarmee ook het Nederlandse debat beïnvloeden. De grootste ontvanger in 2016 was het Transnational Institute (TNI), dat onder meer 664.000 euro ontving voor een tweejarig programma over drugsbeleid. TNI adviseerde de Canadese regering bij de legalisering van marihuana, maar organiseerde ook in Nederland een conferentie over legale teelt van wiet. Medewerkers van TNI schreven in Nederlandse media opinie-artikelen waarin legalisering van wietteelt wordt bepleit en een repressieve aanpak van drugsgebruik wordt afgeraden.
De OSF steunt ook andere Nederlandse organisaties die campagne voeren voor een liberaler drugsbeleid. De Stichting O.P.E.N. ontving in 2016 25.000 euro. Deze club organiseert lezingen en conferenties om aandacht te vragen voor de therapeutische werking van harddrugs als lsd, xtc en paddo’s. ICEERS kon rekenen op ruim 180.000 euro. Daarmee wil de stichting geneeskrachtige planten introduceren in de reguliere gezondheidszorg. ICEERS promoot onder andere de hallucinogene drank ayahuasca uit de Amazone, die bij zou dragen aan persoonlijke groei.
OSF-directeur Vaquer noemt zelf drie thema’s waarop zijn organisatie in Nederland verandering teweeg heeft gebracht. De eerste is het inperken van etnisch profileren door de politie. Het filmpje uit 2013 van Stichting Doetank werd opgevolgd door nieuwe initiatieven. Zo ontwikkelde ‘sociaal innovatiebureau’ IZI Solutions met OSF-geld de strategie voor Control Alt Delete. Deze burgerrechtenorganisatie organiseerde de afgelopen maanden door heel Nederland voorvertoningen van de documentaire Verdacht van filmmaker Nan Rosens. Daarin komen mensen aan het woord die zeggen op basis van hun afkomst of huidskleur regelmatig staande te worden gehouden door de politie. De OSF-acties droegen eraan bij dat de politie het probleem zelf erkende en regels tegen etnisch profileren heeft opgesteld. „We zijn er trots op dat we dit hebben gesteund”, zegt Vaquer.
Als tweede noemt hij de discussie over het koloniale verleden van Nederland en hedendaags racisme. „Vergeleken met andere samenlevingen met een koloniaal verleden lijkt Nederland geen bewustzijn te hebben ontwikkeld over de voortdurende effecten van een geschiedenis van slavernij en racisme op de hedendaagse samenleving”, schreef Vaquer in 2014. Destijds financierde de OSF onder meer Stichting Magenta, die volgens Vaquers evaluatie „bijdroeg aan het ontsteken” van het debat over Zwarte Piet. In 2014 en 2015 waren er ook subsidies voor New Urban Collective van Mitchell Esajas, een van de gezichten van de acties tegen Zwarte Piet. Magenta meldde in 2014 dat het aantal discriminerende uitingen in Nederland toenam als gevolg van de heftige discussie rond Zwarte Piet. Wellicht niet toevallig, want in datzelfde jaar schreef de OSF dat het de ophef rond Zwarte Piet aan zou grijpen om „een breder publiek debat over discriminatie te genereren”.
Dat is volgens Vaquer uiteindelijk goed gelukt. „Wij hebben echt een stem gegeven aan dit debat”, zegt hij nu. Hij noemt het Rijksmuseum, dat na kritiek van activisten termen als ‘neger’, ‘hottentot’ en ‘eskimo’ verving bij omschrijvingen van kunstwerken. Vaquer: „Het activisme is effectiever geworden en de stemmen zijn diverser. Denk aan mensen als Gloria Wekker (antropologe, red.) en Quinsy Gario (activist, red.).”
Tegen ‘islamofobie’
Recent was de Stichting Democratie en Media (SDM) een belangrijke ontvanger van subsidie door de OSF. In 2016 vroeg Soros’ organisatie aan SDM een programma te ontwikkelen tegen ‘islamofobie’. Met eigen geld en bijna 350.000 euro aan OSF-subsidie financierde SDM tot nu toe 21 initiatieven tegen moslimdiscriminatie. Voorbeelden zijn een meldpunt islamofobie en een video van de Rotterdamse agente Sarah Izat die tijdens haar werk een hoofddoek wil kunnen dragen. Dat leidde tot veel publiciteit. Uiteindelijk stapte Izat naar het College voor de Rechten van de Mens, dat haar in het gelijk stelde.
„Onderzoek toont aan dat moslimdiscriminatie in Nederland breed wordt ervaren. Tegelijkertijd zien SDM en OSF dat er weinig aandacht is voor een structurele aanpak van het probleem. Daarom hebben we samen een financieringsprogramma opgezet”, laat SDM-programmamanager Maartje Eigeman via e-mail weten.
Op Europees niveau is ENAR, European Network Against Racism, de belangrijkste voorvechter van het recht op het werk een hoofddoek te dragen. Ook deze organisatie kan jaarlijks op geld van Soros rekenen. ENAR werkt nauw samen met Nederlandse ontvangers van OSF-gelden, zoals de Rotterdamse islamitische koepelvereniging SPIOR en de Marokkaanse belangenorganisatie Emcemo. ENAR schaarde zich achter een hoofddoekproces bij het Europees Hof van Justitie, maar in een bindende uitspraak oordeelde dit hof dat werkgevers het dragen van een hoofddoek mogen verbieden.
Dit soort proefprocessen wordt ook door de OSF gefinancierd. Het Nederlands Juristen Comité ontving in 2016 bijna 150.000 euro voor proefprocessen op het gebied van de mensenrechten in Nederland. Onder meer voor Afghaanse verdachten van oorlogsmisdaden, transparantie over Nederlandse bombardementen in Irak en Syrië, maar ook voor toiletten in treinen.
Een andere grote ontvanger van Soros-geld is de International Debate Education Association (IDEA). Deze kreeg in 2016 bijna 475.000 euro. IDEA organiseerde dialoogdagen waarbij publicist Kiza Magendane en anti-racisme activisten Arzu Aslan en Abulkasim Al-Jaberi met jongeren debatteerden over de Nederlandse identiteit. Tweede Kamerleden kregen oplossingen aangereikt om discriminatie en polarisatie in de samenleving te verminderen en in Haagse achterstandsbuurten werd geprobeerd de relatie tussen de politie en jongeren te verbeteren.
Naast deze investeringen zegt OSF-directeur Vaquer trots te zijn op het stimuleren van diversere stemmen in de Nederlandse islam. Hij vertelt dat ook Stichting Maruf een bijdrage ontving. Deze organisatie zet zich in voor mensen die opgroeien in een moslimgemeenschap ‘als lesbienne, transgender, bi, homo of iets anders’. „Door onze steun klinkt er nu een pluralistischer islamitisch geluid”, zegt Vaquer.
Het werk van de OSF in Nederland is relatief onbekend, omdat het graag op de achtergrond opereert en bestaande lokale organisaties naar voren schuift. „Die worden vertrouwd door de samenleving. Zij bereiken meer dan wanneer wij van buitenaf iets proberen te veranderen”, aldus Vaquer. In een evaluatie uit 2014 worden lokale Nederlandse organisaties met OSF-steun „anti-lichamen” genoemd om „illiberale neigingen te bestrijden”. Prinses Mabel wordt in het document genoemd als degene die de samenwerking met het Oranje Fonds kan hervatten.
Gevraagd naar de invloed van de OSF in Nederland zegt Vaquer dat die niet overschat moet worden. Op de jaarlijkse mondiale bestedingen van circa 875 miljoen euro, zijn de ongeveer 7 miljoen in Nederland vrij beperkt. Binnen Nederland zijn er filantropische instellingen die meer uitgeven dan de OSF, maar dat gaat vooral naar goede doelen. Door het geld in te zetten op gevoelige maatschappelijke thema’s maakt de stichting van Soros soms toch het verschil. Vaquer: „Wij concentreren ons op niches waar we vooruitgang kunnen boeken. Je zou kunnen zeggen dat wij in Nederland een beetje boven ons gewicht boksen.”