Het moment van de waarheid is met een maand verschoven. Premier Mark Rutte heeft nog een keer een beroep gedaan op ‘ons allemaal’. Hou vol met die ander-halve-meter-samenleving. Maar of hij daar in mei, op de volgende coronapeildatum nog een keer in slaagt, staat te bezien. Die kans moeten we niet overschatten.
Steeds meer mensen zitten aan de grens van hun corona-tolerantie. Weer minstens een maand op afstand leven. Weer een maand niet naar opa en oma. Niet naar de kroeg en het restaurant en al die andere activiteiten die ooit, pre-corona de sjeu van het leven uitmaakten. Goed, de basisscholen en dagverblijven gaan na de meivakantie weer voor de helft open. En de jongere kinderen kunnen ook weer sporten. Maar als beloning voor goed gedrag is het aan de magere kant.
Ruttes optreden stond de afgelopen week volledig in het teken van wat in het businessbargoens het verwachtingsmanagement heet. Temper de verwachtingen van de bevolking. Maak duidelijk dat we alles wat we ‘met ons allen’ bereikt hebben, weer verspelen als we het virus een herkansing geven. Dat we die tweede golf moeten voorkomen. Want dan is alles voor niets geweest.
Rutte is geen man van het beladen woord. Maar dinsdagavond hoorden we over ‘duivelse dilemma’s’, en de ‘meest ingrijpende periode die we in ons leven meemaken’. Hij was ernstiger dan ooit. Het gezicht kwam niet uit de sombermansplooi. En nu maar afwachten of hij net als bij zijn toespraak van een maand geleden de juiste snaar heeft geraakt.
Hij moest ook voorkomen dat de indruk ontstaat dat Nederland uit de internationale pas loopt. Dat andere landen het beter doen, met een effectievere aanpak, een nog intelligentere lockdown. Vandaar de verwijzing naar bondskanslier Angela Merkel. Merkel had begin deze week haar crisisberaad met persconferentie. Zoals een maand geleden Merkels tv-toespraak een kopie van die van Rutte had kunnen zijn, zo leek Ruttes verhaal dit keer op dat van Merkel. Teneur: er staat ons nog heel wat te wachten.
Het was bedachtzaam en behoedzaam maar er ontbrak een ding: perspectief voor het bedrijfsleven. Het hoefde geen peptalk te zijn. Dat zou ongeloofwaardig zijn als de waarschijnlijk diepste depressie sinds de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw op de deur beukt. Maar nu kwam de economie er te bekaaid vanaf.
De volgorde is en blijft: de volksgezondheid staat op plaats één. Daarbij moeten we niet alleen denken aan de eventuele patiënten maar ook aan de ‘helden in de zorg’ die nu op ‘hun tandvlees lopen’. Zij moeten na de uitputtingsslag van de afgelopen maanden op adem kunnen komen.
Dat is de strategie van het kabinet. Eerst het virus eronder krijgen en dan kunnen we de economie weer op gang trekken. Daar valt veel voor te zeggen. Maar voor veel ondernemers, in de horeca, toerisme, de kap- en schoonheidssalons en andere kwetsbare sectoren, hangt de vlag allang niet meer halfstok. Zij kunnen de boel opdoeken als ze niet gauw weer open mogen.
Rutte zal ongetwijfeld weten dat hij niet moet overvragen. Hij kan pluimen uitdelen omdat we het ‘met ons allen’ tot nu toe bijna voorbeeldig doen. Maar dat werkt op een gegeven moment niet meer. In een crisis hoor je heel veel over draagvlak, veerkracht, spankracht en wat er verder aan krachten onder de bevolking schuilen, maar het houdt een keer op. En dat moment is waarschijnlijk dichterbij dan we denken.
Dan dringen de eerder genoemde ‘duivelse dilemma’s’ zich naar voren. Er zijn geen makkelijke oplossingen. De afwegingen worden moeilijker naarmate de crisis langer duurt en een vaccin uitblijft. Nu kan hij nog even op het kompas van Jaap van Dissel en co varen. Maar de dilemma’s zijn uiteindelijk politiek en liggen dus bij hem op het bord. Rutte moet de keuzes maken. Wat kunnen we nog van de bevolking vergen? Hoe lang kunnen we de gezondheid nog prioriteit geven boven de economie? Toegespitst op de onderhand onvermijdelijke vraag: gaan we de economie opofferen om bejaarden in leven te houden die normaal gesproken toch niet lang meer hebben?
Alsof dat nog niet genoeg is, staat donderdag de EU weer op de stoep. Met de collega’s in een video-conferentie de zoveelste slijtageslag over een ‘herstelfonds’ voor met name Italië en Spanje. Daar zou als je Parijs mag geloven de toekomst van de Unie afhangen. Dat wordt dus weer hangen en wurgen. Met vermoedelijk als gebruikelijk een halfhartig compromis als resultaat.
Dat zijn uiteraard twee verschillende kwesties. Maar ze eisen wel de aandacht van één en dezelfde persoon. Rutte staat daarin niet alleen, de andere regeringsleiders zitten in dezelfde watermakende boot. En Rutte gedijt net als Merkel in een crisis. Dat schijnt hun natuurlijke biotoop te zijn geworden. De dagelijkse routine biedt hen na al die jaren te weinig uitdagingen. Het moet wel spannend zijn.
Maar deze crisis zou zelfs hen wel eens te machtig kunnen zijn. Ruttes ernst diende gisteren niet alleen om de bevolking opnieuw op het hart te binden hoe moeilijk de situatie is en hoe onzeker de toekomst. Dat hij een aangeslagen indruk maakte, is misschien te veel gezegd. Schijn kan bedriegen. Maar voor het eerst leek hij echt in het duister te tasten.