Drie verschillende crises hebben de Europese Unie het afgelopen decennium getroffen: de Grote Recessie, de migratiecrisis en de Brexit. Zoals Andrea LP Pirro uitlegt via Democratic Audit , is er een wijdverbreide veronderstelling dat populistische partijen met Eurosceptische profielen de belangrijkste politieke begunstigden van deze crises zijn geweest. Maar er moet nog veel worden begrepen over wat populisten maken van dergelijke crises, evenals hun impact op euroscepticisme.
Het ontwaken van de populistische reus is een hedendaagse mantra geworden. Sinds het uitbreken van de Grote Recessie hebben niet-academische waarnemers vaak geabonneerd op alarmistische opvattingen over een populistische terugslag in geavanceerde democratieën. Maar verschillende soorten populistische krachten zijn in de afgelopen twee decennia een vast onderdeel van Europese partijsystemen geworden, wat suggereert dat een evenwichtiger kijk op de relatie tussen populisme en ‘crisis’ nodig is.
Een recente grensoverschrijdende studie over 17 Europese landen heeft al twijfel doen rijzen aan het idee van duidelijke en homogene elementen die het lot van populistische partijen in de schaduw van de Grote Recessie aandrijven. En toch lijkt het aanpakken van crises als louter achtergrondomstandigheden ons weinig te vertellen over wat populisten eigenlijk maken van dergelijke crises. Een aanstaande speciale uitgave van Politiek , uitgegeven door Paul Taggart, Stijn van Kessel en mijzelf, gaat specifiek in op de relatie tussen populisme, euroscepticisme en crisis.
De ontplooiing van de Grote Recessie, de migratiecrisis en de Brexit vormden ernstige uitdagingen voor de Europese status-quo en het integratiemodel van EU-elites. De specifieke breedte van deze crises biedt niettemin belangrijke kansen voor studenten populisme. Ten eerste hielpen ze het concept crisis te verheffen tot een centrale component in de analyse van populistisch discours. Wat is een betere gelegenheid om ‘crisissen’ terug te brengen in de analyse van populisme dan een langdurige crisisperiode? Ten tweede, door te verwijzen naar crises met een Europees karakter en reikwijdte, konden we zien hoe oppositie tegen supranationale elites past in het discours van crisis dat wordt gearticuleerd door populistische collectieve actoren. In wezen konden we de evolutie van populistische Eurosceptische verhandelingen volgen terwijl deze crises zich ontvouwden. De onderliggende veronderstelling is dat:
Een eerste onderzoek naar de standpunten van populistisch radicaal rechts over ‘Europa’ toonde geen uniforme reacties op de Grote Recessie. Tezamen pleiten populistische radicaal-rechtse partijen niet unaniem voor terugtrekking uit de gemeenschappelijke munt, noch voor de EU. Hoewel de meeste partijen inderdaad hun Eurosceptische standpunten hebben verhard, zijn er maar weinigen die zo ver gaan om uit de EU te pleiten. Het meest opvallend was echter dat de economische en financiële crises leden van deze partijfamilie ertoe brachten verder te gaan dan hun culturele kader van Europese integratie en hun kritiek (ook) te concentreren op sociaaleconomische argumenten. Door de focus te verleggen over de bredere set van (linkse, centristische en rechtse) populistische partijen, en ons onderzoek uitbreidend naar alle drie crises, zouden we a) kunnen zien hoe de EU wordt gebruikt in het kritische en oppositionele discours van populistische actoren; en b) vaststellen of en hoe deze discoursen door de partijpolitieke arena zijn nagalmd.
De uiteenlopende aard van de crises weerspiegelde anders de populistische structuur van ‘Europa’. Populisten bekritiseerden de EU voor de schadelijke sociaaleconomische gevolgen van soberheid; de bedreiging van de nationale soevereiniteit, veiligheid of culturele homogeniteit door niet-EU-migranten; het handhaven van een ver en ondemocratisch bestuurssysteem; of een combinatie van bovenstaande.
De verschillende crises breidden aldus het bereik van Eurosceptische kaders uit dat typisch wordt gebruikt door populistische partijen, waardoor ze hun Eurosceptische argumenten kunnen intensiveren of benadrukken en hun kader van Europese integratie kunnen aanpassen naarmate elke crisis zich ontvouwde (zie de onderstaande tabel voor een categorisatie van populistische Eurosceptische kaders) . Desondanks behielden linkse populisten het sociaaleconomische kader van hun euroscepticisme. Omgekeerd bood de Grote Recessie rechtse populisten de mogelijkheid om uit te werken over soortgelijke verhandelingen, om vervolgens terug te keren naar een cultureel kader van euroscepticisme op het hoogtepunt van de migratiecrisis. De M5S in Italië was een geval van een populistische partij die flirtte met culturele kaders die verder reikten dan duidelijker linkse en rechtse ideologische verschillen.
Tabel: Populistische Eurosceptische framecategorisatieBron: Pirro en Van Kessel (2018)
Qua impact bleef de mainstream opmerkelijk veerkrachtig tegen populistisch euroscepticisme. De gevallen met een grotere impact waren die gevallen die het meest werden getroffen door de economische crisis, of Brexit – zoals in het Verenigd Koninkrijk . In deze gevallen was populistische Eurosceptici in staat geweest om concurrentie op ‘Europa’ te veroorzaken of een merk achter te laten door het specifieke gewicht dat werd verkregen binnen de respectieve partijenstelsels (bijvoorbeeld Portugal en Spanje ).
Hoewel de drie crises de relevantie van Europese aangelegenheden in openbare debatten hebben helpen vergroten, moeten we niet te snel aannemen dat de EU en de Europese integratie automatisch het centrale strijdtoneel zijn geworden voor politieke betwisting. Dit geldt zowel voor populisten als niet-populisten, die nog steeds tekortschieten om ‘Europa’ tot de kern van hun zorgen te maken. Daarom moeten we de vorderingen van populistische eurosceptische strijdkrachten niet kritisch behandelen als een metriek van publieke ontevredenheid met de EU. In plaats daarvan moeten we ze behandelen als een steeds luider alarm dat een toenemende vermoeidheid signaleert bij traditionele partijen en gevestigde politiek, die mogelijk onvoorbereid of ongeschikt zijn gebleken om te reageren op de ernstige uitdagingen die door meerdere crises worden veroorzaakt.